Week 5 - Inkomsten uit grensoverschrijdende dienstbetrekking (I) Flashcards
Wanneer is er sprake van een werknemer in de zin van de Wet LB 1964?
Art. 2 lid 1 Wet LB 1964
1. Natuurlijk persoon
2. Dienstbetrekking
3. Inhoudingsplichtige
4. Loon
Is voor de kwalificatie als werknemer van belang of de persoon inwoner is of dat de arbeid in Nederland verricht is?
Nee, dit is voor de kwalificatie als werknemer niet van belang.
Wanneer is er sprake van loon in de zin van de Wet LB 1964?
Art. 9 t/m 19f Wet LB 1964
1. Loon
2. Arbeid
3. Causaal verband
Er kan sprake zijn van een werknemer in de zin van de Wet LB 1964 indien er sprake is van een dienstbetrekking. Wanneer is er sprake van een dienstbetrekking?
- Arbeid
- Loon
- Gezagsverhouding
Is het voor de kwalificatie als inhoudingsplichtige van belang of deze potentiële inhoudingsplichtige in Nederland woont of gevestigd is?
Art. 6 Wet LB 1964
We kennen een onderscheid tussen binnenlandse en buitenlandse inhoudingsplichtigen. Een buitenlandse inhoudingsplichtige moet een vaste inrichting of een vaste vertegenwoordiger in Nederland hebben, of zich vrijwillig aangemeld hebben bij de inspecteur.
Op grond van art. 6 lid 2 sub a Wet LB 1964 kan een in het buitenland gevestigde onderneming inhoudingsplichtige zijn voor de loonbelasting wanneer hij een vaste inrichting in Nederland heeft. Wanneer is er sprake van een vaste inrichting?
Hier is sprake van wanneer in Nederland een vaste bedrijfsinrichting is gelegen met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend.
Persoon A woont in Duitsland en werkt voor een Nederlandse werkgever in Duitsland. Kwalificeert A als werknemer in de zin van de Wet LB 1964?
Art. 2 lid 3 Wet LB 1964
Indien de dienstbetrekking volledig buiten Nederland wordt vervuld, dan is er geen sprake van een werknemer in de zin van art. 2 lid 1 Wet LB 1964.
Uitzonderingen:
1. Bestuurders/commissarissen van in Nederland gevestigd lichaam.
2. Dienstbetrekking met Nederlandse staat
3. Uitgezondenen op grond van een door Nederland gesloten verdrag.
Een niet-inwoner van Nederland werkt voor een Nederlands bedrijf en verricht zijn dienstbetrekking nagenoeg geheel buiten Nederland. Kwalificeert de niet-inwoner als werknemer voor de Wet LB 1964?
Art. 2 lid 3 tweede volzin Wet LB 1964 en art. 2 lid 4 Wet LB 1964.
Een niet-inwoner die in dienstbetrekking staat tot een Nederlandse werkgever en de dienstbetrekking nagenoeg geheel buiten Nederland verricht is geen werknemer voor de loonbelasting indien:
1. De dienstbetrekking geheel of nagenoeg geheel buiten Nederland vervuld wordt;
2. Het loon onderworpen is aan inkomstenbelasting in een andere mogendheid, en;
3. Het loon op grond van een verdrag e.d. in feite niet slechts in Nederland aan inkomstenbelasting is onderworpen.
Stel dat een niet-inwoner in dienst is bij een Nederlandse werkgever en deze dienstbetrekking gedeeltelijk buiten Nederland verricht. Kan deze persoon werknemer zijn voor de loonbelasting?
Art. 2 lid 5 Wet LB 1964
Deze persoon is geen werknemer voor de loonbelasting ten aanzien van die dienstbetrekking indien:
1. Inkomen feitelijk onderworpen is aan een belasting naar inkomen
2. Door een andere mogendheid.
Wanneer is het loon van een niet-inwoner in Nederland belast met inkomstenbelasting?
Art. 7.2 lid 2 onderdeel b Wet IB 2001
1. Belastbaar loon cf. Wet LB 1964
2. Arbeid verricht in Nederland
3. Causaal verband tussen betaalde vergoeding en arbeid
Inkomen van een niet-inwoner uit een dienstbetrekking kan belast zijn met Nederlandse inkomstenbelasting wanneer in Nederland arbeid is verricht. Hoe zit dit wanneer de arbeid gedeeltelijk in Nederland is verricht?
Art. 7.2 lid 7 Wet IB 2001
Een gedeeltelijk buiten Nederland vervulde dienstbetrekking wordt geacht volledig in Nederland vervuld te zijn, tenzij:
1. Voor zover loon feitelijk onderworpen is aan inkomstenbelasting in een andere mogendheid.
2. Indien dienstbetrekking nagenoeg geheel buiten Nederland wordt vervuld, het loon onderworpen is aan inkomstenbelasting van een andere mogendheid en het loon in feite niet slechts in Nederland aan inkomstenbelasting onderworpen is.
Stel een inwoner van Nederland werkt voor een Duitse werkgever in Duitsland. Hoe verschilt de belastingheffing van deze persoon met de belastingheffing van de niet-inwoner die voor een Nederlandse werkgever komt werken?
De inwoner wordt belast voor zijn wereldinkomen, de niet-inwoner enkel voor de inkomsten welke aan Nederland toe te rekenen zijn. Inwoners kunnen ook, in tegenstelling tot niet-inwoners, een beroep doen op het BVDB 2001. Dit dient als een vangnet voor het geval waarin het belastingverdrag een situatie niet oplost.
Het BVDB 2001 is van toepassing wanneer inkomen onderworpen is aan belasting in een andere mogendheid. Wat wordt hier bedoeld met het begrip ‘onderworpen’?
Het gaat hier om een feitelijke onderworpenheid, niet slechts om ‘liable to tax’.
In het OMV staat welk land mag heffen over de inkomsten uit dienstbetrekking. Wanneer is er volgens het verdrag sprake van een dienstbetrekking?
Als het begrip niet gedefinieerd is in het OMV/belastingverdrag, dan dient het begrip uitgelegd te worden naar het nationale recht van de verdragstoepassende lidstaat.
Hoe dient inkomen uit een dienstbetrekking belast te worden volgens het OMV?
Art. 15 lid 1 OMV
In beginsel is de woonstaat van de werkgever exclusief bevoegd om te heffen over het inkomen uit dienstbetrekking. Dit is niet het geval indien de dienstbetrekking uitgeoefend wordt in de andere verdragsstaat. In dat geval is de werkstaat exclusief bevoegd om te heffen.
Art. 15 lid 2 OMV
De werkstaat is niet bevoegd om te heffen indien er onvoldoende economische binding is met de werkstaat. Dit is het geval wanneer:
1. De genieter 183 dagen of minder in de werkstaat verblijft in een belastingjaar, en;
2. De betalende werkgever niet in de werkstaat gevestigd is of een vaste inrichting heeft.