Week 6 Flashcards

1
Q

Wat is een conflict?

A

= Een situatie waarin iedere afzonderlijke partij een voordeel voor zichzelf probeert te behalen ten koste van het belang van de andere partij’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat komt er kijken bij het analyseren van een conflict?

A
  • Oorzaken volgens partijen
  • Perspectief partijen (van probleem en elkaar)
  • Mate van escalatie
  • Gewenste situatie
  • Hoe en wie oplossen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de verschillende manieren om conflicten op te lossen?

A
  1. Vermijden = probleem uit de weg gaan
  2. Aanpassen = toegeven aan belangen ander
  3. Compromis = tussenoplossing
  4. Probleem oplossen = creëren win-winsituatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer ben je een goede onderhandelaar?

A
  • Scheid mens van probleem
  • Belangen op rijtje zetten
  • Wederzijdse oplossingen zoeken
  • Onderbouw oplossingen met objectieve criteria
  • Noteer voor- en nadelen van iedere oplossing
  • Evenwicht behouden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke communicatievaardigheden zijn van belang bij het oplossen van conflicten?

A
  1. Niet tegenspreken
  2. Actief luisteren
  3. Samenvatten
  4. Wees assertief
  5. Scheiden van hoofd- en bijzaken
  6. Tot afspraken komen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een conflicthanteringsgesprek?

A

= Een onderhandeling met als doel om twee ruziënde partijen weer bij elkaar te brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uit welke onderdelen bestaat een conflicthanteringsgesprek?

A
  1. Inleiding (Benoemen doel)
  2. Reacties beide partijen
  3. Oorzaken benoemen
  4. Oplossingen bedenken en kiezen
  5. Afsluiting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een tweekolommengesprek?

A

= Een gesprek waarbij de voor- en tegenargumenten worden bedacht vanuit 1 referentiekader.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe voorkom je conflicten?

A
  • Afspraken/regels opstellen

- Constant feedback geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is feedback?

A

= Een boodschap verzenden over het gedrag of de prestaties van een ander.

  • Bijsturing
  • Verbaal en non-verbaal
  • Positief en negatief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly