Stampvragen alle onderwerpen Flashcards
Wat zijn de verschillen tussen een enkelvoudig, meervoudig, niet-gemengd enkelvoudig, niet-gemengd meervoudig en een gemengd meervoudig geschil?
Een enkelvoudig geschil is een geschil waarbij één kwestie aan de orde is, bij een meervoudig geschil meerdere kwesties. Een niet-gemengd enkelvoudig geschil is een geschil waarbij iemand een standpunt inneemt en de ander neutraal is. Een niet-gemengd meervoudig geschil betreft een positief standpunt ten opzichte van twee of meer proposities, als iemand ook een mening heeft over het meervoudige geschil, wordt dit een gemengd meervoudig geschil genoemd.
Wat is het verschil tussen strijdige en contraire proposities?
Proposities die niet tegelijk waar kunnen zijn, worden strijdig genoemd. Als ze tegelijk onwaar kunnen zijn, zijn ze contrair.
Wat houden drogredenen in?
Drogredenen zijn overtredingen van de regels die samen de ideale gang van zaken in een discussie beschrijven, hierbij wordt de bewijslast ontdoken. Voorbeelden hiervan zijn verschuiving van de bewijslast en de stroman.
Op welke manier verschillen een enkelvoudige, cumulatief nevenschikkende en complementair nevenschikkende argumentatie van elkaar?
Een enkelvoudige argumentatie bevat vaak twee argumenten, waarvan een impliciete. Een cumulatief nevenschikkende argumentatie bevat een argument die het andere argument kracht bijzet. Een complementair nevenschikkende argumentatie heeft een hoofdargument en een complementair argument.
Hoe verschilt deductieve argumentatie van inductieve argumentatie?
Deductieve argumentatie is aan de orde bij bijvoorbeeld een onderschikkende argumentatie, hierbij is het onmogelijk dat het ondersteunde argument wel waar is en het hoofdargument niet. Inductieve argumentatie kan alleen een zekere waarschijnlijkheid verlenen aan een standpunt.
Wat zijn normen en waarden en hoe worden deze samen genoemd?
Normen oordelen over wat wel of niet mag. Waarden verwijzen naar iets wat belangrijk gevonden wordt. Een moraal is een stelsel van normen en waarden.
Wat is het verschil tussen morele, immorele en a-morele uitspraken?
Een uitspraak met een te onderbouwen moreel is een morele uitspraak, een uitspraak met een moeilijk of niet te onderbouwen moreel is een immorele uitspraak en een uitspraak zonder een enkele vorm van een moreel is een a-morele uitspraak.
Wat houdt het funderingsprobleem in?
Het funderingsprobleem houdt in dat het onmogelijk lijkt om tot een perfecte fundering te komen voor ethische stellingnamen, omdat normen onderbouwd worden met nieuwe normen, die dan ook weer onderbouwd moeten worden.
Wat zijn oplossingen voor het funderingsprobleem?
Een oplossing voor het funderingsprobleem kan subjectivisme zijn. Een voorbeeld hiervan is het emotivisme, dat stelt dat morele uitspraken, uitdrukkingen zijn van gevoel. Een andere oplossing is om de scheidslijn tussen norm en feit soepeler te maken. Zo wordt gezocht naar een tussenweg tussen objectivisme en relativisme.
Hoe kan een tussenweg tussen objectivisme en realisme tot stand komen?
Deze tussenweg ontstaat door de waarden vrijheid, authenticiteit en geluk aan te hangen. Vrijheid heeft instrumentele waarde: als instrument om een doel te bereiken, en intrinsieke waarde: onafhankelijk van de gevolgen die de vrijheid heeft. Authenticiteit houdt in dat mensen hun eigen keuzes kunnen maken, beïnvloed door de eigen identiteit. Geluk betreft het gevoel dat ontstaat bij het bezitten van deze waarden.
Wat is het verschil tussen de ethiek van Kant en het utilitarisme?
De ethiek van Kant, stelt dat bepaalde plichten onafhankelijk zijn van de specifieke gevolgen van handelingen en legt de nadruk op principes die aan handelingen ten grondslag liggen. Het utilitarisme daarentegen stelt dat de beste uitkomst van een keuze, de uitkomst is die zal leiden tot het meeste geluk en legt de nadruk daarmee op de consequenties van handelen.
Wat houden het solipsisme en het other minds-vraagstuk in?
Volgens het solipsisme bestaat alleen het eigen bewustzijn, alles buiten ons is dan ook niet anders dan een voorstelling in het eigen bewustzijn. Het other minds-vraagstuk richt zich op de vraag of andere organismen ook bewustzijn hebben.
Wat is vrije wil en hoe verschilt de mens hierin van dieren?
Vrije wil houdt in dat we onze eigen keuzes kunnen maken. Mensen hebben spontaniteit die dieren niet hebben.
Hoe is zelfreflectie te beschrijven in termen van de hiërarchische structuur van de wil?
Een belangrijk kenmerk van bewustzijn en vrije wil is zelfreflectie. Hierbij beoordeel je de wenselijkheid van je eigen wensen. In de hiërarchische structuur van de wil betreft deze beoordeling het verlangen van de tweede orde. Het verlangen van de eerste orde is het hebben van de wens zelf.
Welke relatie heeft zelfbepaling met bewustzijn en vrije wil?
Bewustzijn en vrije wil hebben een relatie met zelfbepaling. Bij zelfbepaling wordt de inhoud van onze vrije wil, het gedrag, de eigenschappen van het object en de positie ten opzichte van dat object bepaald. Iedereen heeft een zelfbepaling en zelfbepalingen van een individu hangen af van die van anderen.