Woordje 54-63 Flashcards
1
Q
statua
A
het standbeeld
Middenkolom: statuae
2
Q
eques
A
de ridder
Middenkolom: equit-is, m
3
Q
labōrāre
A
lijden
Middenkolom: labōrō
4
Q
appārēre
A
blijken
Middenkolom: appāreō
5
Q
dormīre
dormir
A
slapen
Middenkolom: dormiō
6
Q
domī
A
thuis
Middenkolom: bijwoord
7
Q
etiam
A
ook; zelfs
Middenkolom: bijwoord
8
Q
nōndum
A
nogniet
Middenkolom: bijwoord
9
Q
nōn iam
A
niet meer
Middenkolom: bijwoord
10
Q
nunc
A
nu
Middenkolom: bijwoord