Zorgbeleid m.b.t. onderwijszorgvragen Flashcards
Wat is UDL?
Universal design for learning
= de samenleving zo toegankelijk mogelijk maken voor iedereen
Zorg begint bij brede basiszorg. Leg uit.
- gericht op de ontwikkeling van alle leerlingen
- via krachtige leeromgeving
- preventief
- verminderen van risicofactoren
- versterken van beschermende factoren
- systematisch opvolgen leerlingen
Welke organisaties werkte een leerlingvolgsysteem uit?
- NL: CITO (Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling)
- Vlaanderen: LVS-VCLB
- CEGO (Centrum ErvaringsGericht Onderwijs)
Wat is de functie van LVS binnen de visie van zorgverbreding?
- hefboomfunctie naar kwaliteitsverbetering in het basisonderwijs
- LVS kunnen problemen vroeger duidelijk maken
Wat is het doel van zorgverbreding?
uitval reeds in een vroeg stadium opmerken en voorkomen dat kinderen later uitvallen
Wat is zorgverbreding NIET?
- bewijzen hoe goed de school is
- leerkrachtenevaluatie
- opbrengst meten (product)
- leerstofbewaking
- alles moet altijd weer anders, of niet meer ‘in’
Wat is zorgverbreding WEL?
- aandacht voor ALLE kinderen
- alle ontwikkelingsdomeinen (lichamelijk, cognitief, dynamisch-emotioneel)
- continue ontwikkeling (aandacht voor ontwikkelingsperiodes)
- teamwork (cfr. zorgcoördinatie en leerkrachten)
- preventie en hulpverlening
Zorgbreed werken gebeurd planmatig. Hoe?
- volgens een systematiek (signaleren, analyseren, overleg, handelen, evalueren)
- drie niveaus: kind-klas-school
Waar situeren we het LVS?
- een hulpmiddel tot zorgverbreding
- klasleraar de spilfiguur
Wat is het leerlingvolgsysteem?
een zorgverbredingsinstrument dat de school- en het CLB-team hanteren bij het begeleiden van leerlingen (!!)
Geef een verdere omschrijving/kenmerken van het LVS?
- brengt systematiek aan
- geeft aan hoe je best naar kinderen kijkt om hen te volgen en tijdig moeilijkheden op te merken
- leert systematisch gesignaleerde problemen analyseren
- geeft de plaats en de functie van het leerlingenoverleg aan
- biedt waaier van aanpakmogelijkheden, aangepast aan de specifieke behoeften van elk kind
Wat zijn de 5 stappen van planmatig werken?
- signaleren
- analyseren
- overleg
- handelen
- evalueren
Welke van deze zijn de drie noodzakelijke componenten?
- signaleren
- analyseren
- handelen
Wat wordt er bedoeld met signaleren?
vorderingen van de individuele leerlingen en leerlinggroepen continu volgen en registreren gedurende een langere periode (wat?, hoe?, hoelang?, objectieve toetsresultaten, observaties)
Wat wordt er bedoeld met analyseren?
t.a.v. de leerbedreigde kinderen die gesignaleerd werden
- bijkomende aanwijzingen en instrumenten om het leerprobleem verder te onderzoeken
- (sterke en zwakke kanten, foutenanalyse, hypothesen)
Wat wordt er bedoeld met handelen?
- suggesties, aanwijzingen met de bedoeling de gesignaleerde tekorten bij de leerbedreigde leerlingen te remediëren
- (individueel remediëringsplan, remediëren, evalueren, bijsturen, …)
Op welke verschillende domeinen wordt er planmatig gehandeld?
- sociaal
- motorisch
- emotioneel
- cognitief
Wat is de meest gebruikte kleuter-LVS?
kindvolgsysteem van CEGO (Centrum ErvaringsGericht Onderwijs
Als men een uitspraak wil doen over de kwaliteit van onderwijs, dan overweegt men 3 invalshoeken. Welke?
- de aanpak
(vb. rijke klasomgeving met veel materiaal, gevarieerd aanbod van activiteiten, gemotiveerde leerkracht, duidelijke grenzen) - de effectiviteit
(vb. evolutie op taalvaardigheid, sociaal vaardiger, beter initiatief, …) - het proces
- welbevinden en betrokkenheid als proces-indicatoren
Wat zijn voor- en nadelen van een benadering vanuit de aanpak?
+ zorgvuldig te kijken naar wat de leerkracht doen en je weet het antwoord op je vragen
- uitspraken over hoe, over de aanpak nooit uitsluitende garanties bevatten voor de effecten
Wat zijn voor- en nadelen van een benadering vanuit de effecten?
+ dat je het meetpunt plaatst waar het eigenlijk hoort (meet het onderwijs wat we ervan verwachten)
- dat je pas na een zekere tijd te weten komt of het onderwijs effectief was
Wat zijn signalen van welbevinden?
- openheid en ontvankelijkheid
- soepelheid en flexibiliteit
- zelfvertrouwen en zelfwaardegevoel
- weerbaarheid en assertiviteit
- vitaliteit
- ontspanning en innerlijke rust
- ten volle genieten
- in contact met zichzelf
Leg volgend signaal van welbevinden verder uit: openheid en ontvankelijkheid.
