week 5, HC.1 - Toepassing van beeldvormende technieken bij diagnose en stadiumbepaling Flashcards
1
Q
wat is sensitivitiet en wat is specitiviteit
A
sensitiviteit –>. aantal test positief van alle echt zieken
specificiteit –> aanatl test negatief bij alle niet zieken
2
Q
waar staat TNM voor
A
T –> evaluatie uitgebriedheid primaire tumor
N –> pathologische lymfeklieren (notes)
M –> metastasen
3
Q
wat is RECIST
A
Response Evaluation Criteria In Solit Tumors
4
Q
wat is NADIR
A
het punt waarom de patiënt het beste heeft gereageerd.
5
Q
wat is complete respons en partial respons
A
CR –> verdwijnen alle taret laesies, pathalogische klieren < 10 mm
PR –> minstens 30 % afname som diameters target laesies