Week 1 - Opsporing, controle, nemo-tenetur Flashcards
Wat is het strafprocesrecht?
Het strafprocesrecht is het geheel van regels die betrekken hebben op de toepassing van het materiële strafrecht in een concreet geval.
Wat is het hoofddoel van het strafprocesrecht?
Het hoofddoel van het strafprocesrecht is het garanderen van de juiste toepassing van het materiële strafrecht.
Welke nevenfuncties heeft het strafprocesrecht?
- Speciale en generale preventie
- Voorkomen van eigenrichting
- Orde scheppen
- Genoegdoening slachtoffer
Welke rol neemt waarheidsvinding in in het strafproces?
De strafrechter is niet belast met waarheidsvinding en het is geen doel van het strafprocesrecht. Echter, waarheidsvinding is wel een belangrijk middel om het doel te bereiken.
Wat is het strafvorderlijke legaliteitsbeginsel?
Art. 1 Sv
Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij wet voorzien. Het gaat hierbij om de formele wetgever. Delegatie is wel mogelijk.
Wat houdt het voorbereidend onderzoek in?
Dit is alles wat vooraf gaat aan het onderzoek ter terechtzitting.
Wanneer wordt iemand aangemerkt als verdachte?
Art. 27 lid 1 Sv
Degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit.
Er dient dus aan drie vereisten voldaan te zijn:
1. Strafbaar feit
2. Redelijk vermoeden (van schuld)
3. Feiten en omstandigheden
Art. 27 lid 2 Sv
Ook iemand tegen wie de vervolging gericht is wordt aangemerkt als verdachte.
Waarvoor kan het van belang zijn of iemand aangemerkt wordt als verdachte?
Dit is van belang voor de rechtsbescherming en de instrumentaliteit. De verdachte komen enkele waarborgen toe zoals het recht op rechtsbijstand. Ook hebben bepaalde personen en instanties de mogelijkheid om bepaalde bevoegdheden toe te passen jegens de verdachte.
Wanneer is er sprake van een verhoor?
Als verhoor wordt beschouwd alle vragen aan een door een opsporingsambtenaar als verdachte aangemerkt persoon betreffende diens betrokkenheid bij een geconstateerd strafbaar feit.
Het begrip kent de volgende elementen:
1. Vragen
2. Die gericht aan een als zodanig aangemerkte verdachte
3. Over diens betrokkenheid bij een strafbaar feit
4. De vragen worden gesteld in een rechtstreekse confrontatie tussen de opsporingsambtenaar en de verdachte.
Aan welke drie vereisten dient voldaan te zijn alvorens er gesproken kan worden van opsporing?
- Onderzoek in verband met strafbare feiten;
- Onder gezag van de OvJ;
- Met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen.
Wat houdt het pressieverbod in?
Art. 29 lid 1 Sv
Wanneer iemand als verdachte wordt verhoord, onthoudt de verhorende rechter of ambtenaar zich van alles wat de strekking heeft een verklaring te verkrijgen waarvan niet kan worden gezegd dat deze in vrijheid is afgelegd.
Wat houdt het zwijgrecht en de hieraan verbonden cautieplicht in?
Art. 29 lid 2 Sv
De verdachte is niet tot antwoorden verplicht. Voor de aanvang van het verhoor wordt de verdachte medegedeeld dat hij niet tot antwoorden verplicht is.
Wat is opsporing?
Art. 132a Sv
Het onderzoek in verband met strafbare feiten onder gezag van de officier van justitie met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen.
Vanaf welk punt geldt art. 1 Sv?
Vanaf het moment waarop de opsporing aanvangt.
Wat is het verschil tussen opsporing en toezicht?
Opsporing is gericht op het nemen van strafvorderlijke beslissingen. Toezicht ziet op het handhaven van wettelijke voorschriften via het bestuursrecht.