Les 3 - Evolutionair denken - Remko Kuipers Flashcards

14-11-2020

1
Q

Onze levensverwachting stijgt, maar welke resultaat heeft dit

A

Het heeft te maken dat we steeds jonger chronisch ziek worden.
De levensverwachting is hoger, maar op kwaliteit leveren we in.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

We worden steeds ouder, maar op kwaliteit leveren we in. Hoe komt dit.

A

Door onze levenswijze: stress, minder beweging, bewerkte voeding en de manier hoe we met ziektes omgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de Proximale versus Evolutionaire verklaringen voor ziekte

A

Een andere manier van benaderen:
Proximale -> hoe?
Evolutionaire -> waarom?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat verstaan we onder survival of the fittest

A

Degene die zich het best aan heeft gepast aan zijn omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoelang bestaat de mens

A

6 miljoen jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurde er fysiek met de mens op evolutionair niveau

A

We gingen rechtop lopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe noemen we het dat de mens rechtop ging lopen

A

Homo Sapiens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke voedingsmiddelen speelde een rol dat de mens rechtop ging lopen

A

Vegatariër -> Omnivoor

Plantaardige en dierlijke voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat was het verschil tussen mannen en vrouwen in het verzamelen van voedsel

A

Vrouwen zijn efficiënter met het verzamelen van voeding (70% aan kcal haalden zijn binnen), dan mannen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het nadeel van een vegetarisch dieet

A

Risico op tekorten zoals ijzer, eiwitten, vitamine B12 enz.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de belangrijkste stoffen voor onze Conditions of Existence

A
  • Jodium
  • Ijzer
  • Vitamine A en D
  • Chroom
  • Zink
  • Omega 3
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke revolutie bracht als eerste verandering in onze gezondheid

A

Landbouw

landbouw – veeteelt – industriële revolutie – fastfood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat was de consequentie toen de periode met landbouw kwam

A

Mensen werden minder oud

Kregen wel meer kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De Industriële revolutie bracht voordelen, maar wat waren de nadelen

A

Meer bewerkt voedsel en stonden hele dag in de fabriek, hierdoor werd er minder vitamine D aangemaakt

Voordeel: wereld veroveren doordat het voedsel langer houdbaar bleef kon er langer gereisd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de laatste revolutie en wat is er met ons voedsel gebeurd en welke consequenties heeft dit op onze huidige gezondheid

A

Fastfood: Veel bewerkt voedsel met hoog gehalte aan koolhydraten (suiker)

Als consequentie veel welvaartsziektes zoals diabetes type 2, darmkanker, beroertes en hart- en vaatziekten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom ontstaan welvaartziekten

A

Minder beweging, stress en bewerkt voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke hormonen zijn betrokken bij evolutionaire stress

A

Adrenaline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke hormonen zijn betrokken bij moderne stress

A
  • Cortisol
  • Insuline
  • Adrenaline
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe verloopt de stress-As en welke organen en hormonen zijn hierbij betrokken

A

Start in de hersenen: Hypothalamus (communicatie d.m.v. CRH) naar Hypofyse. Deze zegt d.m.v stofje ACTH tegen bijnieren geef cortisol af. Hypofyse zegt tegen bijnieren geef adrenaline af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Noem enkele welvaartziekten

A
  • diabetes type 2
  • darmkanker
  • beroertes
  • hart- en vaatziekten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe kunnen we de CRP-waarde laten dalen
En wat is het voordeel

CRP = meet ontstekingswaarden in het bloed

A

Een ontstekingsremmer geven (Canakinumab)
Het reduceert hart en vaatziekten.

