Hoorcollege 2 Flashcards

1
Q

Wat is de belangrijkste overtuiging van Karl Marx?

A

Dat sociale verandering komt door conflicten die ontstaan uit ongelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat deed het Communistisch Manifest?

A

Mensen oproepen om zich te verenigen, beseffen dat ze worden uitgebuit en dat ze daar iets aan moeten doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uit welke 2 elementen bestaat de samenleving volgens Marx?

A

Onderbouw (economisch systeem)
Bovenbouw (politiek, wetenschap, etc.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat stelt het klassiek historisch materialisme?

A

Kapitalisme draait om lage lonen en winst, terwijl die winst juist naar de arbeider hoort te gaan. Door competitie en de dreiging van vervanging door machines blijven lonen laag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat stelt de socialistische revolutie hypothese?

A

Ongelijkheid zorgt voor verzet, wat zorgt voor minder ongelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn kritiekpunten op de socialistische revolutie hypothese?

A
  1. Na verzet is er vaak eerst meer ongelijkheid
  2. Marx had niet gedacht dat middenklasse kan ontstaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is vervreemding volgens Marx?

A

Een proces waarbij mensen zich niet meer zichzelf voelen, omdat ze het idee hebben geen invloed te kunnen uitoefenen op de ontwikkelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is warenfetisjisme?

A

Vervreemding van de waarde van de producten die je koopt. Je denkt niet meer na over wie/wat er achter zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is reïficatie/verdingelijking?

A

Als je niet inziet dat een product komt uit menselijke interactie, zoals “vraag en aanbod”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn voorwaarden voor emancipatie?

A

Mensen moeten zich beseffen dat ze onderdrukt worden, en dat ze niet alleen zijn. Verandering moet vanuit de onderdrukte groep zelf komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is klasse an sich?

A

Wanneer je de status quo niet in twijfel trekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is klasse für sich?

A

Wanneer je je bewust wordt van je positie in de maatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is klassenbewustzijn?

A

Het besef dat je in een bepaalde klasse zit, en eventueel onderdrukt wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom duurt het lang voordat mensen zich beseffen dat ze onderdrukt worden?

A
  1. “Wil van God”
  2. Weinig middelen om zelf ideeën te vormen
  3. Onderdrukking zelf
  4. Geschiedenis en kennis over de wereld komen uit het perspectief van de elite, het lijkt dus normaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat bepaalt volgens Marx de waarde van een product?

A

De hoeveelheid arbeid die erachter zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het verschil tussen absolute en relatieve armoede?

A

Absolute armoede is wanneer je niet genoeg hebt om te overleven, relatieve armoede is wanneer je minder hebt dan de meerderheid vanzelfsprekend vindt

17
Q

Wat is mobiliteit?

A

Hoe hoog je kunt stijgen op de sociale ladder