Week 6 Zelfstudie Opdrachten en VO's Flashcards

1
Q

wat is een Hordeolum?

A

Een pijnlijk abces van een haarfollikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een Chalazion?

A

wordt veroorzaakt door een verstopping van de afvoer van de kliertjes van Meiboom
- veelvoorkomend en pijnloos
- leidt vaak tot een granuloom in de tarsale plaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is een blefaritis?

A

ontsteking van de ooglidrand en gaat gepaard met kosrtvorming
- therapeutisch beleid –> Ooglid behandelen met warme kompressen, schoonmaken en schoonhouden met verdunde baby-shampoo
Eventueel behandeling met antibiotica oogdruppels –> fusidinezuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is preseptale cellulitis?

A

een diffuse, rode zwelling van de oogleden en veelal pijnlijk bij aanraking
- Gezichtsscherpte en oogbewegingen zijn niet aangedaan en er is geen sprake van proptosis.
- Behandeling: systemische antibiotica en warme kompressen (niet spoedeisend)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is cellulitis obita?

A
  • Symptomen: Roodheid, zwelling, Oogmotiliteit beperkt en pijnlijk, Proptosis, Opticus compressie, verminderde visus, Afferent pupildefect, Papiloedeem
  • Verwijzing naar zowel oogarts als KNO arts wegens eventuele orbitale decompressie.
  • Aanvullend onderzoek: Kweek, conjunctiva, nasopharynx, Bloed, CT-scan orbita en sinussen
  • Therapie: Breedspectrum antibiotica via iv, Ontlasten van het abces
  • Mogelijke complicaties: sinus cavernosus, trombose en meningitis.
  • Is potentieel visus bedreigend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een Conjuctivitis?

A
  • Hoofdoorzaken:
    Allergie –>roodheid, jeuk, zwelling en tranenvloed
    Bacteriële –> Haemophilus, pseudomonas, stafylokokken en streptokokken
    Virale oorzaken –> waterige afscheiding
    Chemisch
    Droge ogen
  • In de aanwezigheid van een milde purulente afscheiding met een heldere cornea kan de huisarts starten met behandeling:
    Povidon Jodium 0.3%, Antibiotica druppels (oa. Fusidinezuur), Warme kompressen, Oogleden goed schoonmaken
  • De aanwezigheid van overvloedig purulente afscheiding doet denken aan een pseudomonas of gonococcen infectie. Bij verdenking hierop moet worden doorverwezen naar de oogarts.
  • Therapie allergische conjunctivitis bestaat uit anti-histaminica.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is een subconjuctivale bloeding?

A
  • Kan ontstaan na hoesten of persen, waarna roodheid zonder pijn en geen afwijkende visus ontstaat.
  • Roodheid verdwijnt binnen 2 tot 3 weken.
  • Treden vaker op bij patiënten met hypertensie of gebruikers van bloedverdunnende middelen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een bateriële keratitis?

A
  • Presenteert zich met roodheid, pijn, purulente afscheiding, troebeling van de cornea en verminderde visus
  • Therapie: Antibioticum oogdruppels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is een herpes keratitis?

A
  • Therapie: lokale antivirale middelen, zoals aciclovir, genezing is gebruikelijk binnen 2 weken.
  • Meest voorkomende oorzaak van beschadiging van de cornea. (Vaak type I)
  • Presenteert zich primair als een conjunctivitis met rode waterige ogen, kleine vesikeltjes op de oogleden en vergrote lymfeklieren pre-auriculair.
  • Re-activatie van het virus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waarom moet het voorschrijven van locale steroïden bij Herpes Simplex keratitis worden afgeraden?

A

In verband met potentiële bijwerkingen zoals:
 Verhoogd risico op herpes infectie
 Met cornea-aantasting als gevolg
 Verhoging intra oculaire druk
 En ontstaan van glaucoom
 Cataract
 Keratitis op basis van schimmels en gisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is een iritis?

A
  • Veroorzaakt door een systemische aandoening of trauma
  • Symptomen: Roodheid rond de gehele cornea, pijn, fotofobie, visusdaling, miosis, intraoculaire druk daling.
  • Snelle herkenning en spoedverwijzing zijn van essentieel belang.
  • Onbehandeld kan een gluacoom en cataract ontstaan.
  • Potentieel visusbedreigend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is een Hyphaema?

