Woordjes H4 H5 Flashcards

1
Q

Impliciet

A

Niet nadrukkelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Garantie

A

Verzekering dat iets goed is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Praktisch

A

Feitelijk / in de praktijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

prestigieus

A

heel belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

functioneel

A

Met een doel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

beschouwen

A

aandachtig bekijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

debuut

A

Eerste optreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

aanname

A

ergens vanuit gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

indicatie

A

Aanwijzing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

dit betreft

A

Dit gaat over

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

dosis

A

Hoeveelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

(iemand) isoleren

A

(iemand) afzonderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

theoretisch

A

zonder rekening te houden met de werkelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hechten aan

A

Binden aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

beweren

A

Zeggen dat iets zo is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

demonteren

A

Uit elkaar houden

17
Q

evenaren

A

Net zo goed zijn

18
Q

retourneren

A

Terug sturen

19
Q

vertonen

A

Laten zien

20
Q

concurrent

A

Tegenstander

21
Q

Etmaal

A

Periode van 24 uur

22
Q

Exact

A

Precies

23
Q

hygiëne

A

maatregelen om ervoor te zorgen dat iets schoon en gezond blijft

24
Q

Koers

A

Richting

25
Q

Nagenoeg

A

Zo goed als

26
Q

Relatief

A

In verhouding

27
Q

Star

A

stijf, weinig beweging in te krijgen

28
Q

summier

A

Kort en bondig