Week 4 hoorcolleges Flashcards

1
Q

Hoe keek Durkheim naar de samenleving?

A

De samenleving is een eigen entiteit, er zijn sociale feiten die apart zijn van psychologische of fysische feiten. Die feiten vormen personen. De samenleving werkt als een lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat stelt het structureel-functionalisme?

A

De samenleving werkt als een lichaam. Sociale instituties werken samen om stabiliteit en groei te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de notie van solidariteit?

A

Solidariteit is fundamenteel voor een gezonde samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe zorgt specialisering voor meer solidariteit?

A

Mensen zijn wederzijds afhankelijk van elkaar, en zijn daardoor meer solidair tegenover elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe hangen zelfmoord en solidariteit samen?

A

Een bovengemiddeld level van zelfmoord is een symptoom van solidariteit en anomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is kritiek op de visie van Durkheim?

A

Hij denkt dat er maar 1 samenleving is, en houdt geen rekening met multiculturaliteit of dat je van meerdere groepen lid kunt zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar gaat sociale wetenschap van uit?

A

Sociale techniek, als ik A doe dan gebeurt er B. Sociale planning en controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe zijn opleiding en levensverwachting met elkaar gecorreleerd?

A

Hoe hoger opgeleid, hoe langer je gemiddeld leeft. Groot verschil in gezonde levensjaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is merit?

A

IQ+effort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de mythe van de meritocratie?

A

Dat mensen geloven dat als je maar goed genoeg je best doet, dat je dan alles kunt bereiken wat je wilt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom bestaan gelijke kansen niet in onze samenleving?

A

Klasse wordt behouden dmv educatie, rijke mensen kunnen beter onderwijs en hulp veroorloven. Het schoolsysteem biedt minder aandacht aan talent van lagere klasse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat stelt de Social Power Theory?

A

Dat we leven in een systeem van culturele reproductie van klasses

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is symbolic violence?

A

Alleen de normen van de elite worden gezien als cultureel kapitaal en geaccepteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe legitimeert meritocratie ongelijkheid?

A

De samenleving ontkent het idee van symbolisch geweld en noemt educatie een gelijk speelveld, terwijl dat niet zo is. Hierdoor legt de lagere klasse zich ook sneller neer bij hun sociale positie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe verschillen ouderschapsstijlen per klasse?

A

De middenklasse/hogere klasse focussen op skill development, zijn actievere ouders, je leert voor jezelf opkomen. Concerted Cultuvation. Entitlement
De arbeidersklasse focust op ongestructureerd spelen, autoriteit, onafhankelijkheid en het accepteren van je omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is sociale mobiliteit?

A

Het omhoog of omlaag gaan in sociale klasse, kan inter- of intragenerationeel zijn