CRP = meet ontstekingswaarden in het bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Aderverkalking is een gevolg van ontstekingen, hoe ontstaan deze ontstekingen

A

Ophoping van vettig materiaal op de binnenwand van de (slag)ader. Wat een plaque vormt en hierdoor stroomt het bloed er minder goed door.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is Cortisol voor hormoon en wat is zijn werking

A

Stresshormoon
Het werkt in op de suikerstofwisseling en laat de glucosespiegel stijgen. En het werkt in op het immuunsysteem. (het maakt het lichaam minder gevoelig bij allergie en ontsteking)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Waardoor wordt de stressrespons over geactiveerd? En wat zijn de gevolgen

A

Infecties, slaaptekort, caffeine, psychische stress en traumatische ervaring uit het verleden (misbruik).

25
Q

Hoe zou je Cortisol kunnen onderdrukken (noem een aantal)

A
  • magnesium
  • visolievetzuren
  • vitamine C
  • ontspanning
  • leuke dingen doen.
26
Q

Wat is de werking van het hormoon MSH

MSH = Melanocyt-stimulerend hormoon (ook wel melanotropine genoemd)

A

Stimuleert de aanmaak van melanine, dit zorgt voor het pigment (kleur) van de huid.

MSH – Melanocyt-stimulerend hormoon (ook wel melanotropine genoemd)
Groep van peptidehormonen die door de hypofyse voorkwab worden geproduceerd tezamen met ACTH.

27
Q

Wat is de werking van het hormoon Oxytocine

A

Zorgt er voor het contracties van de baarmoeder (uterus) tijdens de bevalling. Stimuleert de melkproductie bij de borstvoeding. Binding van moeder en kind (knuffelhormoon)

28
Q

Wat is de werking van het hormoon ADH

ADH = Antidiuretisch hormoon

A

Regelt de vochthuishouding en daarmee ook de bloeddruk. (nieren)

ADH – Antidiuretisch hormoon

29
Q

Wat is het Sheehan Syndroom? En wanneer kan dit optreden? Welke hormonen worden dan niet aangemaakt? Wat zijn de gevolgen?

A

Het Sheehan Syndroom is een beroerte van de hypofyse. Dit kan ontstaan door veel bloedverlies en laag HB (door veel bloedverlies of ijzergebrek anemie)
FSH en LH, TSH, ACTH, Prolactine, MSH, Endorfine en Groeihormoon.
Bij een geringe vorm van infectie al heel snel ziek bent en niet vanzelf kan herstellen.

30
Q

Welke 3-Assen zijn er

A
  • HPT-AS: Groei
  • HPA-AS: Overleven
  • HPG-AS: Voortplanten (oestrogeen en testosteron)
31
Q

Welke functie heeft het groeihormoon en welk orgaan produceert dit hormoon

A

TSH (thyreoïdstimulerend hormoon)
Het stimuleert de schildklier tot productie van de schildklierhormonen T3 en T4
Samen stimuleert dit de cellen om te groeien en delen.
Primaire doelorganen: botten en skeletspieren, bevordert eiwitsynthese, vetverbranding en daarmee glucose te sparen.

32
Q

Wat is het probleem bij suikerziekte

A

Bij suikerziekte (diabetes) kan het lichaam de bloedsuiker niet meer in evenwicht houden. Er is te weinig of helemaal geen (hormoon) insuline meer in het bloed. Of het lichaam is resistent voor insuline. Insuline regelt de bloedsuiker in het lichaam.

33
Q

Wat is pré diabetes

A

Pre-diabetes is het voorstadium van diabetes. Bij een waarde tussen 6,1 en 7.0 (nuchter gemeten) kan er sprake zijn van pré diabetes.
Het glucosegehalte in het bloed kan normaal zijn of is licht verhoogd. Het lichaam heeft meer insuline nodig de waardes van een normaal glucosegehalte te krijgen.