A
  • Kan ontstaan door een bloeding van de voorste oogkamer door bijvoorbeeld een stomp oogtrauma
  • Wordt veroorzaakt door het scheuren van bloedvaten aan de irisbasis of door afscheuren van de irisbasis.
  • Klachten: Rood oog, Visus daling, Pijn
  • Beleid: verwijzen naar de oogarts
  • potentieel visusbedreigend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is een acuut glaucoom?

A
  • Het gevolg van een plotse stijging van de intra oculaire druk als gevolg van een outflow belemmering van het kamerwater in de voorste oogkamer.
  • Symptomen: Middelwijde lichtstijve pupil, Hevige oculaire pijn, Hoofdpijn, Wazig zien met halo’s, Misselijkheid en braken, Fotofobie
  • Oog is gewoonlijk rood, een mid-wijde lichtstijve en ovale pupil, wazige cornea en een sterk verhoogde oogdruk.
  • Vaak eenzijdig gelokaliseerd
  • Met spoed verwijzen
  • Beeld lijkt zeer sterk op een uveitis anterior
  • Potentieel visusbedreigend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is een episcleritis?

A
  • Ontsteking van de oppervlakkige laag van de sclera
  • Symptomen : milde klachten van gelokaliseerde roodheid en pijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is een scleritis?

A
  • Actieve ontsteking: ernstige progressie geeft necrose en perforatie van de sclera (necrotiserende scleritis)
  • Vaak geassocieerd met systemische aandoeningen van het vaatcollageenstelsel
  • Symptomen: hyperanaemie en intense pijn van het oog
  • Potentieel visusbedreigend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn kenmerken van een nefrotisch syndroom?

A
  • Proteïnurie > 3.5 gram
  • Oedeem
  • Subepitheliale deposities
17
Q

wat zijn kenmerken van een Nefritisch syndroom?

A
  • Hematurie
  • Hypertensie
  • Mesangiale en subendotheliale deposities
18
Q

wat zijn de meest voorkomende oorzaken voor een nefrotisch en nefritisch syndroom?

A

Kinderen
- Nefrotisch: MCD (minimal change disease)
- Nefritisch: post-infectieus

Volwassenen:
- Nefrotisch: membraneuze glomerulonefritis
- Nefritisch: IgA-nefropathie

19
Q

wat zijn veelvoorkomende niercomplicaties van SLE?

A
  • mesangiale glomerulonefritis
  • Focale (segmentale) proliferatieve glomerulonefritis
  • Diffuse proliferatieve glomerulonefritis
  • Membraneuze glomerulonefritis
20
Q

Wat is een crescentische glomerulonefritis?

A

acuut nefritisch syndroom, waarbij een toename wordt gezien van epitheliale cellen van de partiële bekleding van de ruimte van Bowman. ook kunnen extra monocyten worden gezien

21
Q

Wat zijn de voornaamste barrière’s voor eiwitten in de nier?

A

het glomerulaire basaalmembraan (GBM) en de filtratie slits

22
Q

welke complementfactoren zijn betrokken bij de permeabiliteit van de glomerulaire coppilairen?

23
Q

wat houdt chronische glomerulitis in?

A
  • Zowel de glomeruli als de tubuli (vacuolisatie) veranderen, omdat er verlittekening van de glomeruli optreedt waardoor er onvoldoende bloed naar de tubuli stroomt
  • gaat gepaard met hypertensie, proteinurie en hematurie
  • end stage kidneys en patiënten moeten aan de dialyse
24
Q

wat zijn kenmerken van een auto-immuunziekte?

A
  1. Lijkt op een chronische ontsteking zonder bekende oorzaak
  2. Komt vaker voor bij vrouwen
  3. Associaties met bezit van bepaalde HLA-antigenen en/of met andere auto-immuunziekten
25
wat is de primaire diagnostische test van een auto-immuunziekte?
immunofluorescentie
26
wat zijn reumafactoren?
IgM of IgA-antistoffen gericht tegen het Fc gedeelte van IgG.
27
Welke factoren beïnvloeden de ontwikkeling van een auto-immuunziekte?
- Het endocriene systeem - Genetische predispositie - Omgevingsfactoren
28
wat kan mbv ELISA worden aangetoond?
auto-antistoffen tegen een antigeen
29
wat kan mbv Immunofluorescentie worden aangetoond?
antinucleaire antistoffen
30
wat houdt een titerwaarde in?
de laagste concentratie die ondubbelzinnig een positieve reactie kan verorzaken
31
wanneer is de titer positief of negatief?
agglutinatie: het door antistoffen met elkaar verbinden van cellen, bacteriën of grotere deeltjes --> Positief uitzakking --> Negatief