Woordenschatlijst 1ste trimester Flashcards
BN: Formeel
zakelijk
BN: informeel
vertrouwelijk
BN: laagdrempelig
Gemakkelijk bereikbaar
ZN: de flexibiliteit
BN: flexibel
Veranderlijk, afwisselend
ZN: de reproductie
WW: reproduceren
Uit het geheugen opschrijven of navertellen.
ZN: de tactiek
WW: tactisch
doordachte manier om ervoor te zorgen dat je je doel bereikt
ZN: de gêne
BN: gênant
schaamte of verlegenheid opwekkend
ZN: het vehikel
voertuig, vervoermiddel
extra: verwoede pogingen
met veel inspanning of veel inzet
WW: inpalmen
innemen
extra: achter de hand hebben
iets ter beschikking hebben voor wanneer het nodig mocht zijn
ZN: de genade
BN: genadeloos
zonder medelijden
extra: buiten kijf staan
geen twijfel lijden
ZN: het dozijn
twaalftal
ZN: de improvisatie
WW: improviseren
Onvoorbereid iets doen of maken.
BN: virtueel
d.m.v. computers gecreëerd of op de computer of internet verschijnend
BN: malafide
onbetrouwbaar
BN: sjofel
armoedig, slordig
BN: lucratief
winstgevend
BN: onguur
akelig, eng, duister
BN; imposant
indrukwekkend
BN: stereotiep
vaste, onveranderlijke
BN: gendergekleurd
extra: Samenstelling: gender + gekleurd
door het geslacht bepaald
ZN: de essentie
BN: essentieel
datgene waar het om gaat, het belangrijkste
BN: globaal
oppervlakkig, niet gedetailleerd
ZN: reconstructie
WW: reconstrueren
het geheel terug in elkaar zetten, herbouwen
BN: week
WW: weken
Door langdurig in een vloeistof zacht, plooibaar of beter wasbaar te worden.
extra: Bijwoordelijke uitdrukking: au bain-marie
In een pan die in kokend water staat.
ZN: de karamel
WW: karamelliseren
Suiker omzetten tot karamel op een laag vuur.
ZN: de revolutie
WW: revolutionair
Omwentelingsgezind, opstandig
ZN: de generatie
Productie, editie
ZN: het gadget
Klein, aantrekkelijk vormgegeven voorwerp of apparaat dat als cadeautje gebruikt wordt.
ZN: diversiteit
BN: divers
WW:divers
Afwisselen, variëren
BN: prefab
Vooraf gefabriceerd en daardoor klaar voor gebruik.
ZN: de capaciteit
Vermogen
BN: permanent
Blijvend
ZN: de recuperatie
WW: recupereren
Terug op krachten komen, herstellen.
BN: minuscuul
Zeer klein
BN: sporadisch
Zeldzaam, af en toe
ZN: de sensibilisering
WW: sensibiliseren
Bewust maken van
ZN: de fictie
BN: fictioneel
literatuur met verzonnen elementen: verhalen, poëzie, toneelstukken, romans
ZN: de non-fictie
boeken enz. die niet op fantasie maar op feiten berusten
ZN: het naslagwerk
boek om dingen in op te zoeken
ZN: het feit
extra: achter de feiten aan lopen: een achterstand hebben
gebeurtenis of omstandigheid waarvan de werkelijkheid vaststaat
BN: de realisatie
WW: realiseren
verwezenlijken
BN: bar
extra: Let op: dit heeft niets te maken met een bar uit een café!
guur, koud
ZN: de volharding
WW: volharden
Het volhouden, standvastigheid
ZN: de oorlogscorrespondent
iemand die oorlogsberichten (uit een andere plaats) zendt aan een krant, omroep
ZN: het stereotype
BN: Stereotiep (let op het verschil in spelling)
vaststaand beeld, vak een overdreven beeld van een groep mensen dat vaak niet (volledig) overeenkomt met de werkelijkheid
BN: objectief
zonder zich door eigen voorkeur te laten beïnvloeden; onbevooroordeeld, onbevangen
BN: subjectief
persoonlijk, volgens eigen mening;
ZN: de cyclus
BN: cyclisch
wat regelmatig terugkeert
extra: gepaard gaan met
samengaan met
ZN: de podoloog (m)/ de podologe (v)
voetspecialist
ZN: het symptoom
verschijnsel waaraan men een probleem herkent, ziekteverschijnsel
WW: afscheiden
een vloeistof aanmaken en afgeven
ZN: de transpiratie
WW: transpireren
Functie van het lichaam, waarbij poriën en klieren zweet afscheiden, dat verdampt. Op deze manier reguleert het lichaam de temperatuur.
