Hoofd En Bijzinnen Flashcards
1
Q
Hoofdzin
A
Het deel van de samengestelde zin waarin de persoonsvorm het eerste of tweede zinsdeel is
2
Q
Bijzin
A
Het deel van de samengestelde zin waarin de persoonsvorm niet het eerste of tweede zinsdeel is
3
Q
Nevenschikkende voegwoorden
A
verbinden altijd hoofdzinnen met elkaar
4
Q
Onderschikkende voegwoorden
A
verbinden altijd hoofd- en bijzin met elkaar, kunnen ook aan het begin van een samengestelde zin voorkomen.