Week 7 - Opsporing Flashcards
Doelen van het strafprocesrecht
Hoofddoel = de juiste toepassing van het materiële strafrecht
Nevendoelen =
- preventie
- voorkomen eigenrichting
- orde scheppen
- genoegdoening
Structuur van het strafprocesrecht
vooronderzoek ➞ vervolgingsbeslissing ➞ eindonderzoek
vooronderzoek= gematigd inquisitor (verdachte is de onderzoek)
eindonderzoek= gematigd accusatoir (verdachte is veel meer een drager van rechten)
Legaliteitsbeginsel van het strafprocesrecht
Art 1 Sv ➞ strafvorderingen heeft alleen plaats op de wijze de wet voorzien (wet in formele zin)
- Bloedproef II arrest: er wordt toegestaan dat de overheid opsporingsmiddelen heeft, maar er worden ook grenzen aan gestel d➞ meoten bevoegdheden voor zijn
IRT-affaire, commissie Van Traa
Politie was hier zijn gang gegaan met onderzoekswijze terwijl er nog geen straf was begaan. Politie heeft toen een groot onderzoek gedaan, wat eigenlijk niet kan.
Er bleek dat er een legaliteit (grondslag) moet zijn wanneer je opsporingsmiddel wilt gebruiken tegen een burger
Ook moet het kenbaar zijn waarom er opsporingsmiddelen worden ingezet en wat ze zijn: integriteit overheidsoptreden
Art 132a Sv - domeinen van opsporingsonderzoek
- Opsporingsactiveiten na redelijk vermoeden dat een strafbaar feit is begaan = klassiek domein
- lastig want je wilt het al van te voren stoppen en dit kan pas achteraf - Activiteiten na redelijk vermoeden dat in georganiseerd verband bepaalde strafbare feiten worden gepleegd
- je hoeft niet perse af te wachten, want ook bij redelijk vermoeden ➞ politieke heeft meer bevoegdheden gekregen - Activiteiten na aanwijzingen van een terroristisch misdrijf
- dit domein kwam na 9/11. Bij terrorisme moet je veel eerder kunnen optreden ➞ nier meer bij redelijk vermoeden maar bij aanwijzingen is het al voldoende
Voorbereidend onderzoek
Art 132 Sv
➞ ieder strafbaar feit dat aan de rechter word voorgelegd, gaat een voorbereidend onderzoek vooraf
・ je moet kijken naar hoe compleet (art 316 en 350 Sv) en hoe rechtmatig (art 359a Sv) het onderzoek is
Rechter-commissaris zal in grote zaken nog kijken als het hieraan voldoet (rechtmatig, compleet en voortvarend)
Opsporing
➞ art 132a Sv
= het onderzoek in verband met strafbare feiten onder gezag van de OvJ
Punten bij art 132a Sv (opsporing)
- Art 1 Sv is van toepassing
- Verslagleggingsplicht
- Alles onder gezag en leiding van OvJ
- Verantwoordelijkheid van de OvJ werkt door bij berechting - art 359a Sv
Doel opsporing
Het verzamelen van informatie, bewijsmateriaal en het identificeren van mogelijke verdachte
De verdachte
➞ art 27 Sv
Om over te gaan naar aanhouden, moet die persoon als verdachte gezien worden (art 54 Sv)
vereisten:
A. Voorafgaande feiten en omstandigheden
B. Redelijk vermoeden
C. Strafbaar feit
Redelijk vermoeden van schuld (bij verdachtenbegrip)
・ objectiveerbaar: je kijkt naar de informatie die je hebt, dus de feiten en omstandigheden. Pure intuïtie is niet voldoende
・ concretiseerbaar: het moet om een strafbaar feit gaan
・ individualiseerbaar: ‘degene de wiens aanzien’ ➞ het moet gekoppeld worden aan de persoon (waarschijnlijkheid)
Rechten die de verdachte toe komt
Art 29 Sv: niet tot antwoorden verplicht
- verklaringen onder fysieke of geestelijke dwang zijn verboden
- nemo tenetur beginsel
Art 6 EVRM: verdachte als onschuldige behandelen
- onschuldpresumtie
Opsporing vs controle
Controle is anders dan opsporing, want het is gericht op het handhaven van de wet en toezicht houden op het naleven van regels