Woordjes Over Taal Blok 3tm5 Flashcards
1
Q
Cruciaal
A
Heel belangrijk, beslissend
2
Q
Humaan
A
Menselijk
3
Q
Illusie
A
Waanbeeld
4
Q
Intensiveren
A
Heviger maken
5
Q
Pesticide
A
Bestrijdingsmiddel
6
Q
Prepareren
A
Voorbereiden
7
Q
Relevant
A
Belangrijk
8
Q
Resten
A
Nog overblijven
9
Q
Simuleren
A
Nabootsen
10
Q
Virtueel
A
Denkbeeldig, digitaal
11
Q
Competitie
A
Vaardigheid
12
Q
Empathie
A
Inlevingsvermogen
13
Q
Focus
A
Aandachtspunt
14
Q
Fungeren
A
Een bepaalde rol of taak vervullen
15
Q
Genereren
A
Voortbrengen