Week 3 - Inwonerschap (I) Flashcards
Waarvoor is het begrip ‘inwonerschap’ van belang?
Het inwonerschap dient als een toegangspoort tot nationale belastingheffing, belastingverdragen en soms ook de EU verdragen.
Hoe wordt beoordeeld of een lichaam of een persoon aangemerkt kan worden als inwoner van Nederland volgens nationaal belastingrecht?
Art. 4 AWR
Of iemand inwoner is van Nederland dient beoordeeld te worden naar de omstandigheden van het geval.
Welke woonplaats- en vestigingsplaatsficties kennen we?
- Art. 4 lid 2 AWR. Schepen welke in Nederland hun thuishaven hebben.
- Art 4 lid 3 AWR. Vestigingsplaats m.b.t. fusies en splitsingen, moeders en dochters en de rente & royalty richtlijn.
- Art. 4 lid 4 AWR. Collectieve beleggingsinstellingen.
- Art. 4 lid 5 AWR. Alternatieve beleggingsinstellingen.
- Art. 2.2 lid 1 Wet IB 2001. Emigratie gevolgd door remigratie binnen een jaar tijd.
- Art. 2 lid 2 & 3 Wet IB 2001. Nederlandse diplomaten en mogelijk de partner en kinderen.
- Art. 2 lid 5 Wet Vpb 1969. Indien een lichaam is opgericht naar Nederlands recht, dan wordt deze geacht in Nederland te zijn gevestigd.
- Art. 2 lid 9 Wet Vpb 1969. Op de BES eilanden gevestigde inactieve lichamen.
- Art. 2 lid 3 en 12 Wet Vpb 1969. Omgekeerde hybride lichamen.
Welke feiten wordt naar gekeken bij de beoordeling van het inwonerschap bij natuurlijke personen?
Er wordt gekeken naar alle omstandigheden waaruit volgt dat een duurzame band van persoonlijke aard bestaat tussen de betrokkene en Nederland.
Hoeveel waarde komt er bij de beoordeling van het inwonerschap toe aan het feit dat de betrokkene een duurzame band heeft met een ander land?
Bij de beoordeling of er sprake is van inwonerschap in Nederland komt geen waarde toe aan het feit of een betrokkene een duurzame band heeft met een ander land. Het is namelijk niet noodzakelijk dat het middelpunt van de betrokkene zijn maatschappelijk leven zich in Nederland bevindt.
Welke feiten wordt naar gekeken bij de beoordeling van het inwonerschap bij lichamen?
Bij lichamen dient aan de hand van de feiten en omstandigheden beoordeeld te worden waar het formele bestuur van het lichaam zijn leidinggevende activiteiten uitoefent. Indien het bestuur een stroman is voor een ander, dan is het de plaats waar die ander de leiding uitoefent.
Hoe wordt beoordeeld waar het formele bestuur of, indien het formele bestuur een stroman is, de persoon die werkelijk de beslissingen neemt gevestigd is?
Hiervoor dient er gekeken te worden naar de plaats van de kernbeslissingen, eindverantwoordelijkheid en instructiebevoegdheid. Wie de dagelijkse leiding heeft bij de uitvoering is niet van belang.
Wat houdt het begrip ‘harlekijnmanagement’ in?
Er is sprake van harlekijnmanagement wanneer het bestuur van een lichaam niet op de hoogte is van de gang van zaken in het lichaam en alle beslissingen door een ander gemaakt wordt. Het bestuur dient in dat geval als een stroman.
Welke gevolgen heeft de kwalificatie als inwoner van Nederland bij een natuurlijk persoon?
Art. 2 lid 1 sub a Wet IB 2001
De natuurlijke persoon wordt aangemerkt als binnenlands belastingplichtige.
Art. 2.4 Wet IB 2001
De binnenlands belastingplichtige wordt op basis van zijn wereldinkomen belast.
Welke gevolgen heeft de kwalificatie als niet-inwoner van Nederland bij een natuurlijk persoon?
Art. 2.1 lid 1 sub b Wet IB 2001
Indien de natuurlijke persoon wel Nederlands inkomen geniet, wordt deze aangemerkt als buitenlands belastingplichtige.
Art. 2.4 Wet IB 2001
De buitenlandse belastingplichtigen zijn enkel belasting verschuldigd over hun Nederlandse inkomen.
Welke gevolgen heeft de kwalificatie als inwoner van Nederland bij een lichaam?
Art. 2.1 lid 1 Wet Vpb 1969
In Nederland gevestigde lichamen zijn binnenlands belastingplichtig.
Art. 7 lid 1 Wet Vpb 1969
Binnenlands belastingplichtige worden belast over hun wereldwinst.
Welke gevolgen heeft de kwalificatie als niet-inwoner van Nederland bij een lichaam?
Art. 3 lid 1 Wet Vpb 1969
Niet in Nederland gevestigde lichamen die Nederlands inkomen genieten zijn buitenlands belastingplichtig.
Hoofdstuk 3 Wet Vpb 1969
De buitenlands belastingplichtigen zijn belasting verschuldigd over het aan Nederland toe te rekenen belastbare bedrag.
Welke rol speelt ‘inwonerschap’ bij het OMV (en ook bij belastingverdragen)?
Art. 1 lid 1 OMV
Het OMV/belastingverdragen zijn van toepassing op personen die inwoner zijn van één of beide verdragstaten.
Wanneer is er voor de toepassing van het OMV/belastingverdragen sprake van inwonerschap?
Art. 4 lid 1 OMV
Iedere persoon die ingevolge de wetgeving van de desbetreffende verdragsstaat aldaar aan belasting in onderworpen (“liable to tax”) op grond van zijn woonplaats, verblijf, plaats van leiding of enige andere soortgelijke omstandigheid.
Tweede volzin
Dit geldt niet voor personen die beperkt belastingplichtig zijn.
Kunnen (deels) transparante lichamen aanspraak maken op het OMV/belastingverdragen?
Art. 1 lid 2 OMV
Voor de toepassing van het OMV wordt inkomen van een (deels) transparant lichaam volgens nationaal recht aangemerkt als inkomen van een inwoner een verdragsstaat voor zover het inkomen belast is bij een inwoner van die verdragsstaat.