Wiskunde T2 Flashcards

1
Q

3 centrummaten + berekening:

A

Gemiddelde: alles optellen + het aantal getallen
Mediaan: meest voorkomende getal in de groep
Modus: middelste getal van de groep. Heeft de groep een even aantal zijn het de 2 middelste getallen : 2.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De modale klasse

A

De klasse met de hoogste frequentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sorijdingsmaten

A

Geeft aan hoe ver de gegevens uit elkaar liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De sprijdingsbreedte:

A

De sprijdingsbreedte geeft het verschil tussen het grootste en het kleinste getal aan (hoogste waarde - laagste waarde)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De kwartier afstand:

A

Het verschil tussen het 3e kwartiel en het 1e kwartiel. (Q3 - Q1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De standaard afwijking/standaard deviatie:

A

Deze geeft aan hoe ver de waarnemingen gemiddeld van het gemiddelde afliggen. Stel je klas haalt gemiddeld een 6 en de standaardafwijking is 3, dan liggen de cijfers tussen de 3 en de 9. Dit wordt weergegeven met de sigma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Klokvormige grafiek:

A

De frequentieverdeling van variabelen kun je vaak hierin benaderen. Kenmerken zijn:
- grafiek is symmetrisch
- de symmetrie-as ligt bij het gemiddelde
- het gemiddelde, de mediaan en de modus vallen samen omdat beide kanten van de grafiek gelijk zijn.
- de standaardafwijking is de afstand van de symmetrie-as tot buiging van de grafiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bij een normale verdeling zijn er vuistregels:

A

1 van de data ligt ongeveer 68% tussen gemiddelde - standaarddeviatie en gemiddelde + standaarddeviatie
2 van de data ligt ongeveer 95% tussen gemiddelde - 2standaarddeviatie en gemiddelde + 2standaarddeviatie
3 van de data ligt vrijwel 100% tussen gemiddelde - 3standaarddeviatie en gemiddelde + 3standaarddeviatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer is een variabele normaal verdeeld

A

Controleer of de bijbehorende staafdiagram klokvormig is
Controleer de 1e en 2e vuistregel in combinatie met de frequentieverdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Steekproef

A

Een deel van de groep wat wordt gebruikt om iets te onderzoeken over een groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Steekproefomvang

A

De grootte van een bepaald onderzoek, hoe groter de groep hoe beter de schatting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Aselect

A

Iedereen of ieder ding uit de populatie moet evenveel kans hebben om in de steekproef terecht te komen om de juiste conclusies te kunnen trekken over de populatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Populatieproportie

A

Het deel van een populatie dat aan een bepaalde eigenschap voldoet, in een steekproef heet dit een steekproef proportie, deze worden beide geschreven als getal tussen de 0 en 1. De steekproefproportie is een schatting voor de populatieproportie. Door een groot aantal simulaties uit te voeren zie je dat de steekproef proporties normaal verdeeld zijn. Je noemt dit de steekproefverdeling van de proporties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

95%-betrouwbaarheidsinterval

A

Op basis van één steekproef kan je een schatting maken van de populatieproportie. Met het 95%-betrouwbaarheidsinterval geef je de nauwkeurigheid van de schatting aan. Daarbij gebruik je de steekproefproportie en de steekproefomvang. Met 95% zekerheid ligt de populatieproportie in het interval: formule

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly