Week 1 HC2: overzicht immunologie Flashcards
belangrijkste functie immuunsysteem
handhaven en herstellen van homeostase
met welke systemen werkt immuunsysteem samen
endocrien systeem (hormonen)
zenuwstelsel (neurotransmitters)
exogene infectieuze bedreigingen
virus
bacterie
fungi
helminten (wormen)
protozoa (eencelligen)
exogene niet infectieuze bedreigingen
zwangerschap
allergeen
transplantaat
toxine
Endogene bedreigingen
trauma bv brandwond, botbreuk of UV straling
barrières tegen infecties
Mechanisch (epitheel)
Chemisch (vetzuren, zout, pH, enzymen)
Microbiologisch (microbiotica)
3 factoren innate afweer beschikbaar reactie
insult
effectors
resolutie (0-4 uur)
4 factoren innate afweer geïnduceerd reactie
insult
ontsteking
effectors
resolutie (4-96 uur)
5 factoren adaptieve afweer reactie
insult
ontsteking
activatie lymfocyten
proliferatie
resolutie (> 96uur)
Ontwikkelinge B lymfocyten en T lymfocyten
Begint bij beide in beenmerg. B-lymfocyt is dan meteen klaar en T-lymfocyten moeten nog langs thymus om daar verder uit te rijpen tot CD4+ en CD8+ cellen
receptor van aangeboren afweer
Genoom-gecodeerde receptoren: respons wordt aangezet met receptor voor herkenning. Codering voor deze receptor staat vast in genoom
Receptor adaptieve afweer
Gearrangeerde receptoren: receptor die in elkaar is gezet met verschillende gensegmenten
kenmerken genoom gecodeerde receptor
niet-klonale respons
snelle reactie
in alle individuen
geen geheugenpopulatie
patroonherkenning
kenmerken gearrangeerde receptor
klonale respons
heeft tijd nodig
verschillend per individu
opbouw geheugenpopulatie
specifieke herkenning
Antigeen herkenning bij B-lymfocyten
B-lymfocyt kan een intact antigeen herkennen door directe binding van antigeen met surface immunoglobuline op celoppervlak