- alerte en open blik
- laat zich raken door prikkels
- open voor contacten
Leg volgend signaal van welbevinden verder uit: soepelheid en flexibiliteit.
- in nieuwe of vreemde situaties
- moeilijk van hun stuk te brengen bij frustraties of problemen
- bereidheid om alternatieven te overwegen en compromissen te sluiten
Leg volgend signaal van welbevinden verder uit: zelfvertrouwen en zelfwaardegevoel.
- straalt zelfverzekerdheid uit
- durft zichzelf tonen, horen, zien
- durft uitdagingen aan, met risico op mislukken
Leg volgend signaal van welbevinden verder uit: weerbaarheid en assertiviteit.
- wil dat men rekening met hem/haar houdt
- laten niet over zich heen lopen, komen op voor eigen wensen, noden en verlangens
Leg volgend signaal van welbevinden verder uit: vitaliteit.
- vol leven en energie
- levenslust en levenskracht
- af te lezen van mimiek lichaamshouding: stralende ogen, stevig rechtop en frisse, fitte houding
Leg volgend signaal van welbevinden verder uit: ontspanning en innerlijke rust.
- natuurlijk gezicht
- ontspannen spieren, niet verkrampt
- soepele en vloeiende bewegingen
- spanningssignalen tijdelijk, gekaderd in doelgerichte handelingen
Leg volgend signaal van welbevinden verder uit: ten volle genieten.
- deugd en plezier aan wat men doet en meemaakt
- met volle teugen en authentiek, zonder terughoudendheid
- zichtbaarheid en hoorbaar enthousiast
- ook soms ‘stille genieters’
Leg volgend signaal van welbevinden verder uit: in contact met zichzelf.
- soepel en vlot contact met zichzelf: eigen behoeften, noden, wensen, gevoelens, gedachten
- weten wat ze nodig hebben, wensen, voelen en denken
- sterk doorleefde ervaringen
- dus ook mogelijkheid tot tijdelijk onaangenamer en negatieve gevoelens (verwerking)
Wat zijn de signalen van betrokkenheid?
- concentratie
- energie
- complexiteit en creativiteit
- mimiek en houding
- persistentie
- nauwkeurigheid
- reactietijd
- verwoording
- voldoening
Leg volgend signaal van betrokkenheid verder uit: concentratie.
- aandacht is gericht op één beperkte cirkel: de activiteit
- slechts heel intense andere prikkels te bereiken en eventueel afleiden
- ‘blijft blik geplakt aan materiaal of laat hij geregeld los?’
Leg volgend signaal van betrokkenheid verder uit: energie.
kracht en ijver:
- fysiek
- psychisch
Leg volgend signaal van betrokkenheid verder uit: complexiteit en creativiteit.
- kind doet iets persoonlijks met het aanbod
- eigen elementen, echt van hem/haar
Leg volgend signaal van betrokkenheid verder uit: mimiek en houding
niet verbale tekenen van betrokkenheid:
- ogen die dromerig in de leegte staren of ingespannen kijken?
- gevoelens bij verhalen van het gezicht te lezen
- houding: bijzondere concentratie of verveling verraden
Leg volgend signaal van betrokkenheid verder uit: persistentie.
duur van de concentratie:
- activiteit niet makkelijk loslaten
- niet makkelijk door aantrekkelijke nevenactiviteiten te verleiden
Leg volgend signaal van betrokkenheid verder uit: nauwkeurigheid.
- bijzondere zorg voor het werk
- rekening met details
- (niet betrokken: grove borstel, steekt niet nauw)
Leg volgend signaal van betrokkenheid verder uit: reactietijd.
- alert (ook voor nieuwe en relevante prikkels tijdens activiteit)
- snel ingaand op uitlokkende prikkels
- motivatie tot actie
Leg volgend signaal van betrokkenheid verder uit: verwoording.
spontane commentaren van betrokkenheid
- ‘dat was tof hé juf’, ‘nog eens’
- enthousiast beschrijven van activiteiten
Leg volgend signaal van betrokkenheid verder uit: voldoening.
- ‘genieten’
- ‘exploratie’, ‘contact nemen met werkelijkheid’
betrokkenheid, welbevinden en …?
competenties
Wat zijn competenties (als derde dimensie)?
- het geheel van inzichten (= vermogen om de werkelijkheid te begrijpen) en vaardigheden (= vermogen om actief in de wereld in te grijpen) waarover iemand beschikt
- vrucht van het ontwikkelings- en leerproces
- resultaat van ‘fundamenteel leren’, van ‘deep-level-learning’
- niet schoolgebonden
- ‘omgaan met situaties’
- basisschemata ondergaan verandering bij diepgaand leren:
- meer gedifferentieerd
- op meer ontwikkelde manier met omgeving omgaan
Wat meet het algemeen competentieniveau?
mate van succes waarmee kinderen in een waaier van situaties op school en daarbuiten functioneren
Welke twee aspecten kunnen er in het begrip zorgbreedte onderscheiden worden?
- Is dit kind in ontwikkeling?
- voldoende zorg op school voor IEDER kind - Is dit kind voldoende breed in ontwikkeling?
- alle ontwikkelingsgebieden in aanpak en aanbod