H8 Flashcards

1
Q

Wat is intergenerationele mobiliteit?

A

Wanneer kinderen een andere sociale positie kunnen aannemen dan hun ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is meritocratie?

A

Wanneer je sociale positie bepaald wordt door capaciteiten en inspanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is statusconsistentie?

A

De mate waarin de sociale positie van iemand gelijk blijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is structurele sociale mobiliteit?

A

Wanneer sociale posities van mensen veranderen door maatschappelijke veranderingen i.p.v. individuele inspanningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een ideologie?

A

Een culturele overtuiging die sociale regelingen rechtvaardigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe keek Marx naar kapitalisme?

A

Marx stelde dat de cultuur en instituties van kapitalistische samenlevingen de elite steunen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zorgt voor verandering van ideologie in een samenleving?

A

Economische en technologische veranderingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat stelt de Davis-Moorethese?

A

Dat sociale stratificatie een gunstige invloed heeft op het functioneren van een samenleving. Omdat het belonen van belangrijkere werkzaamheden mensen stimuleert om dit werk te doen en goede inzet te tonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is kritiek op de Davis-Moorethese?

A

Het is moeilijk te bepalen hoe waardevol een bepaald beroep is
Sociale stratificatie kan ervoor zorgen dat mensen hun talenten niet kunnen ontwikkelen
We denken dat goed betaald werk meer waarde heeft dan dat het eigenlijk heeft, en het wordt moeilijker om non-monetaire waarde te zien
De these geeft geen aandacht aan dat ongelijkheid conflict kan veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is vervreemding volgens Marx?

A

Een gevoel van isolement en ellende dat voortkomt uit machteloosheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom voorspelde Marx een revolutie?

A

Kapitalisten en proletariërs hebben tegengestelde belangen, en een conflict is hierdoor onvermijdelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom is er nog geen revolutie gekomen?

A

Er zijn meer mensen die belang hebben bij kapitalisme
We hebben een hogere levensstandaard
Er zijn werknemersorganisaties die zorgen voor betere werkomstandigheden
Er is meer juridische bescherming voor arbeiders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke 3 dimensies van ongelijkheid bedacht Weber?

A

Klassenpositie, status en macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe keek Marx naar de dimensies van ongelijkheid van Weber?

A

Hij zag macht en status als een reflectie van klassenpositie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is bovenmatige consumptie?

A

De neiging om bij het kopen/gebruiken van producten rekening te houden met wat deze producten zeggen over sociale posities

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is kritiek op het analyseren van sociale stratificatie op microniveau?

A

Het zegt niks over het hoe en waarom

17
Q

Wat stelt de Kuznetcurve?

A

Dat technologische vooruitgang gepaard gaat met meer uitgesproken sociale stratificatie

18
Q

Wat is vermogen?

A

De totale waarde van geld en andere bezittingen, zonder schulden

19
Q

Waarom is je afkomst belangrijk voor je sociale positie?

A

Winst op geërfd kapitaal is belangrijker dan economische groei, en zorgt voor een toenemende ongelijkheid

20
Q

Wat was de stelling van Margaret Mead?

A

De definities van wat mannelijk en vrouwelijk is, zouden overal hetzelfde moeten zijn als we er vanuit gaan dat gender gebaseerd is op biologische verschillen

21
Q

Wat was de conclusie van Margaret Mead?

A

Cultuur vormt de sleutel tot genderverschillen, niet elke cultuur heeft dezelfde definitie van mannelijkheid en vrouwelijkheid

22
Q

Wat is kritiek op het onderzoek van Margaret Mead?

A

In simpele pre-industriële samenlevingen lijkt er wel een verdeling te zijn op basis van fysieke eigenschappen

23
Q

Wat stelt Weber over sociale stratificatie?

A

Stratificatie heeft invloed op onze levenskansen, en beïnvloedt ons leven in vrijwel elk opzicht

24
Q

Wat is de relatie tussen politiek en klasse?

A

Welgestelde mensen zijn economisch gezien conservatief, maar cultureel gezien progressief. Voor achtergestelde mensen is dit vaak andersom

25
Q

Wat is de feminisering van de armoede?

A

De trend dat vrouwen steeds groter deel van de armen uitmaken

26
Q
A