Week 2 - Inleiding Europees belastingrecht Flashcards
Wat is de essentie van het arrest HvJ Van Gend & Loos?
De EU vormt in het volkenrecht een nieuwe rechtsorde ten bate waarvan de staten, zij het op een beperkt terrein, hun soevereiniteit hebben begrensd en waarbinnen niet slechts deze lid-staten, maar ook hun onderdanen gerechtigd zijn.
Wat is de essentie van het arrest HvJ Costa vs. ENEL?
In dit arrest heeft het Hof geoordeeld dat het EEG-Verdrag een eigen rechtsorde heeft. De onderdanen van een lidstaat kunnen hier dus een direct beroep op doen.
Is de EU bevoegd om wetten te maken op het gebied van directe belastingen?
HvJ Schumacker
Directe belastingen behoren niet tot de bevoegdheidssfeer van de EU. Echter, lidstaten zijn verplicht de bij hen overgebleven bevoegdheden in overeenstemming met het EU-recht uit te oefenen.
Wat is het grote doel van de EU?
Art. 26 VWEU
Het creëren van een grote interne markt. Dit is een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd.
Op welke drie wijzen kunnen de verschillen in belastingstelsels tussen lidstaten de eerlijke mededinging binnen de interne markt verstoren?
- Verschillen in fiscale regelgeving van lidstaten (dispariteiten) & internationale dubbele belasting.
- Fiscale discriminatie van grensoverschrijdende situatie door één lidstaat.
- Selectieve fiscale bevoordeling door één lidstaat.
Welk stappenplan doorloop het HvJ wanneer zij moet oordelen of een land in strijd heeft gehandeld met de EU vrijheden?
- Is er toegang tot de EU-verdragsvrijheden?
- Is er sprake van discriminatie of een belemmering?
- Is er een rechtvaardigingsgrond?
- Is de maatregel geschikt om het doel te bereiken?
- Is de maatregel proportioneel en evenredig?
Hoe wordt beoordeeld of er toegang is tot de EU-verdragsvrijheden?
Je gaat kijken naar welke verdragsvrijheid van toepassing is op de casus. Vervolgens ga je dit artikel ontleden.
Vaak is er toegang indien er sprake is van een onderdaan van de lidstaten met een grensoverschrijdende activiteit binnen de EU. Dit kan gaan over natuurlijke personen of vennootschappen.
Let op: het vrije kapitaalverkeer geldt ook voor niet-inwoners.
Wanneer is er sprake van een discriminatie?
Hier is sprake van wanneer er een fiscaal onderscheid wordt gemaakt door één lidstaat in vergelijkbare gevallen zonder dat hier een objectieve rechtvaardigingsgrond voor bestaat. Er is ook sprake van discriminatie wanneer verschillende gevallen gelijk worden behandeld.
Hoe kan je het beste toetsen of er sprake is van discriminatie?
Door de grensoverschrijdende situatie te vergelijken met een volledig binnenlandse situatie.
Welke vormen van discriminatie kennen we?
- Directe discriminatie. Dit is onderscheid op basis van nationaliteit.
- Indirecte discriminatie. Dit is onderscheid op basis van een ander criterium dan nationaliteit, zoals woonplaats.
- De facto discriminatie. Het kan zijn dat de wetgeving zelf geen onderscheid maakt, maar dat de criteria in de wetgeving enkel van toepassing kunnen zijn op binnenlands belastingplichtigen.
- Omgekeerde discriminatie. Eigen onderdanen worden slechter behandeld dan EU-onderdanen. Dit is niet persé verboden.
- Horizontale discriminatie. Niet-inwoners van verschillende lidstaten worden verschillend behandeld. Dit kan wel of niet verboden zijn.
In welke situatie is horizontale discriminatie niet verboden?
HvJ D.-Zaak
Indien het onderscheid voortvloeit uit een belastingverdrag, dan is er geen sprake van een verboden discriminatie.
Wanneer is er sprake van een belemmering?
Hier is sprake van wanneer er een niet-discriminerende maatregel is die wel de uitoefening van één van de vrijheden bemoeilijkt of minder aantrekkelijk maakt zonder objectieve rechtvaardigingsgrond.
Hoe kan je toetsen of er sprake is van een belemmering?
Je kan de grensoverschrijdende situatie vergelijken met de volledig binnenlandse situatie.
Hoe weet je of er sprake is van een objectieve rechtvaardigingsgrond?
Soms staat dit in het VWEU zelf, zoals in art. 45 lid 3 VWEU. Deze zijn echter bijna niet van toepassing bij belastingen. Hierom heb je meer aan de arresten van het HvJ.
De maatregel dient een legitieme doelstelling van algemeen belang die een inbreuk op de fundamentele VWEU-rechten rechtvaardigt.
Noem enkele voorbeelden van wanneer er geen sprake is van een objectieve rechtvaardigingsgrond.
- De voorkoming van derving van belasting inkomsten.
- Ontbreken wederkerigheid. Omdat een onderdaan in een andere lidstaat niet deze behandeling krijgt, krijgt hij deze hier ook niet.
- Onvoldoende compenserende heffing. Omdat in de andere lidstaat niet voldoende geheven wordt, ga ik meer heffen.
- Voorkoming van administratieve moeilijkheden.
- Geen harmonisatie.