week 3 HC.6 koppeling hart en bloedvaten Flashcards

1
Q

waar is de atriumdruk een maat voor

A

de preload en daarmee de druk in de ventrikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welk verband geeft de ventriculaire functie curve

A

tussen het hartminuutvolume en de atrium druk

neemt de atriumdruk toe –> dan stijgt het hmv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welk verband heeft de vasculaire functie currve

A

de atrium druk met het hartminuut volume –> hier bekijken we het effect van de output van het hart op de vullingsdruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Lezen inspanning

A

slim aanvulling week 3 blz 24

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe werkt een gewone röntgenfoto

A

er is een vacuümbuis met daarin een anode en een kathode
- in de kathode zit een gloeidraad –> vrijkomen atomen
- deze gaan naar en botsen heel hard tegen de anode waarbij straling vrijkomt
- dit valt op een plaat –> hoe meer weefsel opneemt hoe witter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe wordt een X-thorax altijd gemaakt en waarom

A

PA (posterieur-anterieur) en lateraal links

hart zo min mogelijk vergroot –> deze moet zo dicht mogelijk tergen de plaat aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waar staat CT vor

A

computer tromogragfie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

e

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly