Week 1 HC4: inleiding parasitologie Flashcards
symbiose
het in associatie met elkaar leven van organismen van verschillende soorten
Commensalisme
veroorzaakt bij gastheer geen voor- of nadeel
parsitisme
leven gaat t en koste van gastheel
mutualisme
een samenleving met wederzijds voordeel
vector van leishmaniasis
vrouwelijke zandvliegjes brengen de parasieten over
Vector
altijd een e-vertebraat (ongewerveld dier)
Verantwoordelijk voor overdracht van parasiet
definitieve gastheer
gastheer die volwassen parasiet herbergt en waarin geslachtelijke vermenigvuldiging plaatsvindt
tussengastheer
Gastheer waar de aseksuele of vegetatieve vermeerdering plaatsvindt
Gastheerspecificiteit
door een specialisatie ontstane gebondenheid van parasiet aan een bepaalde gastheer
kenmerken leishmania parasiet
intracellulaire parasiet
Fagocytose door immuuncellen
parasiet overleeft in immuuncellen en voorkomt fusie fagosoom met lysosoom
Pathogenese viscerale leishmaniasis
parasiet wordt versleept naar lymfeknopen, beenmerg, milt en lever.
Parasiet infecteert fagocyterende leukocyten en tast daarmee immuunsysteem aan.
Ook repressie vaan aanmaak bloedcellen
symptomen viscerale leishmaniasis
meest dodelijk
parasiet wordt versleept naar lymfeklieren, beenmerg, milt en lever
Onregelmatige koorts
superinfecties
Prepatente periode
Tijdspanne tussen infectiemoment en het moment dat parasiet blijk geeft van aanwezigheid
2 soorten viscerale leishmaniasis
leishmania donovani
leishmania infantum/chagasi
leishmania infantum chagasi
rondom Middellandse zee
Visceraal en cutaan
primair bij honden (zoönose)
komt vooral voor bij immuun gecompromitteerde mensen