Week 3 HC.2 hemodynamiek Flashcards
wat is de wet van pascal bij stilstaande vloeistof
P = rho * g * h
wat is het verband tussen flow en snelheid
F = v * A –> maat voor hoeveelheid vloeistof per tijdseenheid
wat zegt de Continuïteitsvergelijking
de flow die erin gaat is even groot als de flow die eruit gaat
v1A1 = v2A2 = constant
wat gebeurt er met de snelheid als de doorsnede afneemt
dan neemt volgens de continuiteitsvergelijking de stroomsnelheid toe en andersom
wat is de wet van bernoulli
Wet van Bernoulli: p + 1⁄2ρv2 + ρgh = constant.
geeft dat een hogere HF leidt tt hogere flow fleidt tot snelheidsverandering dus drukdaling
Viscositeit:
weerstand tegen glijden wanneer lagen vloeistof tegen elkaar schuiven.
Turbulentie
Bloed dat door een vernauwing geperst wordt, spuit er als het ware aan de andere kant uit en dit veroorzaakt een werveling. Dit is turbulentie.
wat geeft het getal van reynolds
Re is evenredig met:
● Dichtheid vloeistof (ρ);
● Diameter vat (2r);
● Gemiddelde stroomsnelheid (Vgem);
Als Re kleiner is dan 2000 dan stroomt het bloed laminair. Als Re groter is dan 3000 dan stroomt het bloed turbulent
wat geeft het getal van reynolds
Re is evenredig met:
● Dichtheid vloeistof (ρ);
● Diameter vat (2r);
● Gemiddelde stroomsnelheid (Vgem);
Als Re kleiner is dan 2000 dan stroomt het bloed laminair. Als Re groter is dan 3000 dan stroomt het bloed turbulent