Week 7 Hoorcollege 1 t/m 6 Flashcards
Wat zijn antimicrobiële middelen?
middelen tegen alle verschillende micro-organismen
Welke soorten antimicorbiële middelen zijn er?
- antibacteriële middelen (antibiotica): tegen bacteriën
- antivirale therapie: tegen virussen
- anti-mycotica: tegen schimmels
- anti-parasitaire middelen: tegen parasieten en sommige soorten bacteriën
Wat betekend het begrip ‘spectrum’?
Worden bepaald door de aangrijpingspunten voor de werking van antimicrobiële middelen.
- Smalspectrum
- Breedspectrum
Hoe wordt antibiotica ingedeeld o.b.v. het aangrijpingspunt?
- Celwandsynthese
- eiwitsynthese
- Nucleïnezuursynthese en structuur
- Foliumzuurmetabolisme
- Overige
Wat is een bacteriostatisch antibioticum?
Het doet de bacteriegroei remmen
wat is een bactericide antibioticum?
Dit antibioticum dood de bacteriën
Wat zijn de kenmerken van β-lactam antibiotica?
- grootste groep antibiotica in NL, 65% v.d. voorgeschreven antibiotica
- veilig en goedkoop, relatief weinig (ernstige) bijwerkingen, makkelijk te doseren
- grijpt aan op de celwandsynthese: blokkeren werking van transpeptidase, hierdoor inactivatie PBP door binding
- bevatten een β-lactamring en afhankelijk van zijgroepen in te delen in subgroepen
Welke subtypes van β-lactam antibiotica zijn er?
~ Penicilline: vaak overgevoeligheid en als bijwerking vaak gastro-intestinale klachten, matige orale resorptie (bij voorkeur i.v.);
> penicilline G (smalspectrum),
> Flucloxacilline (smalspectrum),
> Amoxicilline (relatief smalspectrum)
~ Cefalosporine:
> Cefazoline (1e generatie, vooral preoperatieve profylaxe),
> Cefuroxim (2e generatie),
> Ceftriaxon/Cefotaxime/ Ceftazidime (3e generatie en laatste ook werkzaam tegen Pseudomonas spp.)
~ Carbapenem: breedste spectrum, reserve antibioticum (meropenem, imipenem)
Hoe verloopt celwandsynthese?
Bacterie heeft een peptidoglycaanlaag die wordt geproduceerd door cytoplasma. Gevormde peptide ketens worden aan elkaar gezet door enzym TRANSPEPTIDASE/PENICILLINE BINDEND EIWIT –> haalt een stukje van de eiwitketen af waarna een nieuwe binding tussen de 2 peptides wordt gevormd
- β-lactam antibiotica zijn de meest bekende antibiotica soort die hierop aangrijpen, blokkeren de werking van transpeptidase –> hierdoor een te slappe celwand van de bacterie en uiteindelijk afsterving
Wat zijn de kenmerken van penicilline?
smalspectrum antibioticum
- Werkzaam tegen streptokokken (S. pneumoniae) en tegen zowel gramnegatieve als grampositieve anaeroben
- Flucloxacilline is eerste keus tegen S. aureus
- Amoxicilline tegen Haemophilus influenzae, streptokokken en enterococcus faecalis
Wat zijn de kenmerken van cefalosporines?
- Alleen werkzaam tegen aerobe gramnegatieve of grampositieve bacteriën
- toediening IV
- cefazoline (eerste generatie) tegen grampositieve micro-organismen
- Cefuroxim (tweede generatie) tegen grampositieve en gramnegatieve aeroben
- Ceftazidime/cefotaxim (derde generatie) tegen de gramnegatieve micro-organismen
Wat zijn de kenmerken van Carbapenems?
Breedspectrum antibiotica die alleen in het ziekenhuis IV worden toegediend bij hele ergnstige infecties en bij resistente micro-organismen
Wat zijn belangrijke resistentiemechanismen die pathogenen tegen β-lactam antibiotica kunnen ontwikkelen?
- Productie van β-lactamase: inactiverend enzym dat het antimicrobiële middel minder/geheel onwerkzaam maakt
- Vermindering van opname: blokkeren van porines in membraan waardoor middel niet wordt opgenomen in de cel
- Actieve efflux: t.g.v. een membraan transportsysteem wordt het antimicrobiële middel uit de cel gepompt
- Veranderen aangrijpingspunt: verandering van bacteriële eiwitten die het aangrijpingspunt zijn voor het geneesmiddel
> Gebeurd vooral bij gram-positieve bacteriën
Welke vormen van resistentiemechanismen zijn er?
kunnen zowel intrinsiek (natuurlijk) als verworven zijn
- het gebruik van antibiotica heeft hier erg veel invloed op, omdat het indirect zorgt voor natuurlijke selectie (veel foutjes in replicatie bij bacteriën normaal)
- resistentiegenen liggen vooral op plasmidaal DNA en kunnen dit van de ene naar de andere bacterie overgeven en dupliceren waardoor resistente bacteriën andere ook resistent kunnen maken
Wat zijn congenitale infecties?
infecties die plaatsvinden bij het kind in de uterus, waarbij de overdracht plaatsvindt via de placenta
- Wordt ook wel intra-uteriene infecties of prenatale infecties genoemd.
