Woordjes H4 H5 Flashcards
1
Q
Impliciet
A
Niet nadrukkelijk
2
Q
Garantie
A
Verzekering dat iets goed is
3
Q
Praktisch
A
Feitelijk / in de praktijk
4
Q
prestigieus
A
heel belangrijk
5
Q
functioneel
A
Met een doel
6
Q
beschouwen
A
aandachtig bekijken
7
Q
debuut
A
Eerste optreden
8
Q
aanname
A
ergens vanuit gaan
9
Q
indicatie
A
Aanwijzing
10
Q
dit betreft
A
Dit gaat over
11
Q
dosis
A
Hoeveelheid
12
Q
(iemand) isoleren
A
(iemand) afzonderen
13
Q
theoretisch
A
zonder rekening te houden met de werkelijkheid
14
Q
hechten aan
A
Binden aan
15
Q
beweren
A
Zeggen dat iets zo is