Week 2 - Inleiding Europees belastingrecht Flashcards

1
Q

Wat is de essentie van het arrest HvJ Van Gend & Loos?

A

De EU vormt in het volkenrecht een nieuwe rechtsorde ten bate waarvan de staten, zij het op een beperkt terrein, hun soevereiniteit hebben begrensd en waarbinnen niet slechts deze lid-staten, maar ook hun onderdanen gerechtigd zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de essentie van het arrest HvJ Costa vs. ENEL?

A

In dit arrest heeft het Hof geoordeeld dat het EEG-Verdrag een eigen rechtsorde heeft. De onderdanen van een lidstaat kunnen hier dus een direct beroep op doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Is de EU bevoegd om wetten te maken op het gebied van directe belastingen?

A

HvJ Schumacker
Directe belastingen behoren niet tot de bevoegdheidssfeer van de EU. Echter, lidstaten zijn verplicht de bij hen overgebleven bevoegdheden in overeenstemming met het EU-recht uit te oefenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het grote doel van de EU?

A

Art. 26 VWEU
Het creëren van een grote interne markt. Dit is een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Op welke drie wijzen kunnen de verschillen in belastingstelsels tussen lidstaten de eerlijke mededinging binnen de interne markt verstoren?

A
  1. Verschillen in fiscale regelgeving van lidstaten (dispariteiten) & internationale dubbele belasting.
  2. Fiscale discriminatie van grensoverschrijdende situatie door één lidstaat.
  3. Selectieve fiscale bevoordeling door één lidstaat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welk stappenplan doorloop het HvJ wanneer zij moet oordelen of een land in strijd heeft gehandeld met de EU vrijheden?

A
  1. Is er toegang tot de EU-verdragsvrijheden?
  2. Is er sprake van discriminatie of een belemmering?
  3. Is er een rechtvaardigingsgrond?
  4. Is de maatregel geschikt om het doel te bereiken?
  5. Is de maatregel proportioneel en evenredig?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt beoordeeld of er toegang is tot de EU-verdragsvrijheden?

A

Je gaat kijken naar welke verdragsvrijheid van toepassing is op de casus. Vervolgens ga je dit artikel ontleden.
Vaak is er toegang indien er sprake is van een onderdaan van de lidstaten met een grensoverschrijdende activiteit binnen de EU. Dit kan gaan over natuurlijke personen of vennootschappen.
Let op: het vrije kapitaalverkeer geldt ook voor niet-inwoners.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer is er sprake van een discriminatie?

A

Hier is sprake van wanneer er een fiscaal onderscheid wordt gemaakt door één lidstaat in vergelijkbare gevallen zonder dat hier een objectieve rechtvaardigingsgrond voor bestaat. Er is ook sprake van discriminatie wanneer verschillende gevallen gelijk worden behandeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kan je het beste toetsen of er sprake is van discriminatie?

A

Door de grensoverschrijdende situatie te vergelijken met een volledig binnenlandse situatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke vormen van discriminatie kennen we?

A
  1. Directe discriminatie. Dit is onderscheid op basis van nationaliteit.
  2. Indirecte discriminatie. Dit is onderscheid op basis van een ander criterium dan nationaliteit, zoals woonplaats.
  3. De facto discriminatie. Het kan zijn dat de wetgeving zelf geen onderscheid maakt, maar dat de criteria in de wetgeving enkel van toepassing kunnen zijn op binnenlands belastingplichtigen.
  4. Omgekeerde discriminatie. Eigen onderdanen worden slechter behandeld dan EU-onderdanen. Dit is niet persé verboden.
  5. Horizontale discriminatie. Niet-inwoners van verschillende lidstaten worden verschillend behandeld. Dit kan wel of niet verboden zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

In welke situatie is horizontale discriminatie niet verboden?

A

HvJ D.-Zaak
Indien het onderscheid voortvloeit uit een belastingverdrag, dan is er geen sprake van een verboden discriminatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer is er sprake van een belemmering?

A

Hier is sprake van wanneer er een niet-discriminerende maatregel is die wel de uitoefening van één van de vrijheden bemoeilijkt of minder aantrekkelijk maakt zonder objectieve rechtvaardigingsgrond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe kan je toetsen of er sprake is van een belemmering?

A

Je kan de grensoverschrijdende situatie vergelijken met de volledig binnenlandse situatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe weet je of er sprake is van een objectieve rechtvaardigingsgrond?

A

Soms staat dit in het VWEU zelf, zoals in art. 45 lid 3 VWEU. Deze zijn echter bijna niet van toepassing bij belastingen. Hierom heb je meer aan de arresten van het HvJ.
De maatregel dient een legitieme doelstelling van algemeen belang die een inbreuk op de fundamentele VWEU-rechten rechtvaardigt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem enkele voorbeelden van wanneer er geen sprake is van een objectieve rechtvaardigingsgrond.

A
  1. De voorkoming van derving van belasting inkomsten.
  2. Ontbreken wederkerigheid. Omdat een onderdaan in een andere lidstaat niet deze behandeling krijgt, krijgt hij deze hier ook niet.
  3. Onvoldoende compenserende heffing. Omdat in de andere lidstaat niet voldoende geheven wordt, ga ik meer heffen.
  4. Voorkoming van administratieve moeilijkheden.
  5. Geen harmonisatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem enkele voorbeelden van wanneer er wel sprake is van een objectieve rechtvaardigingsgrond.

A
  1. Territorialiteitsbeginsel. Een andere behandeling is gerechtvaardigd wanneer een onderscheid gemaakt wordt tussen belasting op wereldinkomen en belasting op broninkomen.
  2. Behoud (fiscale) coherentie. Er moet een rechtstreeks verband zijn tussen de betrokken fiscale voordelen en compensatie van dit voordeel door bepaalde belastingheffing.
  3. Behoud van evenwichtige verdeling van heffingsbevoegdheid tussen lidstaten. Bijvoorbeeld verliezen in het buitenland mogen niet in Nederland verrekend worden.
  4. Voorkomen internationaal dubbele verliesverrekening, tenzij er sprake is van een definitief verlies.
  5. Noodzaak tot het bestrijden van belastingontwijking. Het moet gaan om kunstmatige constructies die geen verband houden met de economische werkelijkheid. Er moet hier sprake zijn van de toekenning van een belastingvoordeel wat in strijd is met het doel van de bepaling uit het VWEU en uit objectieve factoren moet blijken dat de verkrijging van het voordeel het wezenlijke doel van de betrokken handeling is.
  6. Behoud effectieve fiscale controle.
  7. Noodzaak tot waarborgen effectieve invordering.
17
Q

Hoe wordt getoetst of een maatregel proportioneel is?

A

Kijk of er een alternatieve maatregel is welke toegepast had kunnen worden welke minder zwaar is voor de belastingplichtige.

18
Q

Wat valt allemaal onder de vrijheid van kapitaalverkeer ex art. 63 VWEU?

A

Dit is een ruim begrip, denk aan portfoliobeleggingen, directe investeringen en vestiging.
Indien je doorslaggevende zeggenschap hebt, zit je in de vrijheid van vestiging.

19
Q

Wat is de essentie van het arrest HvJ Gilly?

A

Indien een belastingverrekening wordt toegepast, en er door een tariefsverschil een deel van de belasting niet verrekend wordt, is dit het gevolg van een dispariteit. Dit levert geen discriminatie op.

20
Q

Wat is het verschil tussen een dispariteit en een belemmering of discriminatie?

A

Een dispariteit wordt veroorzaakt door twee lidstaten, een discriminatie of belemmering door één lidstaat.

21
Q

Is het mogelijk om een beroep te doen op de EU-Verdragsvrijheden indien het een puur binnenlandse situatie betreft?

A

In beginsel wel. Hier is echter een uitzondering op. Deze is te vinden in HvJ Leur-Bloem. Hieruit volgt dat de vrijheden van toepassing zijn indien de nationale wetgever bij omzetting van de bepalingen van een richtlijn in nationaal recht besloten heeft om zuiver interne situaties op dezelfde wijze te behandelen als situaties die door de richtlijn worden geregeld.