Hoofdstuk 15, 17 & 18 Flashcards

1
Q

Wat is endogamie?

A

Een huwelijk tussen twee mensen die tot dezelfde sociale categorie behoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is patrilocaliteit?

A

Dat koppels vaak gaan wonen in de buurt van de ouders van de man

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de functies van het gezin?

A
  1. Socialisering
  2. Het reguleren van seksuele activiteiten
  3. Sociale positionering
  4. Materiële en emotionele zekerheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kijkt het symbolisch interactionisme naar het gezin?

A

Het gezin biedt de mogelijkheid om intimiteit te beleven, activiteiten te ondernemen en om emotionele banden te ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is bevolkingsgroei nul?

A

Het reproductienuveau dat de bevolking op een constant niveau houdt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het bruto geboortecijfer?

A

Levendgeborenen per 1000 inwoners per jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke 3 manieren kun je gebruiken om naar de mortaliteit te meten in een land?

A
  1. Kijken naar het aantal sterfgevallen in een bepaalde periode
  2. Kijken naar het aantal sterfgevallen per 1000 inwoners
  3. Kijken naar het zuigelingensterftecijfer, dood in 1e jaar per 1000 levendgeborenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat meet het sekseverschilhouding?

A

Het aantal mannen per 100 vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat stelde Malthus over bevolkingsgroei?

A

De bevolkingstoename gaat zorgen voor sociale chaos. De bevolking zou namelijk exponentioneel gaan groeien, en voedselproductie alleen lineair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat stelt de demografische transitietheorie?

A

Een theorie die bevolkingspatronen koppelt aan het technologisch ontwikkelingsniveau van de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 4 fasen heeft de demografische transitietheorie?

A
  1. Pre-industrieel. Hoge geboortecijfers, hoge sterftecijfers, lichte bevolkingsgroei
    2.. Begin van industrialisering. Meer voedsel en ontwikkelingen zorgt voor daling sterftecijfer, geboortecijfer blijft hoog
  2. Industriële economie. Bevolkingsgroei remt doordat de meeste mensen volwassen wordt en kinderen duurder worden. Sterftecijfer en geboortecijfer dalen, geboortebeperking wordt gebruikt
  3. Postindustriële economie. Gebortecijfer laag door tweeverdieners, anticonceptie, en kosten van kinderen. Stabiel sterftecijfer, bevolking groeit of daalt lichtelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is suburbanisatie?

A

Wanneer de meest rijken vertrekken naar buiten de stad waar ze meer ruimte hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is urbanisatie?

A

De concentratie van de bevolking in steden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat was de theorie van Tönnies?

A

Door verstedelijking gaan we van gemeinschaft naar gesellschaft, waardoor nauwe sociale relaties afnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat stelt Simmel dat er gebeurt met mensen in steden?

A

Om zich af te sluiten van alle externe prikkels, ontwikkelen ze een blasé attitude waardoor ze minder compassie gaan voelen voor elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn sociale bewegingen?

A

Georganiseerde activiteiten die sociale veranderingen willen teweegbrengen/tegenhouden

17
Q

Wat stelt de middelen-mobilisatietheorie?

A

Het succes van sociale bewegingen hangt af van of ze over voldoende middelen beschikken

18
Q

Wat is een circulaire economie?

A

Economie die het gebruik van primaire grondstoffen probeert te verminderen, door te hergebruiken en recyclen

19
Q

Wat is een klassenmaatschappij?

A

Een kapitalistische samenleving met uitgesproken stratificatie

20
Q

Wat stelt de cultuurtheorie over sociale bewegingen?

A

Niet alleen geld, maar ook culturele symbolen die mensen motiveren beïnvloeden hoe goed een sociale beweging het doet

21
Q

Wat is het liberale feminisme?

A

Streeft naar gelijkheid tussen man en vrouw in de bestaande samenleving

22
Q

Wat is het socialistische feminisme?

A

Stelt dat gendergelijkgeid mogelijk is als het kapitalisme vervangen wordt door het socialisme

23
Q

Wat is het radicale feminisme?

A

Wil een gendervrije samenleving creëren