Week 2 Flashcards

1
Q

Wat is teratologie?

A

= Schade die wordt aangericht aan de foetus tijdens de zwangerschap.
(toxische stoffen, straling, infecties, etc.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  • De 7 principes van Wilson geven aan welke factoren teratogeniteit beinvloeden, welke zijn dit?
A

1) Structuur en werkingsmechanisme van de stof
–> thalidomine is erg schadelijk maar de stereo-isomeer (omgekeerde molecuul) weer niet!

2) Dosis en duur van blootstelling

3) Maternale modificatie
(wijze waarop moeder middel metaboliseert)

4) Placentapassage

5) Embryonale periode
(verschillende orgaanstructuren hebben verschillende gevoelige periodes)

6) Capaciteit van organen om stof te metaboliseren

7) Genetisch bepaalde gevoeligheid van organisme
(sommige teratogene effecten komen dus bij ene mens wel tot uiting en andere niet!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS), S?

A

Heeft een heel breed spectrum aan symptomen..

  • Groeiretardie
  • Aangeboren hart- nier- hersen- en skeletafw
  • Abnormaal cognitief functioneren
  • Lang en smal philtrum (s tussen neus en lippen)
  • Dunne lippen
  • Kleine ogen
  • Gedragsproblemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het teratogene effect van het medicijn Valproaat op de neonaat?

A

= anti epilepticum
–> zorgt voor subtiele gelaatsafw, hartafw, lumbosacrale effecten, ontwikkelingsachterstanden.

–> laatste kan gecompenseerd worden door foliumzuur te geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het teratogene effect van het medicijn Thalidomide (softenon)?

A

= tegen zwangerschapsmisselijkheid

–> in eerste trimester meeste schade aan foetus, zorgt voor afwijkingen aan de ledematen. (afwezige oren)
–> ook ontstonden hart-, nier, md afwijkingen
–> 1 pilletje was al genoeg..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het teratogene effect van Toxoplasmose tijdens de zwangerschap?

A

–> parasiet komt voor in kattenbak, kan via placenta foetale infectie veroorzaken

–> resulteert in ernstig gehandicapt kind; hydrocefalie, micropthalmia, hersenleasies, multi orgaanfalen

–> als expositie in eerste of tweede trimester heeft plaatsgevonden geeft dit minder ernstige afw dan in derde trimester

–> 25% van alle vrouwen heeft antistoffen tegen Toxoplasma gondii –> infectie komt weinig voor!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het teratogene effect van Hepatitis B tijdens de zwangerschap?

A

Die is er niet want het virus is te groot om de placenta te passeren!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het teratogene effect van congenitale rubella (rode hond) tijdens de zwangerschap?

A
  • Directe virale effecten: virus remt celdeling en dus organogenese –> beschadiging hart en ogen en orgaansyst..
  • Schade veroorzaakt door immuunrespons: induceert cellysis, weefseldestructie, vaatwandschade en littekenweefsel na inflammatie –> leidt tot gehoorverlies, breinschade, pulmonalisstenose..
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het teratogene effect van Vit A tijdens de zwangerschap?

A

= tijdens week 3-5 van zwangerschap in cremes of voeding kan het zorgen voor craniofaciale afw, schisis, neurale buisdefecten, psychologische beperkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de definitie van een syndroom?

A

= herkenbaar patroon van aangeboren afwijkingen waarbij de combinatie van kenmerken een onderscheid mogelijk maakt van andere patronen.

Vermoeden op syndroom neemt toe bij een van deze 3 hoofdproblemen:
- 1 of meerdere aangeboren afw
- achterstand in verstandelijke ontwikkeling
- groeiachterstand bij geboorte of eerste levensjaren

–> kijk ook naar fotos van vroeger en van ouders!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Aangeboren afwijkingen kunnen worden ingedeeld in minor- en major anomalie, wat is dit?

A
  • Minor anomalie: kenmerk dat bij < 4% van een bepaalde bevolkingsgroep voor komt. Meestal niet lichamelijk maar psychiologisch!
    –> lokalisatie is meestal nog in gelaat of op handen
    (sandal gap, vier vingerlijn etc..)
  • Major anomalie: afwijking die een nadelig effect heeft op de gezondheid en soms levensbedreigend kan zijn
    ( vb omfalocele)

–> bij 3 minor anomalies is de kans 25% op een major anomalie!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het verschil tussen hoofdsymptomen en nevensymptomen?

A
  • Hoofdsymptomen zijn de kenmerken waarop een diagnose gesteld wordt
  • Nevensymptomen zijn kenmerken die de diagnose ondersteunen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat betekenen de begrippen:
- Variabele expressie?
- Anticipatie?
- Penetrantie

A
  • Variabele expressie: kenmerken van een syndroom kunnen zich bij individu net anders presenteren
  • Anticipatie: door verlenging in repeat wordt aandoening bij volgende generaties erger
  • Penetrantie: % van mensen dat een bepaalde aandoening tot expressie brengt

Bijv. bij Marfan syndroom ben je hoog penetrant met een zeer variabele expressie; hoog % heeft dus expressie en in veel verschillende vormen.
–> lensluxatie, aneurysma, lange spanlengte etc.

Bijv hoog penetrant en geringe variabele expressie:
Komt hoog % voor en lijken allemaal heel erg op elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de ziekte van Steinert?

A

= automosmale dom aandoening door CTG repeat met anticipatie.

–> erg kenmerkend is myotonie (spierstijfheid)
–> ook slik-, leer-, spraakproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen genetische heterogeniteit en allelische afwijkingen?

A
  • Genetische heterogeniteit (noonan syndr)
    = verschillende genetische afw die hetzelfde ziektebeeld kunnen veroorzaken
  • Allelische afwijking
    = verschillende afw in zelfde gen geven ieder een ander ziektebeeld (FGFR3-gen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is associatie (groep in combinatie van aangeboren afwijkingen)?

A

= Het vaker in combinatie met elkaar optreden van 2 of meer aangeboren afwijkingen. Alle kenmerken zijn ongeveer even sterk en variabel!

–> de combinatie gaat niet gepaard met sequentie of een syndroom of bekende mutaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn voorbeelden van een associatie?

A

VACTERL-H
- Vertebrale defecten
- Anale atresie
- Cardiale effecten
- Tracheo-oEsofagale fistels
- Radiale defecten
- Renale anomalien
- Ledemaat defecten
- Hydrocephalus

MURCS
- MUllerian duct aplasie
- Renale aplasie
- Cerviothoracale Somieten dysplasie

18
Q

Wat is een sequentie (groep in combinaties van aangeboren afwijkingen)?

A

= Combi van aangeboren afw is ontstaan uit 1 of meerdere cascades maar hebben de oorsprongbij 1 aangeboren afwijking of mechanische kracht.

19
Q

Welke 3 vormen van sequenties heb je?

A
  • Potter sequentie
    = probleem in nieren –> te weinig vruchtwater –> foetale compressie –> deformaties als klompvoet –> bijna altijd dood geboren
  • Frontonasale dysplasie sequentie
    = problemen in sluiting van schedel en afwijkingen in gelaat –> gaat vaak samen met normale intelligentie
  • Pierre-Robin sequentei
    = door kleine/ korte onderkaak –> verplaatsing tong naar achter –> geen sluiting zachte gehemelte –> U-vormige schisis.
    –> kan geisoleerd voorkomen of onderdeel zijn van een syndroom. (nagar)
20
Q

Wat voor beeldvormende onderzoeken kan een kinderradioloog verrichten?

A
  • BOZ (buikoverzicht foto’s)
    –> komt wel rontgen vrij…
  • Echo’s
  • Contrastmiddel oz
  • MRI scans
  • CT scan in enkele gevallen (kinderen weinig vet)
21
Q

Wat is het klinische beloop van een NEC (necrotiserende enterocolitis)?

