Week 5 - Strafuitsluiting Flashcards

1
Q

rechtvaardigingsgronden

A

= zien op de wederrechtelijkheid

  • noodweer ➞ art 41 lid 1 Sr
  • overmacht noodtoestand ➞ art 40 Sr
  • bevoegd gegeven ambtelijk bevel ➞ art 43 lid 1 Sr
  • wettelijk voorschrift ➞ art 42 lid 1 Sr
  • ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid (OMW) ➞ ongeschreven rechtvaardigingsgrond (zie Veearts arrest), het is wel in lijn met het aard van de wet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

schulduitsluitingsgronden

A

= ziet op de verwijtbaarheid (je kon niet anders handelen)

  • noodweerexces ➞ art 41 lid 2 Sr
  • psychische overmacht ➞ art 40 Sr (druk van buiten)
  • onbevoegd gegeven ambtelijk bevel ➞ art 43 lid 2 Sr (te goeder trouw)
  • ontoerekenbaarheid ➞ art 39 Sr
  • Afwezigheid van alle schuld ➞ ongeschreven schulduitsluitingsgrond
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

‘Noodweer bij criminele afrekening’ arrest

A

➞ poging tot doodslag

essentie:
bij noodweer is vereist een ‘ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding’ ➞ onmiddellijk dreigend gevaar voor een aanranding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

noodweer

A

= art 41 lid 1 Sr

het is een zelfverdediging, maar niet daartoe beperkt. verdediging is toelaatbaar in dringende omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vereisten van noodweer (art 41 lid 1 Sr)

A
  1. sprake van een ogenblikkelijke aanranding ➞ deze is wederrechtelijk
  2. eens anders lijf, eenbaarheid of goed is het beschermd rechtsbelang
  3. subsidiariteit (geboden): niet zwaarder verdedigen dan noodzakelijk ➞ had je ook een andere weg kunnen gaan? (Meest ingrijpende methode)
  4. Proportionaliteit ➞ noodzakelijk (het moet in verhouding staan met de bedreiging)
  5. Garantenstellung (wanneer er een grotere verantwoordelijkheid rust op een persoon vanwege bijzondere omstandigheden)
  6. Culpa in causa? (een soort eigen schuld)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ambtelijk gegeven bevel

A

= art 43 lid 1 Sr

alleen als het bevel om een strafbaar feit te begaan gerechtvaardigd is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wettelijke voorschrift

A

= art 42 Sr

als er bijvoorbeeld een tegenstrijdige bepaling is

eisen:
1. moet een wettelijke plicht zijn
2. er moet evenredigheid bestaan tussen doel en middelen
3. duidt op een doel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

overmacht noodtoestand

A

= art 40 Sr
HR opticien arrest

= strijd tussen enerzijds de plicht om de wet te gehoorzamen en anderzijds de maatschappelijke verplichting

  • je mag verwachten dat iedereen in zo’n situatie zich zo zou gedragen / handelen
  • proportionaliteit ➞ evenwicht tussen doel en middel
  • subsidiariteit ➞ de leer van het lichtste middel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid (OMW)

A

= ongeschreven rechtvaardigingsgrond

zie Veearts arrest
- het moet wel in lijn zijn met de aard van de wet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

noodweerexces

A

= art 41 lid 2 Sr

er moet sprake zijn van een hevige gemoedsbeweging
➞ je hebt niet ideaal gehandeld (je bent bv te ver gegaan), maar het kan je niet verweten worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

psychische overmacht

A

= art 40 Sr

het kan je eigenlijk niet kwalijk worden genomen.
- als je in een situatie zit waar je onder druk word gezet en daardoor bedreigt ➞ moet sprake zijn van een druk van buiten waaraan je geen weerstand kunt bieden

handelen hoeft hier daarom ook niet strikt subsidiar te zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

onbevoegd gegeven ambtelijk bevel

A

= art 43 lid 2 Sr

  • als er geen bevoegd bevel is, maar je hebt hier wel goeder trouw op
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ontoerekenbaarheid

A

= art 39 Sr

als je zeggenschap over je handelen kwijt bent (iemand heeft geen invloed op zijn handelen, denk aan een geestelijke stoornis)
- kan alsnog willens en wetens, maar het kan diegene geen verwjit worden gemaakt

eisen:
1. er bestaat een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestelijke vermogen
2. er bestaat causaal verband tussen de toestand en de daad
3. de toestand staat toerekening van de daad in de weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Afwezigheid van alle schuld

A

= ongeschreven schulduitsluitingsgrond

De dader heeft in feite geen schuld aan de strafbare gedraging gehad

varianten:
- verontschuldigbare dwaling ten aanzien van de feiten ➞ HR melk en water
- verontschuldigbare onmacht ➞ HR blackout
- maximaal te vergen zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

proportionaliteit en subsidiariteit bij rechtvaardiging- en schulduitsluitingsgronden

A

je moet ze allebei gebruiken

bij rechtvaardigingsgronden zijn ze hier een stuk strenger want hier verander je echt de norm en mogen er dus hoge eisen aan gesteld worden.
➞ je hebt hier wilsvrijheid e

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly