Week 1 - Opsporing, controle, nemo-tenetur Flashcards

1
Q

Wat is het strafprocesrecht?

A

Het strafprocesrecht is het geheel van regels die betrekken hebben op de toepassing van het materiële strafrecht in een concreet geval.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het hoofddoel van het strafprocesrecht?

A

Het hoofddoel van het strafprocesrecht is het garanderen van de juiste toepassing van het materiële strafrecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke nevenfuncties heeft het strafprocesrecht?

A
  1. Speciale en generale preventie
  2. Voorkomen van eigenrichting
  3. Orde scheppen
  4. Genoegdoening slachtoffer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke rol neemt waarheidsvinding in in het strafproces?

A

De strafrechter is niet belast met waarheidsvinding en het is geen doel van het strafprocesrecht. Echter, waarheidsvinding is wel een belangrijk middel om het doel te bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het strafvorderlijke legaliteitsbeginsel?

A

Art. 1 Sv
Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij wet voorzien. Het gaat hierbij om de formele wetgever. Delegatie is wel mogelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt het voorbereidend onderzoek in?

A

Dit is alles wat vooraf gaat aan het onderzoek ter terechtzitting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer wordt iemand aangemerkt als verdachte?

A

Art. 27 lid 1 Sv
Degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit.

Er dient dus aan drie vereisten voldaan te zijn:
1. Strafbaar feit
2. Redelijk vermoeden (van schuld)
3. Feiten en omstandigheden

Art. 27 lid 2 Sv
Ook iemand tegen wie de vervolging gericht is wordt aangemerkt als verdachte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarvoor kan het van belang zijn of iemand aangemerkt wordt als verdachte?

A

Dit is van belang voor de rechtsbescherming en de instrumentaliteit. De verdachte komen enkele waarborgen toe zoals het recht op rechtsbijstand. Ook hebben bepaalde personen en instanties de mogelijkheid om bepaalde bevoegdheden toe te passen jegens de verdachte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer is er sprake van een verhoor?

A

Als verhoor wordt beschouwd alle vragen aan een door een opsporingsambtenaar als verdachte aangemerkt persoon betreffende diens betrokkenheid bij een geconstateerd strafbaar feit.

Het begrip kent de volgende elementen:
1. Vragen
2. Die gericht aan een als zodanig aangemerkte verdachte
3. Over diens betrokkenheid bij een strafbaar feit
4. De vragen worden gesteld in een rechtstreekse confrontatie tussen de opsporingsambtenaar en de verdachte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Aan welke drie vereisten dient voldaan te zijn alvorens er gesproken kan worden van opsporing?

A
  1. Onderzoek in verband met strafbare feiten;
  2. Onder gezag van de OvJ;
  3. Met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houdt het pressieverbod in?

A

Art. 29 lid 1 Sv
Wanneer iemand als verdachte wordt verhoord, onthoudt de verhorende rechter of ambtenaar zich van alles wat de strekking heeft een verklaring te verkrijgen waarvan niet kan worden gezegd dat deze in vrijheid is afgelegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt het zwijgrecht en de hieraan verbonden cautieplicht in?

A

Art. 29 lid 2 Sv
De verdachte is niet tot antwoorden verplicht. Voor de aanvang van het verhoor wordt de verdachte medegedeeld dat hij niet tot antwoorden verplicht is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is opsporing?

A

Art. 132a Sv
Het onderzoek in verband met strafbare feiten onder gezag van de officier van justitie met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vanaf welk punt geldt art. 1 Sv?

A

Vanaf het moment waarop de opsporing aanvangt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen opsporing en toezicht?

A

Opsporing is gericht op het nemen van strafvorderlijke beslissingen. Toezicht ziet op het handhaven van wettelijke voorschriften via het bestuursrecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt bepaald of er sprake is van opsporing of toezicht?

A

Wanneer de activiteiten verricht worden door personen die uitsluitend met toezicht belast zijn, kan er geen sprake zijn van opsporing.
Wanneer activiteiten verricht worden door personen die zowel bestuursrechtelijk toezichthouder als opsporingsambtenaar zijn, dient gekeken te worden naar het doel waarmee de bevoegdheid wordt toegepast. Indien het doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen is, is er sprake van opsporing.

17
Q

Welke vormen van opsporing kennen we?

A
  1. Reactieve opsporing
  2. Proactieve opsporing
  3. Repressieve opsporing
18
Q

Wat houdt reactieve opsporing in?

A

Optreden naar aanleiding van een redelijk vermoeden van schuld van een gepleegd strafbaar feit.

19
Q

Wat houdt proactieve opsporing in?

A

Handelen zonder redelijk vermoeden van een strafbaar feit. Een voorbeeld hiervan is vroegsporing.

20
Q

Wat houdt repressieve opsporing in?

A

Dit is opsporing achteraf. Een voorbeeld hiervan is een alcoholcontrole.

21
Q

Waarom is het onderscheid tussen opsporing en toezicht/controle van belang?

A

Strafrechtelijke waarborgen gelden niet wanneer er sprake is van controle. In sommige gevallen van controle kan zelfs juist een meewerkingsplicht gelden.

22
Q

In sommige gevallen kan het zijn dat opsporing en controle in elkaar over gaan. Op welke verschillende manieren kan dit voorkomen?

A
  1. Sfeerovergang
  2. Sfeercumulatie
  3. Voortgezette toepassing
23
Q

Wat houdt sfeerovergang in?

A

Er is sprake van sfeerovergang wanneer toezicht over gaat in opsporing. Wanneer dit binnen dezelfde wet gebeurd, is er sprake van zuivere sfeerovergang. Wanneer deze overgang naar een andere wet gebeurd, wordt dit ook wel voortgezette toepassing van bevoegdheden genoemd.

24
Q

Wat houdt sfeercumulatie in?

A

Wanneer een persoon reeds verdacht is van een strafbaar feit, staat dit niet in de weg aan gebruik van controlebevoegdheden, mits de waarborgen in acht genomen worden.

25
Q

Wat houdt voortgezette toepassing in?

A

Wanneer toezicht over gaat in opsporing naar een andere wet. Wanneer de rechtmatige uitoefening van een wettelijke bevoegdheid ertoe leidt dat aan de voorwaarden voor de toepassing van een andere bevoegdheid is voldaan, mag ook die andere bevoegdheid worden uitgeoefend.

26
Q

Welke twee vormen van voortgezette toepassing kennen we?

A
  1. Strafrechtelijke opsporing vindt plaats op basis van een bijzondere wet en dezelfde opsporingsambtenaar constateert een strafbaar feit dat buiten het bereik van die bijzondere wet ligt. In allebei de gevallen is dus sprake van opsporing.
  2. Bestuursrechtelijke toezicht door een opsporingsambtenaar op basis van een bijzondere wet leidt tot redelijke verdenking van een strafbaar feit buiten die wet.
27
Q

Wat houdt het nemo teneturbeginsel in?

A

Op grond van dit beginsel kan niemand gedwongen worden om mee te werken aan zijn eigen veroordeling.

28
Q

Welke ratio’s liggen ten grondslag aan het nemo teneturbeginsel?

A
  1. Procedurele autonomie: verdachten moeten zelf kunnen bepalen of zij wel of niet gaan verklaren in hun zaak.
  2. Onschuldpresumptie. De bewijslast ligt bij het Openbaar Ministerie.
  3. Waarheidsvinding. Het onder druk afnemen van verklaringen kan leiden tot onbetrouwbaar bewijs.
29
Q

Hoe verhoudt het onderscheid tussen controle en opsporing zich met het nemo teneturbeginsel?

A

In het bestuursrecht en in bijzondere wetgeving inlichtingen- en meewerkplichten. In het strafrecht gelden deze niet vanwege het nemo teneturbeginsel.

30
Q

Welke vormen van bewijsmateriaal vallen binnen de reikwijdte van het nemo teneturbeginsel?

A

In beginsel valt alleen wilsafhankelijk materiaal binnen de reikwijdte.’Pre-existing documents’, ook wel wilsonafhankelijk materiaal vallen hier dus niet onder, tenzij er sprake is van een fishing expedition.

31
Q

Wat is de essentie van het arrest HR Geweer?

A

Voortgezette toepassing van bevoegdheden
Een opsporingsambtenaar gaat een woning binnen om een controle uit te voeren in het kader van de Drankwet. De eigenaar geeft aan dat ze alleen voor deze controle binnen mogen komen. Tijdens de controle vinden zij een vuurwapen, wat schending oplevert met de Vuurwapenwet.

De vraag die gesteld wordt is of de opsporingsambtenaar om zijn opsporingsbevoegdheid op grond van de Vuurwapenwet uit te oefenen. De Hoge Raad zegt het volgende: de opsporingsambtenaar mag zijn bevoegdheid op basis van de andere bijzondere wet uitoefenen wanneer (1) hij bevoegd is om deze bevoegdheid uit te oefenen en (2) er mag geen misbruik gemaakt worden van de bevoegdheid. Hij mag dus niet de woning betreden onder de Drankwet met als doel om de wapens te vinden. Dit zou Détournement de pouvoir opleveren.

32
Q

Wat is de essentie van het arrest HR Controle vs. Opsporing?

A

Sfeercumulatie
Een opsporingsambtenaar gebruikt een controlebevoegdheid terwijl sprake is van een verdenking van diefstal.

De Hoge Raad stelt dat sfeercumulatie toegestaan is voor zover de aan de verdachte toekomende waarborgen in acht worden genomen. Ook dienen de opsporingsambtenaren de controlebevoegdheden niet uitsluitend te gebruiken om het strafbare feit op te sporen.

33
Q

Wat is de essentie van het arrest HR Dynamische verkeerscontrole?

A

Sfeercumulatie - Détournement de pouvoir
Een Surinaamse man en een man uit het Midden-Oosten reden in een dure BMW X6 op straat. Bij de kentekencheck zag de politie dat het ging om een auto van een verhuurbedrijf die vaak auto’s verhuurde aan criminelen. Ook kwam het niet vaak voor dat deze dure auto’s in de buurt gevonden werden. De politie vorderde inzage in het rijbewijs. Uiteindelijk vragen ze toestemming om de verdachte te fouilleren en de auto te controleren.
De politie vindt gedroogde wiet-toppen. De verdachten zijn mening dat de politie een controlebevoegdheid gebruikten voor opsporing.

De Hoge Raad oordeelt dat zolang de controlebevoegdheid mede is ingezet om de naleving van de voorschriften van de WVW 1994, de uitoefening in beginsel rechtmatig is. Dit is ook zo wanneer die bevoegdheid hiernaast opsporingshandelingen mogelijk maakt.

34
Q

Wat is de essentie van het arrest HR Fishing expedition?

A

Nemo-tenetur-beginsel
Een man is verdachte in een zaak voor het verkopen van illegaal vuurwerk. Hij wordt via een ontbiedingsbrief uitgenodigd op het politiebureau voor verhoor. De politie vordert hierbij dat hij alle gegevens die betrekking hebben op het bestellen en ontvangen van vuurwerk meeneemt. De man wordt vervolgd voor het in strijd handelen met de in het belang van de opsporing gedane vordering.

De Hoge Raad stelt dat het vervolgen van de man in strijd is met het nemo teneturbeginsel. In beginsel zijn wilsonafhankelijke gegevens niet in strijd met het beginsel. Dit is echter niet altijd het geval. Wanneer de autoriteiten niet bekend zijn met het bestaan van de ‘pre-existing documents’, levert dit schending op met art. 6 EVRM.