Week 3 - Rechten en plichten Flashcards

HC 2 - Hees - de Jong

1
Q

Definitie norm (Van Hees)

A

Oordeel over wat wel of niet het geval zou moeten of mogen zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vul aan (Van Hees). Normen gaan met name over…

A

gedragingen: wat mag wel en niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vul in (Van Hees). Als iemand een oordeel heeft over wat hij vindt dat mensen zouden moeten doen of nalaten, drukt de norm een …(1) uit.

A

1: plicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vul in/aan (Van Hees). Er zijn ook normen die …(1) uitdrukken. Deze normen zeggen niet dat iets moet, maar dat iets mag en niet perse hoeft. Voorbeeld:

A

1: permissies

Een voorbeeld hiervan is een uitspraak over dat iedereen zelf mag weten of hij drugs gebruikt of niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Definitie waarde (Van Hees)

A

Verwijst naar algemenere aspecten en drukken een beoordeling uit. Er wordt uitgedrukt dat iets belangrijk is, maar verder wordt geen uitspraak gedaan over hoe datgene tot stand moet komen, zoals bv veiligheid belangrijk vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vul in (Van Hees). …(1) kunnen naar veel concepten verwijzen, zoals liefde, rechtvaardigheid, gezondheid, maar ook karaktereigenschappen, zoals eerlijkheid. Een karaktereigenschap waar men waarde aan hecht, wordt ook wel een …2 genoemd.

A

1: Waarden
2: deugd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Definitie moraal (Van Hees)

A

Stelsel van normen en waarden. Ideeën over wat goed/slecht is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Definitie moraal (Van Hees)

A

Stelsel van normen en waarden. Ideeën over wat goed/slecht is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vul in (Van Hees). De ethiek is dus …(1), er wordt geprobeerd tot een oordeel over normen en waarden te komen.

A

1: normatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vul in (Van Hees). Een uitspraak met een te onderbouwen moreel is een …(1) uitspraak, een uitspraak met een moeilijk of niet te onderbouwen moreel is een …(2) uitspraak en een uitspraak zonder een enkele vorm van een moreel is een …(3) uitspraak.

A

1: morele
2: immorele
3: a-morele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly