week 2 HC3: HLA systeem Flashcards
Wanneer kunnen T-lymfocyten alleen antigenen herkennen?
Als ze gepresenteerd worden in context van MHC-moleculen (HLA)
Bare lymphocyte syndrome
Geen MHC aanwezig doordat er geen transcriptie plaatsvindt van MHC-II
Primaire immuundeficiëntie (SCID)
Diverse infecties
MHC klasse I
HLA-A, B, C
MHC klasse II
HLA-DP, DQ, DR
Waar komt MHC klasse I voor
alle lichaamscellen behalve rode bloedcellen en geslachtscellen
Waar komt MHC klasse II voor
op (professionele) APC:
- Dendritische cellen
- Monocyten/macrofagen
- B-lymfocyten
waar komt MHC klasse II OOK onder bepaalde omstandigheden en welke omstandigheden zijn dit?
Onder invloed van cytokinen (ontstekingsreactie) ook bij:
- T-lymfocyten
- epitheelcellen
- endotheelcellen
Welke 2 factoren zijn nodig bij MHC klasse II transcriptie
Enhanceosoom
CIITA
Wat zorgt voor grote variatie in HLA-moleculen?
Polymorfisme: verschillende varianten HLA-molecuul
Polygenie: verschillende genen die zorgen voor expressie van HLA-moleculen
Hoe veel verschillende MHC moleculen per persoon
Klasse I: minimaal 3, maximaal 6
Klasse II: minimaal 3, maximaal 12 (door alfa- en beta keten)
locus
locatie van gen op chromosoom
allelen
variant genen die locus bezetten
co-dominantie
vergelijkbare expressie beide allelen
MHC haplotype
combinatie van MHC allelen op 1 chromosoom
MHC genotype
combinatie van beide MHC haplotypes