Week 6 - Schadevergoeding en letselschade Flashcards
De doelstellingen van het aansprakelijkheidsrecht zijn compensatie, genoegdoening, preventie en kostenverdeling. Koppel iedere doelstelling aan een remedie.
- Compensatie - schadevergoeding
- Genoegdoening - verklaring voor recht
- Preventie - Rechterlijk verbod
- Kostenverdeling - schadevergoeding
Noem vier beginselen welke ten grondslag liggen aan het schadevergoedingsrecht?
- Schadevoorkomingsplicht. De rechtsgrond hiervoor is gelegen in de redelijkheid en billijkheid (art. 6:2 BW)
- Schadebeperkingsplicht. Er rust een verplichting op de benadeelde om de schade binnen de perken te houden
- Herstellen is beter dan betalen. De functie herstellen gaat dan ook boven compensatie.
- Volledige vergoeding (restutio ad integrum. Het onrecht wat is aangedaan dient volledig hersteld te worden.
Wat is de definitie van het begrip ‘schade’?
Vermindering van een object en/of nadeel als gevolg van een fout.
Welke drie vormen van schade worden over het algemeen onderscheiden? Leg ook uit wat iedere schadevorm inhoudt.
- Personenschade. Letselschade en overlijdensschade.
- Zaakschade. Schade door beschadiging of vernietiging van een zaak.
- Zuivere vermogensschade. Dit is een restcategorie.
Wat zijn bereddingskosten?
De gemaakte kosten om verdere schade te voorkomen of beperken tijdens of na een schadegebeurtenis
Wat zijn buitengerechtelijke incassokosten?
Dit zijn de kosten die gemaakt worden om de schade vergoed te krijgen buiten rechte, zoals voor de ingebrekestelling. Let op dat dit niet de proceskosten zijn.
Wat is verplaatste schade?
Dit zijn kosten die normaal gesproken voor rekening van de benadeelde komen, maar om de een of andere reden voor rekening van de derde zijn gekomen.
Wat is smartengeld?
Smartengeld is de vergoeding voor immateriële schade (ideële schade) die een gelaedeerde heeft ondervonden na een onrechtmatige daad.
In enkele gevallen kan er een inbreuk gemaakt worden op het beginsel van volledige vergoeding. Hoe dient de omvang van de schade berekend te worden wanneer vanwege een omstandigheid niet de volledige schade vergoed dient te worden?
Wanneer vanwege een omstandigheid niet de volledige schade vergoed dient te worden, wordt de omvang van de vergoeding berekend naar redelijkheid.
Wat zijn de gevolgen wanneer de laedens winst heeft genoten als gevolg van zijn onrechtmatige gedraging?
Art. 6:104 BW
De rechter mag de schade begroten op het bedrag van de winst of een gedeelte hiervan.
Wat is het uitgangspunt voor de begroting van de schade? Wat dient er te gebeuren als dit niet mogelijk is?
Art. 6:97 BW
Indien mogelijk, dient de schade concreet begroot te worden. Wanneer dit niet mogelijk is, dient de schade abstract begroot te worden.
Hoe dient de schade begroot te worden wanneer er sprake is van toekomstige schade?
Art. 6:105 BW
De rechter kan de begroting geheel of gedeeltelijk uitstellen. Hij kan er ook voor kiezen om de schadevergoeding bij voorbaat te doen.
Noem twee wijzen waarop schade begroot kan worden wanneer hele jonge kinderen schade hebben ondervonden.
Amsterdamse benadering: een broer van het kind wordt als referentiepunt genomen om te begroten hoeveel schade er kon worden toegerekend.
Zwolse benadering: laedens moet een bepaald bedrag in een fonds doen. Dit fonds wordt open gehouden om tegemoet te komen aan de behoeften die er bestaan wanneer het kind opgroeit.
Wat houdt de herstelgerichte benadering in?
Bij de begroting van de schade wordt niet de vraag gesteld “Wat als de gebeurtenis niet gebeurd was?” maar de vraag “Wat kunnen we nog doen om deze persoon een waardig leven te laten leiden”?
Wat is affectieschade?
Dit is immateriële schade die andere dan het directe slachtoffer van een aansprakelijkheidsvestigende gedraging leiden.
Hoe kon de immateriële schade die andere dan het directe slachtoffer van een aansprakelijkheidsvestigende gedraging leidden onder oud recht gecompenseerd worden?
Dit was zeer lastig onder art. 6:107 en art. 6:108 BW. Wel werd de deur opengezet door de introducering van schokschade. Er werd een onrechtmatige daad begaan tegen de geschokte. Deze kreeg dus een zelfstandig vorderingsrecht.