Eco T2 Flashcards

1
Q

Procentueel aandeel berekenen

A

(Deel : geheel) x 100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Procentuele verandering mbv absolute getallen

A

((Nieuw - oud) : oud) x 100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Procentuele veranderingen mbv procentuele veranderingen

A
  • stel basis = 100
  • bereken eindwaarde
  • vergelijk met 100
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Absoluut getal als indexcijfer

A

(Waarde : basiswaarde) x 100

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Procentuele verandering als indexcijfer:

A
  • stel basis 100
  • bereken eindwaarde
  • vergelijken met 100
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Procentuele verandering mbv indexcijfers

A

(Nieuw - oud) :oud) 100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Basisjaar verleggen van een indexcijfer

A

Indexcijfer = (waarde :basiswaarde) x 100

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Soorten inkomen

A
  • primair inkomen
    • inkomen van arbeid (loon)
  • inkomen uit vermogen
    • rente
    • huur
    • pacht
      -winst
  • overheidsinkomena
    • uitkeringen (als bijv AOW)
    • toeslagen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Werkgevers.

A

Vragen naar mensen die bij hun willen werken, en zijn dus de vraagkant van de arbeid. Ze zijn verenigd in werkgeversorganisaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Werknemers

A

Bieden hun werk (arbeid) aan aan werkgevers en zijn dus de aanbod kant van de arbeid. Ze zijn verenigd in vakbonden die zich hardmaken voor bijv minimumloon en coa’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Beroepsbevolking

A

Alle mensen van de bevolking tussen de 15 en 75 jaar die werken (werkzame beroepsbevolking) of actief zoeken naar werk (en daardoor meteen beschikbaar zijn werklozen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Redenen verandering beroepsbevolking

A
  • migratie/emigratie
  • het aanzuigeffect
  • ontmoedigingseffect
  • AOW leeftijd en pre-pensioenregelingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Werkgelegenheid

A

Vervulde vraag naar arbeid is gelijk aan de werkzame beroepsbevolking, maar soms werken mensen zwart en die worden er dan niet bij geteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vacatures

A

Onvervulde vraag naar arbeid. Er kunnen tegelijkertijd vacatures zijn en werklozen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Deeltijdwerk

A

Veel mensen werken niet fulltime (arbeidsjaar) maar een deel van de tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Krappe arbeidsmarkt

A
  • meer vraag vanuit werkgevers naar arbeid dan aanbod vanuit werknemer
  • hoog conjunctuur
  • bedrijven hebben veel vacatures en er zijn weinig werklozen
  • lonen stijgen, werknemers en vakbonden hebben een grote onderhandelingspositie
17
Q

Ruime arbeidsmarkt

A
  • meer aanbod vanuit werknemers naar werk dan vraag vanuit werkgevers
  • weinig vacatures en meer werklozen
  • laag conjunctuur
  • lonen blijven op korte termijn gelijk (door coa) dus er is sprake van neerwaardse loonstaten, maar op lange termijn worden lonen flexibeler door afspraken
18
Q

Oorzaken verbetering arbeidsproductiviteit

A
  • scholing
  • met plezier naar werk
  • specialisatie
  • diepte investeringen
19
Q

Vast contract

A
  • individuele arbeidsovereenkomst: tussen werkgever en werknemer
  • collectieve arbeidsovereenkomst: tussen werkgevers organisaties en vakbonden zoals coa’s
20
Q

Conjuncturele werkloosheid

A

Werkloosheid ter gevolg van laag conjunctuur

21
Q

Structurele werkloosheid

A
  • kwalitatieve structurele werkloosheid: mismatch tussen opleidingsniveau van de bevolking en de vereiste scholing van de vacatures
  • kwantitatieve structurele werkloosheid te grote beroepsbevolking bij het aantal beschikbare arbeidsjaren
  • frictiewerkloosheid kortdurende werkloosheid tijdens het stoeien van een baan
  • seizoenswerkloosheid als gevolg van een seizoen
22
Q

Verschil tussen volkomen concurrentie en arbeiderspartij

A
  • vc: veel vragers en aanbieders
    Am: vaak enkele partijen betrokken bij maken coa zoals vakbonden
  • homogene goederen
    Am: elke werknemer is verschillend
  • vc: transparante markt
    Ma: werkgevers maken gebruik van sollicitatiegesprekken
  • vc: vrije toe en uittreding
    Am: mensen kunnen door opleidingseisen niet op alle markten toetreden
23
Q

Nadelen minimumloon

A
  • verstoort het marktmechanisme en zorgt daarmee voor meerwaarde loonstarheid
  • maakt arbeidsintensieve productie duurder dan kapitaal intensieve productie
  • zorgt voor structurele werkloosheid
24
Q

Keynesiaanse economen

A

Geloven in actieve rol van de overheid, in de afzwakking van de conjuctuurbeweging