Latijn goden Flashcards
1
Q
Iuppiter
A
Zeus / hemel & aarde / bliksem, arend
2
Q
Iuno
A
Hera / vrouwen & huwelijk / pauw
3
Q
Neptunus
A
Poseidon / zee / drietand
4
Q
Pluto
A
Hades / onderwereld / driekoppige hond
5
Q
Ceres
A
Demeter / landbouw / graan
6
Q
Vesta
A
Hestia / haardvuur / haardvuur
7
Q
Mars
A
Ares / oorlog / helm & schild
8
Q
Vulcanos
A
Hephaistos / vuur & metaal / hamer
9
Q
Apollo
A
Apollo / licht, geneeskunde & muziek / lier
10
Q
Bacchus
A
Dionysos / wijn / druivenranken
11
Q
Mercurius
A
Hermes / handelaars (bode) / gevleugelde sandalen & helm
12
Q
Minerva
A
Athena / wijsheid / uil & olijfboom
13
Q
Diana
A
Artemis / jacht / hert
14
Q
Venus
A
Aphrodite / liefde / spiegel
zoontje : Amor