Duits T1 Flashcards
Brief conventie: welke 2 dingen staan er voor de opening van de brief?
An: e-mail adres
Betreffende: onderwerp (is waarschijnlijk ‘reservierung’’
Aanhef brief man:
Sehr geehrter Herr (let op de r achter geehrter)
Aanhef brief vrouw:
Sear geehrte Frau (let op geehrte zonder r erachter)
Aanhef als je niet weet of je tegen een man of vrouw spreekt:
Sehr geehrte Damen und Herren (let op de geehrte zonder r) tip: na geehrte komt Damen, dat is vrouwelijk dus geehrte
Na de aanhef:
Een komma en dus start je de brief met een kleine letter.
Aanspreekvorm formeel:
Sie (u), 1e naamval
ihnen, 3e naamval
Sie, 4e naamval
Ihre (uw)
Afsluitende zinnen formele e-mail:
Ich Freue mich auf Ihre baldige Antwort.
Of
Vielen dank im Voraus.
De groeten:
Mit freundlichen Grüßen (geen komma hierachter)
Je naam
Regels met getallen:
Getallen t/m 20 voluit uitschrijven
null - eins - zwei - drei - vier - fünf - sechs - sieben - acht - neun - zehn - elf - zwölf - dreizehn - vierzehn - fünfzehn - sechzehn - siebzehn - achtzehn - neunzehn - zwanzig
De datum van en tot wanneer je blijft:
Vom 18. November bis zum 25. November
Let op: de punten achter de getallen (alle getallen gewoon als getal opschrijven)
Regel für en vor:
Betekenis: voor
Für gebruik je als je ergens voor bent of bestemd voor iets of iemand
Vor: plaats of tijd
Regel oder of Ob:
Betekenis: of
Oder: keuze
Ob: na een komma
Regel nach/zu/in
Betekenis: naar
Nach: bij landen en steden zonder lidwoord
In: bij landnamen met lidwoord
Zu: bij de andere gevallen
Er is/er zijn
Gibt es (dit valt onder de 4e naamval)
Ik wil graag een 2-persoonskamer reserveren
Ich möchte gerne ein Doppelzimmer reservieren?
Kunt u mij a.u.b. een bevestiging sturen?
Können Sie mir mir bitte eine Bestätigung schicken?
Ik ben van plan, een weekend te blijven
Ich habe vor, ein Wochenende zu bleiben
Naamval vinden stappenplan stap 1;
Welk voorzetsel staat voor de vorm van ein/das/der/die
Stappenplan naamval stap 2:
is er een keuze voorzetsel voor de vervoeging
Stap 3 naamvallen
Werkwoorden in dit rijtje voor de vervoeging:
Sein werden (1e nv)
Es gibt /fragen (4e nv)
Danken / gefallen / gratulieren / helfen (3e nv)
Stap 4 naamvallen:
Ontleden, aan of vor + gezegde # onderwerp dan 3e nv
Hij proef wie/wat + gezegde dan 3e nv
Hem proef wie/wat + gezegde + onderwerp dan 4e nv