woordeschatlijst trimester 2 Flashcards
opnieuw met een slechte gewoonte beginnen
ww. hervallen
veel zorg en aandacht voor iets of iemand
zn. de toewijding
als je het niet ophoudt, iets blijft doen
Zn. de hardnekkigheid
BN. hardnekkig
EXTRA. synoniem: koppig
iemand die zich overdreven of vreemd gedraagt.
ZN. de aansteller
BN. aanstellerig
WW. zich aanstellen
EXTRA. de aanstellerij
een geheel van buizen, balken of stangen die onbeweeglijk zijn en iets stevigheid geven (bv. van een fiets)
ZN. het frame
verkrijgen, bekomen
WW. verwerven
EXTRA. OVT: verwierf, verwierven VD: verworven
iemand die makkelijk en vaak veel of lang huilt (vaak gebruikt bij kinderen)
ZN. de huilebalk
met veel durf omdat je je sterk voelt
ZN. de overmoed
BN. overmoedig
zonder nadenken of zonder rekening te houden met risico’s iets doen
BN. roekeloos, roekeloze
geen aandacht besteden aan iemand; iemand negeren
EXTRA. iemand geen blik waardig keuren
noodlottig: heel slecht, vaak de dood tot gevolg hebbend
BN. fataal, fatale
in damp of gas overgaan; snel en onzichtbaar verdwijnen
WW. vervliegen
iets waar je last van hebt, iets wat onaangenaam is
ZN. het ongemak
BN. ongemakkelijk
controleren op eventuele fouten, gebreken, tekortkomingen, …
ZN. de inspectie
WW. inspecteren
EXTRA. synoniem: controleren
niets tegenin te brengen, niet onderuit te halen; vast, niet los te krijgen.
BN. onwrikbaar