–> perinatale (tijdens geboorte) of neonatale infecties vinden hierna pas plaats (in eerste 4 levensweken)
Unieke groep vanwege:
- leeftijd van optreden
- bepaalde groep verwekkers die veel voorkomen
- klinische gevolgen
- diagnostische problemen
- preventie mogelijkheden (landelijke richtlijnen voor screening en preventie)
Wat zijn gevolgen van een congenitale infectie voor een baby?
groeiafwijkingen, laag geboortegewicht, congenitale malformatie, doodgeboorte
Wat zijn gevolgen van een perinatale infectie voor een baby?
meningitis, pneumonie, vroeggeboorte, sepsis
Wat zijn gevolgen van een postnatale infectie voor een baby?
meningitis, sepsis, conjunctivitis, pneumonitis
Wat is de epidemiologie van congentiale infecties uitgesplitst in virussen en bacteriën/parasieten?
Virussen:
- CMV/cytomegalovirus (2,5:1000)
- Parvovirus B19 (0,4:1000)
- Varicella (0,02-0,7:1000)
- Rubella, Herpes Simplex, HIV (<0,01:1000)
Bacteriën/parasieten:
- Toxoplasma gondii (zeldzaam)
- Lues/syfilis (<0,01:1000, 5 per jaar)
Waarop en wanneer wordt gescreend tijdens de zwangerschapsscreening?
12 weken screening: alle vrouwen
- HIV
- HBsAg (HepB)
- Syfilis (Lues)
TORCHES screening: bij een afwijkingen in de groei van het kind
- Toxoplasma gondii
- HIV
- Mazelen (Parvovirus B19)
- Rubella
- CMV
- Herpes simplex
- Syfilis
Wat zijn de kenmerken van congenitale rubella:
- soort virus
- incidentie ?
soort virus:
enkelstrengs positief RNA-virus met envelop, mens is de enige gastheer en heeft 1 serotype, bestaand vaccin er tegen
incidentie:
zelden, vooral ongevaccineerde jonge vrouwen zijn at risk, met name als importziekte of epidemie
- Verspreiding is aerogeen
- vaccinatie voorkomt het congenitaloe rubella syndroom
Wat zijn de kenmerken van congenitale rubella:
- klachten moeder
- gevolgen kind
- stadium zwangerschap ?
klachten moeder:
50% is subklinisch, anders prodromale symptomen (malaise, lichte verhoging, lymfadenopathie, keelpijn, hoesten, conjunctivitis), hierna huiduitslag beginnend in het gezicht en uitbreiding naar romp/armen en complicaties als artralgie/artritis van vingers/polsen/knieën
gevolgen kind:
- prenataal; intra-uterine groeiachterstand en spontane abortus,
- neonataal; CRS (huiduitslag, trombocytopenie, hepatitis, hepatosplenomegalie, meningo-encefalitis, bot-, oog- of cardiovasculaire afwijkingen)
Vroege kinderleeftijd en later:
- trias van cataract (oogafwijkingen), doofheid en hartafwijkingen (+ ontwikkelingsstoornissen, DM, etc.)
stadium van zwangerschap:
infectie tijdens 0-12 weken zwanger; 100% risico op infectie, 20% spontane abortus, 13-16 weken; doofheid en retinopathie 15%, >16 weken: normale ontwikkeling, klein risico doofheid en retinopathie
Wat zijn de kenmerken van congenitale rubella:
- diagnostiek
- behandeling/preventie ?
diagnostiek:
bij de moeder IgM en IgG voor rubella (samen met eerder/later serum) en een keeluitstrijkje/PCR, intra-uterien een vruchtwaterpunctie bij <20 weken of postnataal een IgM bepaling en urine- en keeluitstrijkje en/of PCR
behandeling/preventie:
geen behandeling beschikbaar, bij bewezen vroege-infectie kan zwangerschapsafbreking plaatsvinden, vaccineren is het belangrijkste
Hoe is het beloop van een congenitale infectie en dan met name de ontwikkeling van de infectie in het kind?
Bij een infectie van een zwangere vrouw zijn er meerdere mogelijkheden:
- therapeutische abortus: ouders kiezen hiervoor
- geen overdracht van het virus: kind wordt niet geïnfecteerd
- overdracht van het virus: kind wordt geïnfecteerd via de placenta, kan leiden tot een kind met congenitale afwijkingen tot geen afwijkingen