woordvorming: de achtervoegsels -or en -tudo Flashcards
1
Q
amor
A
amoris / m. / de liefde
2
Q
clamor
A
clamoris / m. / het geroep
3
Q
labor
A
laboris / m. / het werk
4
Q
dolor
A
doloris / m. / de pijn; verdriet
5
Q
timor
A
timoris / m. / de angst
6
Q
altitudo
A
altitudinis / v. / de hoogte; de diepte
7
Q
magnitudo
A
magnitudinis / v. / de grootte
8
Q
multitudo
A
multitudinis / v. / de menigte
9
Q
solitudo
A
solitudinis / v. / de eenzaamheid