BN: orthopedisch
met betrekking tot de behandeling van misvormingen van beenderen en gewrichten
BN: ventilerend
WW: ventileren
verversen van lucht
ZN: de verstuiver
WW: verstuiven
voorwerp waarmee je vloeistof in kleine druppeltjes verspreidt
ZN: de omschrijving
WW: omschrijven
nauwkeurig een beschrijving geven
ZN: de variant
BN: variabel
WW: variëren
een vorm die afwijkt van het gewone, één van de mogelijkheden
ZN: het taalcharter
een verwoording van het taalbeleid van de radio- en televisienetten
ZN: de context
BN: contextueel
de samenhang
ZN: de discriminatie
WW: discrimineren
situatie waarbij personen wegens hun geslacht, ras, godsdienst of levensovertuiging verschillend worden behandeld
ZN: de innovatie
BN: innovatief
WW: innoveren
vernieuwen
WW: viseren
Kritisch bekijken en beoordelen.
ZN: de nonchalance
BN: nonchalant
Slordig, achteloos
ZN: de fair play
Eerlijk spel
ZN: het quotum
Evenredig aandeel
ZN: het concept
BN: conceptueel
WW: conceptualiseren
Opzet, plan
ZN: het prototype
Voorbeeld, ideaal
ZN: de psycholoog / de psychologie
BN: psychologisch
Kenner, beoefenaar van de psychologie.
ZN: een hyperoniem
een overkoepelende term
ZN: een hyponiem
een deelbegrip van
ZN: het jargon
onbegrijpelijke vaktaal
BN: corpulent
zwaarlijvig, gezet, dik
ZN: De mindervalide
BN: mindervalide
gehandicapt
BN: mentaal
in (of van) de geest
ZN: de karakteristiek
BN: karakteristiek
typerende beschrijving
WW: internetdaten
extra: internetdatete,
heeft geïnternetdatet
afspreken via internet
BN: ondernemend
WW: ondernemen
afspreken via internet
BN: pakkend
boeiend, spannend
BN: vederlicht
extra: loodzwaar
licht als een veer
BN: bikkelhard
bijzonder hard
ZN: het antoniem
extra: synoniem
woord met tegengestelde betekenis
BN: afgedragen
WW: afdragen
Versleten door het vele dragen (wordt gezegd van kleding).
ZN: de arrogantie
BN: arrogant
extra: synoniem: verwaand
Met een hoge dunk van zichzelf, zichzelf heel wat vinden; verwaand.
ZN: de autobiografie
BN: autobiografisch
Elementen bevattend uit het eigen leven van de schrijver of de auteur.
ZN: de naïviteit
BN: naïef, naïeve
extra: synoniem: goedgelovig
Gemakkelijk geloof hechtend aan wat anderen zeggen, beweringen geloven of aannemen zonder er zich al teveel vragen bij te stellen.
ZN: de erkenning
Toegeven of bevestigen dat iemand goed is in iets, een expert is in een bepaald gebed, ergens recht op heeft, enz.
BN: plichtbewust
Altijd doen wat je moet doen, je taken of je werk steeds zo goed mogelijk en zoals het hoort uitvoeren.
ZN: de intentie
BN: intentioneel
Bedoeling, voornemen.
BN: stuntelig
WW: stuntelen
Onhandig, onbeholpen, klungelig
ZN: de dominantie
BN: dominant
extra: antoniem: onderdanig
Anderen overheersend.
ZN: de onderdanigheid
BN: onderdanig
extra: antoniem: dominant
Gehoorzaam aan een leider, gemakkelijk bevelen opvolgend.
ZN: de voortrekker
Iemand die initiatief neemt, als eerste ergens mee begint of aan de slag gaat.
ZN: de crematie
BN: gecremeerd
WW: cremeren
Het verbranden tot as van een lijk.
ZN: de urne
Een aardewerken of metalen pot die dient om de as van een overledene in te bewaren.
ZN: het relaas
Een verhaal of een mondeling verslag van een gebeurtenis, avontuur of belevenis.
ZN: de pathetiek
BN: pathetisch
Overdreven emotioneel, aanstellerig.
ZN: de obsessie
BN: obsessief
extra: synoniem: dwangmatig
Zeer geconcentreerd, alsof je gedwongen wordt, op het perfectionistische af.
ZN: de belemmering
WW: belemmeren
Hinderen, tegenhouden, verhinderen iets te doen.