Webinar - Lesvideo 1, 2, 3 Flashcards

09-01-2021 -TRAINING ANAMNESE TOETSING LESSTOF, Lesvideo’s 1,2,3

1
Q

Wat heeft invloed op de homeostase

A
  • evolutie
  • programmering
  • circadiaans ritme
  • fase van ons leven
  • levensstijl
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

! Wat is het verdedigingsmechanisme van het menselijk lichaam

A

Defenise mechanisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

! Wat doet het Defensie mechanisme

A

Dit is het verdedigingsmechanisme van het menselijk lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent VAR

A

Voorspelbare aanpassingsreactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn trade-off’s

A

Beperkingen van het menselijk lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe noem je de beperking van het menselijk lichaam

A

Trade-off’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt er bedoelt met VAR

A

voorspelbaar aanpassingsreactie

Als je ziek bent gaat je energie maar naar één ding.

bv als een meisje gaat menstrueren dan groeit ze niet meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt er bedoelt met Survival of the fittest

A

De best aangepaste

Aanpassing aan de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Niets in de biologie is logisch, tenzij je er evolutionair over denkt

(van Nikolaas Tinbergen)

A

Niets in de biologie is logisch, tenzij je er evolutionair over denkt

(van Nikolaas Tinbergen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Info over parasieten

lezen

A

Parasieten hebben enorme invloed op onze hersenen. Parasiet wil overleven in een sterker organisme. Hierdoor (parasiet) kan een burn-out ontstaan.

Als doorvragen - bv reizen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk hormoon regelt het hongergevoel

A

Ghereline

Wordt afgescheiden uit de maagwand wanneer je lang niet hebt gegeten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk hormoon regelt het gevoel van verzadiging

A

Wordt aangemaakt door de vetcellen. Hoe meer vetcellen hoe meer leptine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke functie heeft Ghereline

A

Ghereline regelt hongergevoel en heeft als functie:

  • mobiliteit van de maag
  • helpt met aanmaak van vet in het lichaam

Maagverkleining? minder ghereline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de functie van leptine

A
  • Leptine remt het hongercentrum in de hypothalamus
  • Honger vet percentage zorgt voor meer leptine afgifte
  • Verzadigend gevoel op de lange termijn

Leptine wordt aangemaakt door vetcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen evolutionaire stress en hedendaagse stress

A

Evolutionaire stress = moment (tijger)

Hedendaagse stress - resistentie ->

  1. Beweging, voeding en ontspanning
  2. Laaggradige ontstekingen
  3. Insuline en groeihormoon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de functie van glucagon

A

Glucagon stuurt suiker de cel uit = meer suiker in het bloed

Glucagon laten meten ipv glucose (of evt samen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waar gaat energie naar toe tijdens stress

A
  • immuunsysteem
  • hersenen (depressie)
  • energie uit spieren en vet
  • voordeel lekkende darm (evolutionair gezien)
  • nadeel lekkende darm (tegenwoordig)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

! Wat is het voordeel van een lekker darm

A

Evolutionair gezien komen de voedingstoffen in het bloed terecht en zo ook bij de organen en de cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is homeostase

A

Homeostase is het proces waarbij organismen het interne milieu van chemische en fysische processen in evenwicht houden, ondanks veranderingen in de omgeving waarin het organisme zich bevindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is het doel van homeostase

A
  • Overleven –> cortisol
  • Groei –> insuline
  • Voorplanten –> skeshormonen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke 5 invloeden heeft de homeostase

A
  • evolutie
  • programmering
  • circadiaans ritme
  • fase van ons leven
  • levensstijl
22
Q

Wat is het doel van microbioom

A

Conflicten met andere (ziekmakende) organismen

23
Q

Wat doet insuline

A
  • Lipogenese = vet aanmaken
  • Remming hepatische glucogeonese = remmen van maken van suiker
  • Glucose opname in weefsel
24
Q

Waar kan je last van krijgen bij een metaboolsyndroom

A
  • vervette lever

- meer kans op hart- en vaatziekten

25
Q

Hoe kan je laaggradige ontstekingen verminderen

A
  • ontspanning
  • roken en luchtvervuiling vermijden
  • bewegen (voor het ontbijt)
  • darmwerking optimaliseren
  • afvallen
  • bloedsuiker stabiliseren en evt verlagen

Evt natuurlijke ontstekingsremmers en supplementen beschikbaar zoals visolie (omega-3 vetten), kurkuma en vitamine C, D3, E, K2.