A

1) bolle buik met gasvorming (meteorisme)
2) darmwandverdikking
3) pneumatosis
= O2 tekort in darmwand –> scheurtjes –> lucht vanuit lumen darm in darmwand en darm
4) ascites of verstoorde luchtpassage waardoor lucht in rectum ontbreekt

22
Q

Wat is er te zien op een RX-BOZ bij een NEC?

A
  • pneumatosis intestinalis
    = scheurtje in darmwand en mucosa waar lucht langs gaat (kind heel erg ziek!!)
    –> eerst in R onderbuik
    –> granulair beeld met belletjes en streepjes (lijkt donkerder)
  • Dilatatie van darmlissen
    Normaal is diameter zo groot als een wervel
  • Op lever zijn strepen te zien
    = lucht in portale venen
23
Q

Wat is een malrotatie, D?

A

= afw waarbij de darmen verkeerd liggen en waarbij banden bestaan die zorgen dat er makkelijker een volvulus ontstaat.

–> minder alert en gallig braken n wkn na geboorte.

Volvulus is ernstig en acuut! –> kan leiden tot darmwandnecrose en zelfs overlijden

D –> passage onderzoek doen door contrast oraal in te nemen en te slikken –> zo kan je darmlissen volgen.

24
Q

Wat is een pylorushypertrofie?

A
  • Vaak bij jongetjes tussen 3-6 wkn oud
  • Braaksel is niet gallig
    –> door de pylorusstenose kan lucht niet uit de maag en hoopt zich op.
25
Q

Wat is een invaginatie, B?

A

= stukje darm kruipt in ander stukje darm wat koliekpijn veroorzaakt. Oorzaak van het inklemmen zijn vaak de LK.
Het is dus typisch na een infectie!
–> arteriele bloed komt niet goed in darmlis (ischemie)
–> veneuze bloed kan niet goed worden afgevoerd (stuwing)
–> er kan dus een darminfarct tot stand komen

  • tussen 0.5 en 5 jaar (want dan vaak buikontstekingen)

B –> resorptie mbv contrastmiddel!

26
Q

Welk onderzoek moet je bij een appendicitis niet doen?

A

= appendix gevuld met vocht/ troep
–> geen CT scan omdat appendix bij kinderen minder zichtbaar is doordat ze minder vet hebben en organen hierdoor op elkaar gedrukt worden..

27
Q

Waar staat een cheilognathopalatoschisis voor en wat is er fout gegaan?

A

Cheilo = lip
Gnatho = kaak
Palato = gehemelte

= Verstoring in fusie van frontonasale en maxilliare prominentie. (sluit n in w6-9)

–> meeste incidentie is linkszijdig bij jongens. Fysiologisch sluit het ook eerst links en dan rechts.

28
Q

Wat is een geisoleerde palatoschisis?

A

= Fusie probleem tussen palatum gewelven (sluit n in w13-14)

Fusie vindt ipv van anterieur naar posterieur plaats.
–> is dus nooit alleen een spleet in het harde gehemelte!!

29
Q

Waar bestaat het primaire en het secundaire palatum uit?

A
  • Primair: deels afkomstig van frontonasale prominentie
  • Secundair: volledig afhankelijk van maxillaire prominentia
30
Q

Wat moet er worden gedaan als op een 3D echo een schisis te zien is bij ongeboren kind?

A

Verdere prenatale diagnostiek omdat het gepaard kan gaan met andere afwijkingen

31
Q

Uit welke fases bestaat het schisis zorgpad?

A
  • Pre chirurgisch
  • Lipsluiting (ong 3 mnd)
  • Palatoraphie (ong 9-12 mnd)
  • Spraakverbeterende therapie
  • Secundaire correcties
32
Q

Wat wordt er pre chirurgisch aan een schisis gedaan?

A

Je wilt weke delen in betere posities brengen voor de operatie

–> nasoalveolar moulding (mbv mondstuk)
–> presurgical taping (mbv tape)

33
Q

Wat wordt er tijdens de lipsluiting aan een schisis gedaan? (3 mdn)

A

–> wordt pas gedaan 3 mnd na UITGEREKENDE GEBOORTE (dus eerder geboren telt niet mee!)

Doel: sluiten van de kringspieren rondom de lip (m. orbicularis oris)
–> Millard rotation advancement gebruikt hiervoor een stuk van de binnenkant van de neus –> mediale lap wordt naar lateraal gebracht en diep vast gehecht
–> zowel mucosa, spier en huid moeten
vastgelegd worden!

Lipsluiting kan plaatsvinden mbv een vomerlap; deel van palatum durum (harde gehemelte) wordt gesloten mbv vomer (deel neus tussenschot) –> sluit palatumspleet (minder complicaties)

34
Q

Met welke esthetiek moet rekening gehouden worden tijdens het sluiten van de lippen bij een schisis?

A
  • White roll = witte rand om lippen
  • Cupids bow = kromming van de bovenlip
  • Commissuur = mondhoek
  • Philtrum = deel tussen neus en bovenlip
  • Vermillon = lippenrood (onderscheid tussen droog en nat)
35
Q

Wat zijn complicaties na een lipsluiting bij een schisis?

A

Na 3 wkn controle op poli en kans op:
- Nabloeding
- Fistelvorming
- Infectie
- Optrekken lippenrood

36
Q

Wat wordt er gedaan tijdens een palatoraphie bij een schisis (9-12 mnd)?

A

Palatum molle (zachte gehemelte) wordt gesloten.
Dit gebeurt in 3 lagen:
- Nasale mucosa
- Spieren
- Orale mucosa

Belangrijk is om de a. palatina major niet te raken want dit zorgt voor necrose in de mond…

37
Q

Waar is de palatumsluiting belangrijk voor?

A
  • Voor de voeding; anders verlies via de neus
  • Voor de spraak
  • Voor ventilatie van het middenoor omdat buis van Eustachius hier uitmondt

m. levator veli palatini in van groot belang om gehemelte op te tillen –> zo gaat voedsel niet via neus en is buis van Eustachius afgesloten (anders middenoorontsteking –> kunnen minder goed klaren waardoor vocht problematiek)

38
Q

Wat zijn complicaties na de palatumsluiting bij een schisis?

A
  • Nabloeding
  • Infecties
  • Necrose van mucosa (letsel a. palatina major)
  • Fistelvorming
  • Velofaryngeale insufficientie (ov correctie van m. levator veli palatini)
39
Q

Wat kan er nog qua behandeling als een kind op 4 jaar nog steeds een slechte spraak heeft?

A

= nasendoscopie
–> via de neus een kijkonderzoek
–> als er geen sluiting van het palatum molle heeft
plaatsgevonden kan dit de oorzaak zijn
–> spraakverbeterende chirurgie

40
Q

Na een nasendoscopie en een niet gesloten palatum molle komt kind in aanmerking voor spraakverbeterende chirurgie, wat houdt dit in?

A

Verschillende technieken:

  • Intervelaire veloplastiek
    = spierlaag wordt losgemaakt van litteken en opnieuw achterin gehemelte geplaatst (herpositionering)
  • Wanglap
    = verlenging van palatum molle mbv weefsel van de wang. Het gat wordt vanuit 1 kant groter gemaakt zodat de wangflap ook aan 1 kant aan de wang kan blijven zitten voor vascularisatie
  • Pharyngoplastiek
    = verbinding tussen pharynx achterwand en palatum molle –> vernauwt ruimte tussen mond en keelholte
    –> kan juist ook voor obstructie zorgen (slaapapneu)
41
Q

Wat is de voorwaarde voor een secundaire correctie?

A

Tevredenheid over de positie van de kaak. Anders moet eerste de bovenkaak naar voren gezet worden –> later eventuele neus of lipcorrecties!