Week 2 HC6: antigeen herkenning door T-cellen Flashcards
2 typen van diversiteit
combinatiediversiteit
junction diversiteit
combinatie diversiteit
combinatie van V-, D- en J-genen:
V: variabele genen voor variabele regio van B-celreceptoren
D: diversiteitsgenen die coderen voor extra segment van variabele regio
J: joining genen die coderen voor volgende segment van variabele regio na D-segment
Hoe komen stamcellen bij thymus
stamcellen zijn afkomstig uit beenmerg en migreren o.i.v. chemokinen naar thymus
Wat voor selectie in cortex van thymus
positieve selectie: selectie op TCR met zwakke affiniteit voor lichaamseigen HLA
Sterke affiniteit is niet goed en geen affiniteit ook niet
Wat voor selectie in medulla van thymus
Negatieve selectie: selectie tegen TCR met te hoge affiniteit voor lichaamseigen peptiden in HLA > apoptose
Met wat gaat MHC1 altijd samen
CD8
met wat gaat MHC2 altijd samen
CD4
Welke cellen spelen een rol in positieve selectie
cTECs: cortex thymus epitheelcellen
Welke cellen spelen een rol in negatieve selectie
mTECs: medulla thymus epitheelcellen
DCs: dendritische cellen
AIRE (autoimmune regulator)
zorgt ervoor dat T-cellen weten wat lichaamseigen is en wat niet
Zorgt voor expressie van weefselspecifieke antigenen
gevolg van AIRE defect
auto-immuun polyglandulair syndroom
Op welke cellen hebben Th1 cellen invloed
macrofagen
NK-cellen
CD8+ T-cellen
B-cellen > igG3
Functie Th1
doden van door virus of bacterie geïnfecteerde gastheercellen
Op welke cellen hebben Th2 invloed
eusinofiele granulocyten
B cellen > IgE, IgG4
Functie Th2
respons op wormen en allergenen