26
Q

Wat kunnen de oorzaken zijn van laaggradige ontstekingen

A
  • overgewicht
  • insulineresistentie
  • lekkende darm
  • weinig beweging
27
Q

Wat zijn hormonen

A

Hormonen zijn de communicatieprocessen van het lichaam.

28
Q
  1. Welke 3 soorten hormonen zijn er
A
  • Endocriene hormonen ; via de bloedbaan over langere afstand geven zij “hun” boodschap af aan “doelcellen”
  • Autocriene hormonen ; worden afgegeven door een cel en keert daarna terug naar dezelfde of de naastgelegen cel (steekt neus buiten de deur om te kijken hoe het milieu is en dit te rapporteren)
  • Paracriene hormonen ; geven boodschappen via kanaaltjes of structuren af, zodat ze niet zelf rond hoeven te ciruculeren.
29
Q

Welk orgaan is direct betrokken bij reacties van ‘buiten af’

A

Hypothalamus

30
Q

Welke steroïde hormonen zijn er

A
  • Cortisol
  • Aldesteron
  • Oestrogeen
  • Testosteron
  • Progresteron
31
Q

Wat zou er gebeuren als we een te laag cholesterol hebben

A

Diverse processen in het lichaam gaan niet goed. Cholesterol is bouwstof voor hormonen.
voorbeeld: niet vruchtbaar, spijsvertering verloopt minder goed ivm geen aanmaak van gal, vaten worden star (minder soepel) en aan de wand gaat plak zitten (CVA).

32
Q

Wat zijn de stimulerende hormonen in alle drie de Assen

A
  • TSH
  • ACTH
  • FSH
  • LH
33
Q

Welke hormonen worden in de bijnieren aangemaakt

A

Cortisol

34
Q

Wat verstaan we onder een receptor? En waar bevinden deze zich?

A

Receptoren zijn de ontvangers op een cel en werken volgens een sleutel/slot methode.

35
Q

Benoem alle 6 S-en.

A
Suiker - insuline
Seks - oestrogeen, progresteron en testosteron
Stress - cortisol
Schildklier - schildklierhormoon
Sun - vitamine D
Slaap - melatonine
36
Q

Tot welke leeftijd loopt de kritische periode en waarom

A

3 jaar (hersenen)

37
Q

Noem 3 elementen waar energie naar toe gaat

A
  • Overleven
  • Groei
  • Voortplanten
38
Q

Waarom ontstaan trade-off’s

A

Compromis van het lichaam, er kan niet overal energie naar toe gaan.

39
Q

Welke klachten kunnen ontstaan bij het kind vanuit de kritische periode

A

Bijnieruitputting

40
Q

Wat kan er gebeuren als de stimuli erg negatief is

A

Door de houding van de moeder (slechte voeding, drinken, roken en stress) gaat de baby zich aanpassen. Er kunnen fysieke en geestelijke kenmerken ontstaan voor de rest van het leven.

41
Q

Wat wordt onder VAR verstaan

A

Voorspelbare aanpassingsreactie

42
Q

Welke twee organen wordt tijdens de VAR ontzien

A

Hart en brein

43
Q

Waarom is het belangrijk evolutionair te denken

A

Het is een andere manier van denken.

De Waarom? vraag stellen.

44
Q

Wat verstaan we onder survival of the fittest

A

Degene die zich het best kan aanpassen.

45
Q

Wat verstaan we onder de proximale benadering van observatie

A

Door niet de Hoe? vraag te stellen, maar de Waarom? vraag.

46
Q

Noem enkele specifieke ingrediënten in de voeding van de eerste mens, die nu in onze voeding schaarst zijn

A

Micronutriënten zoals vitamines A, B, en C, calcium, kalium en magnesium.

47
Q

Wat verstaan we onder Mismatch

A

Veranderingen die zo snel zijn gegaan in de evolutie dat de genen zich er niet op hebben kunnen aanpassen. (bv moeder roken en verkeerde voeding)

48
Q

Welke klachten vallen onder het defensie mechanisme van het menselijk lichaam

A
  • Overgeven
  • Allergieën
  • Niezen
  • Diarree
49
Q

Wat verstaan we onder trade-off’s

A

Energie kan niet overal zijn.

voorbeeld: wanneer een meisje gaat menstrueren stopt de groei.
‘Ieder voordeel heeft een nadeel’

50
Q

Wat zijn de belangrijkste stoffen voor onze Conditions of Existence

A

Ons bestaansrecht, anders kunnen we ons niet voortplanten.

51
Q

De Industriële revolutie bracht voordelen, maar wat waren de nadelen

A

Er kwamen bepaalde voedingsmiddelen, hormonen in vlees en kleding (bv van Primark).