Ontwikkelingslijn: van sensomotoriek naar schoolvaardigheden Flashcards

1
Q

Welke systematiek vinden we terug in de ontwikkeling van een kind?

A
  • er zijn vaste gevoelige periodes voor lichamelijke, emotionele, cognitieve en taalontwikkeling-functies
  • een kind is vaak schoolrijp rond 5-6 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de 4 niveaus van betekenisverlening?

A
  • het non-verbale senso-motorische gedragsniveau
  • het voorstellingsniveau
  • het verbale niveau
  • het niveau van het geschreven woord
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg uit: het non-verbale senso-motorische gedragsniveau.

A
  • mensen leggen betekenis in voorwerpen, handelingen, gebaren, mimiek, …
  • laagste niveau van communicatie:
  • (eerste tekensysteem:) receptief (begrijpen van), expressief (zelf handelen)
  • concreet zintuiglijke wereld: kind zit vast in de wereld van hier en nu
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg uit: het voorstellingsniveau.

A
  • bepaalde handelingen en ervaringen worden steeds herhaald => schema’s of voorstellingen van steeds terugkerende ervaringen worden geleidelijk opgebouwd
  • stilaan de wereld rondom begrijpen: kind leert door steeds terugkerende ervaringen met gelijkaardige reacties op gelijkaardige situaties
  • inwendige taal: betekenis geven aan bepaalde gebeurtenis d.m.v. dialoog met zichzelf => loskomen van bestaande wereld, mentale voorstellingen leren maken
  • anticiperen (voorspellen)
  • retrospecteren (terugblikken)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg uit: het verbale niveau

A
  • kind leert taal hanteren (tweede tekensystem)
  • gebaren en voorstellingen uitleggen via woorden, verrijkt de communicatie
  • receptief aspect
  • expressief
  • kind komt los van voorstellingen, met 1 woord kan het beelden en situaties oproepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg uit: het niveau van het geschreven woord.

A
  • geschreven woord (derde taalsysteem)
  • receptief
  • expressief
  • taal wordt vastgelegd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Samengevat: de 4 niveaus van betekenisverlening.

A
  • non-verbaal, sensomotorisch gedragsniveau (dingen, gebaren, mimiek, handelingen): eerste tekensysteem
  • voorstellingsniveau (inwendige schema’s en denkhandelingen)
  • verbaal niveau (het gesproken woord): tweede tekensysteem: de gesproken taal
  • niveau van het geschreven woord: derde tekensysteem: lezen en schrijven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de basisfuncties van voor- en schoolse vaardigheden?

A

motoriek (bewegen)
* grove en fijne motoriek
sensoriek
* waarnemen via tast
* richtingsbewustzijn
* lichaamsschema
* vingergnosis
* evenwichtsgevoel
auditieve en visuele perceptie
* technische taken: mechanisch/oculu-motorisch betreft het opnemen van informatie
* cognitieve taken: gericht op het verwerken van informatie, wat gebeurt ter hoogte van de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de hogere cognitieve functies van voor- en schoolse vaardigheden?

A

taal en denken
- via taal woorden toewijzen aan voorstellingen
- door toekennen van ‘taallabels’ speelt taal belangrijke rol in het denken => belangrijke basis voor lezen, schrijven en rekenen
- gelezen taal staat hoger dan gesproken taal
* gelezen taal staat hoger dan gesproken taal, specifieke taken voor lezen en schrijven
** intramodaal visueel en auditief waarnemen (één zintuig)
** intermodaal waarnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is intramodaal visueel en auditief waarnemen?

A

het verwerken van stimuli binnen een enkel zintuiglijk systeem, specifiek het visuele of het auditieve systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is intermodaal waarnemen?

A

het proces waarbij informatie uit verschillende zintuiglijke modaliteiten geïntegreerd wordt om een coherente en samenhangende perceptie van de omgeving te vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de schoolvaardigheden?

A
  • lezen
  • schrijven
  • rekenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

samenvatting: voor- en schoolse vaardigheden

A
  • basisfuncties: motoriek, sensoriek, visuele en auditieve waarneming
  • hogere cognitieve functies: taal en denken
  • specifieke taken: intramodaal visueel en auitief waarnemen en intermodaal waarnemen
  • schoolvaardigheden: lezen, schrijven, rekenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly