Week 8 - Winst uit grensoverschrijdende onderneming: winsttoerekening vaste inrichting Flashcards

1
Q

Waarom kan de winst toerekening aan een vaste inrichting problematisch zijn?

A

De vaste inrichting is juridisch gezien geen eigenaar van activa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke doelen heeft de winst allocatie aan de vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger?

A
  1. De berekening van het heffingsobject van de buitenlands belastingplichtigen.
  2. Bepalen van de winst waarvoor bij binnenlands belastingplichtigen aanspraak op voorkoming van dubbele belasting bestaat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Via welke methoden kan winst toegerekend worden aan een vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger?

A
  1. Winstsplitsing;
  2. Ondernemingssplitsing.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe gaat de methode van winstsplitsing in zijn werking?

A

De winst wordt verdeeld tussen het hoofdkantoor en de vaste inrichting door middel van een deelsleutel welke gekozen wordt. Dit kan zijn de omzet of de loonkosten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem een voordeel en een nadeel van de methode van winstsplitsing.

A

Voordeel: het is een eenvoudige manier.
Nadeel: de uitkomst is niet zonder meer in lijn met de economische werkelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt de methode van ondernemingssplitsing in?

A

De winst van de vaste inrichting wordt bepaald alsof de vaste inrichting een onafhankelijke onderneming is die op zakelijke basis handelt met de onderneming waarvan zij deel uitmaakt (de zelfstandigheidsfictie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem een voordeel en een nadeel van de methode van ondernemingssplitsing.

A

Voordeel: de uitkomst zal meer in lijn zijn met de economische werkelijkheid.
Nadeel: deze methode is een stuk gecompliceerder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe dient de winst van een buitenlandse onderneming berekend te worden indien de methode van ondernemingssplitsing wordt gebruikt en het een binnenlandse belastingplichtige betreft met een vaste inrichting in het buitenland? Geef antwoord voor zowel de IB als de Vpb.

A

Voor de IB geldt dat indien er geen sprake is van een belastingverdrag, de winst berekend dient te worden overeenkomstig art. 9 lid 3 BVDB 2001. Indien er wel een belastingverdrag is, dan wordt de aangesloten bij het belastingverdrag.
Voor de Vpb geldt dat indien er een belastingverdrag is, aangesloten wordt bij het belastingverdrag. Indien geen sprake is van een belastingverdrag, wordt gekeken naar art. 15e lid 2 sub b jo. art. 15e lid 6 Wet Vpb 1969.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe dient vermogen te worden toegerekend aan een vaste inrichting volgens de Nederlandse rechter?

A

De Hoge Raad doet iets wat op de zelfstandigheidsfictie lijkt. Zij gebruikt het dienstbaarheidscriterium. Per activum en passivum dient beoordeeld of deze dienstbaar is aan het hoofdhuis of aan de vaste inrichting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kennen we iets als keuzevermogen bij het bepalen van de winst van de vaste inrichting?

A

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat je er niet voor kan kiezen om bepaalde bestanddelen wel en andere niet toe te rekenen. Je moet de dienstbaarheidstoets uitvoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe dient vastgesteld te worden voor welk bedrag voorkoming van dubbele belasting gegeven dient te worden?

A

Dit dient gedaan te worden door middel van berekening van de bijdragewinst en de aftrekwinst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt het begrip ‘bijdragewinst’ in?

A

Dit is de winst die de vaste inrichting ‘bijdraagt’ aan de generale wereldwinst van de onderneming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt het begrip ‘aftrekwinst’ in?

A

Dit is de vaste inrichting-winst waarvoor de belastingplichtige voorkoming van dubbele belasting krijgt. Deze wordt bepaald door middel van de methode van ondernemingssplitsing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt de leer van het gedeelte in volgens haar aanhangers?

A

De leer van het gedeelte zegt dat bij de bepaling van de buitenlandse totaalwinst bestanddelen slechts in aanmerking genomen kunnen worden indien zij op enig moment deel uitmaken van de generale totaalwinst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kiest de OESO voor de methode van de winstsplitsing of de ondernemingssplitsing?

A

Art. 7 lid 2 OMV
Ook de OESO kiest voor de methode van ondernemingssplitsing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe dient de ondernemingssplitsing methode volgens de OESO uitgevoerd te worden?

A
  1. Allereerst dient een feitelijke en functionele analyse gemaakt te worden, door te kijken naar wie wat waar doet. Op basis hiervan worden de activa, risico’s en vermogen tussen de vaste inrichting en het hoofdhuis verdeeld.
  2. Vervolgens wordt het at arm’s length beginsel toegepast. Dit houdt in dat alle functies en transacties binnen en onderneming geacht worden op zakelijke basis beloond te worden.
17
Q

Hoe wordt de ondernemingssplitsing methode bij de OESO ook wel genoemd?

A

De functionally seperate entity approach of de Authorised OECD Approach.

18
Q

Hoe dienen aandelen volgens de Hoge Raad toegerekend te worden?

A

BNB 2003/246
Aandelen worden toegerekend aan de vaste inrichting of het hoofdhuis indien deze dienstbaar zijn aan de activiteiten hiervan. Hiervoor dient gekeken te worden naar waar de mensen zitten die de belangrijke beslissingen nemen over de aandelen.

19
Q

Hoe worden aandelen toebedeeld volgens de OESO en het Nederlandse uitvoeringsbeleid?

A

De OESO kijkt voor de toerekening van aandelen naar waar de significant people functions zitten. Ook hier wordt dus gekeken naar waar de belangrijke beslissingen worden genomen. Het Nederlandse uitvoeringsbeleid volgt de OESO.

20
Q

Hoe worden beleggingen (minderheidsbelangen) toegerekend tussen de vaste inrichting en het hoofdhuis volgens de OESO, Hoge Raad en het Nederlandse uitvoeringsbeleid?

A

Bij de toerekening van beleggingen kijkt de Hoge Raad naar de plaats waar de beheersdaden worden verricht.
De OESO hanteert de functionele analyse. Hierom dient de zelfstandigheidsfictie toegepast te worden en zal gekeken moeten worden naar de significant people functions.

21
Q

Hoe dienen liquide middelen toegerekend te worden tussen het hoofdhuis en de vaste inrichting volgens de Hoge Raad, de OESO en het Nederlandse uitvoeringsbeleid?

A

De Hoge Raad kijkt voor de toerekening van liquide middelen naar waar de beheersdaden hierover worden genomen.
De OESO past voor de toerekening van liquide middelen een functionele analyse toe, waardoor de zelfstandigheidsfictie toegepast moet worden en gekeken dient te worden naar de significant people functions.
Volgens het Nederlandse uitvoeringsbeleid dient ook gekeken te worden naar de significant people functions.

22
Q

Hoe dienen materiële vaste activa toegerekend te worden tussen de vaste inrichting en het hoofdhuis volgens de Hoge Raad, de OESO en het Nederlandse uitvoeringsbeleid?

A

De Hoge Raad kijkt voor de toerekening van materiële vaste activa naar het dienstbaarheidscriterium. Hierom dient weer gekeken te worden naar de beheersdaden, en is de plaats van gebruik irrelevant.
De OESO kijkt naar de plaats van het gebruik, tenzij andere bijzondere omstandigheden van toepassing zijn.
Volgens het Nederlandse uitvoeringsbeleid wordt de Hoge Raad gevolg. Gekeken wordt dus naar de beheersdaden en niet naar de plaats van gebruik.

23
Q

We hebben gezien dat de Hoge Raad, de OESO en de Staatssecretaris allemaal verschillende technieken gebruiken bij de toerekening van activa. Waar kan de belastingplichtige een beroep op doen?

A

De belastingplichtige kan een beroep doen op de Hoge Raad, tenzij expliciet in het belastingverdrag iets anders is geregeld.

24
Q

Het kan zijn dat het hoofdhuis een materieel vast activum ter beschikking stelt aan de vaste inrichting. Dit kan duurzaam of tijdelijk gedaan worden. Wanneer is sprake van deze vormen van ter beschikking stelling en hoe worden deze door de Hoge Raad behandeld?

A

Er is sprake van een tijdelijke ter beschikking stelling wanneer het beheer en de controle van de bezitting niet zelfstandig bij de vaste inrichting ligt. In dat geval wordt het activum toegerekend aan het hoofdhuis.
Er is sprake van een duurzame ter beschikking stelling wanneer het beheer en de controle bij de vaste inrichting zitten. Dan wordt op grond van de zelfstandigheidsfictie geacht dat het goed over is gegaan naar de vaste inrichting. Dit wordt ook wel de koop-verkoopanalogie genoemd.

25
Q

Hoe dient een materieel activum op de balans van de vaste inrichting gewaardeerd te worden wanneer de koop-verkoopanalogie van toepassing is?

A

Het activum wordt bij de vaste inrichting voor de waarde in het economische verkeer op de balans gewaardeerd.

26
Q

Wanneer er sprake is van een duurzame ter beschikking stelling, gaat het activum over naar de vaste inrichting. Hoe wordt voorkomen dat de stille reserves welke toekomen aan Nederland toch nog hier in aanmerking genomen worden?

A

Het activum komt bij de vaste inrichting voor de waarde in het economische verkeer op de balans te staan. Hierdoor is er bij de vaste inrichting een hogere afschrijving. Het gevolg hiervan is dat de aftrekwinst verlaagd wordt, waardoor Nederland voor een lager bedrag voorkoming van dubbele belasting hoeft te geven.

27
Q

Hoe worden de aan Nederland toekomende stille reserves behouden in Nederland in het geval van een tijdelijke terbeschikkingstelling?

A

In dat geval worden de stille reserves niet gerealiseerd, aangezien het activum bij het hoofdhuis blijft.

28
Q

Hoe dienen immateriële vaste activa toegerekend te worden volgens de Hoge Raad, de OESO en de Staatssecretaris?

A

De Hoge Raad heeft zich hier nog niet over uitgelaten.
Volgens de OESO moet een functionele analyse gedaan worden, waardoor gekeken wordt naar de significant people functions.
Volgens de Staatssecretaris dient zo veel mogelijk de zelfstandigheidsfictie te worden toegepast.

29
Q

Hoe dienen schulden toegerekend te worden volgens de Hoge Raad, de OESO en de Staatssecretaris?

A

De Hoge Raad zegt dat gebruik gemaakt dient te worden van de historische methode. Dit houdt in dat de schuld toegerekend wordt aan wie de schulden heeft aangetrokken. Indien de schuld aangetrokken wordt voor een activum in de vaste inrichting, dan wordt de schuld ook toegerekend aan de vaste inrichting.
De OESO gebruikt de capital allication methode. Hierbij worden schulden toegerekend pro rata naar de waarde van de activa van de vaste inrichting ten opzichte van de gehele onderneming.
De Staatssecretaris heeft ook zijn voorkeur voor de capital allocation approach.