34
Q

Op welke manier kun je diabetes testen

A
  • bloed (nuchter) te testen (meten) op suiker / glucose.
  • HOMA-IR, hiermee meet je de verhouding tussen de insuline en glucosewaarde.
  • bloed de HbA1C bepalen, dit om de glucosewaarde over een langere periode (maand) te kunnen meten.
35
Q

Wat gebeurt er met je Insuline, zodra je koolhydraten eet met een hoge Glycemische lading

A

Er wordt insuline afgegeven om de bloedsuiker te laten dalen. De afgifte stopt en de daling van de bloedsuiker gaat door waardoor er een hypo kan ontstaan. Tevens kan je ongevoeliger worden voor insuline en zo kan diabetes 2 ontstaan.

36
Q

Welke voedingsstoffen hebben een lage Glycemische Lading en wat zijn daar de voordelen van

A

Voedingsmiddelen die in de oertijd werden gegeten.

Groente, vetten, fruit, volkorenproducten, peulvruchten

37
Q

Wat is de werking van de Alvleesklier en welke hormonen worden er door dit orgaan geproduceerd

A

De alvleesklier maakt spijsverteringssappen aan voor de vertering van vet, koolhydraten en eiwitten.

In de bètacellen wordt het hormoon insuline aangemaakt -> insuline zorgt ervoor dat glucose omgezet wordt in glycogeen in het lichaam (glucose gehalte daalt in het bloed)

In de alfa cellen wordt het hormoon glucagon aangemaakt -> glucagon zorgt ervoor dat glycogeen omgezet wordt in glucose (glucosegehalte stijgt in het bloed)

Glycogeen zorgt er voor dat het wordt opgeslagen in weefsels, spieren en lever

38
Q

Wat is het verschil tussen diabetes 1 en diabetes 2

A

Type 1 is een auto immuunziekte -> verkeerde afweerreactie zorgt er voor dat het lichaam de insuline producerende cellen (bètacellen) kapot zijn uitgeschakeld. Dit is vaak genetisch bepaald en vaak al op jonge leeftijd.

Bij type 2 produceert het lichaam geen of te weinig insuline of is resistent voor insuline.

39
Q

Onder welke namen/types kun je diabetes 1 onder verdelen

A

MODY –> Erfelijk (genetisch) en jonge mensen.

LADA –> Langzaam ontstaan van type 1 diabetes op oudere leeftijd (> 40 jaar) Komen er pas later achter.

40
Q

Wat is de gezonde waarde van Glucose in ons bloed

A

Nuchter < 6,1

Niet nuchter < 7,8

41
Q

Waarom is het tijdig meten van de Glucose van belang

A

Om te voorkomen dat iemand diabetes type 2 gaat krijgen.

42
Q

Wat meten we bij een HbA1c bloedonderzoek? En welke meting is de standaard

A

Hoe iemand de afgelopen maand gereguleerd is
De normale waarde is < 42 mmol/l
> 47 mmol/l heb je de afgelopen te hoge suikerspiegel (suikerziekte) hebt gehad.

HBA1c (hemaglobine A1C) – rode bloedcellen gaan 30 dagen mee. Hierdoor kan je meten glucoseregulatie meten over de afgelopen 30 dagen.

43
Q

Kunnen we met leefstijl diabetes 2 herstellen? Wat is daarvoor het eerst logische advies

A

Meer bewegen, gezonder eten en minder stress.

44
Q

Hoe ontstaat hypoglykemie en hoe voel je je dan

A

Na het eten of drinken met een hoog suikergehalte stijgt het bloedsuiker snel. Er wordt insuline afgegeven om de bloedsuiker te laten dalen. De afgifte stopt en de daling van de bloedsuiker gaat door waardoor er een hypo kan ontstaan.

Door de snelle daling krijg je weer honger en ga je weer eten. Hier ontstaat een jojo effect met het suiker in het lichaam. Alvleesklier kan niet met onze moderne voeding omgaan.

Ook door te weinig eten, te veel insuline spuiten, alcoholgebruik en intensief sporten.

Klachten als vermoeidheid, duizelig, geïrriteerd, rillen, hartkloppingen of zweten.

45
Q

Wat doen Insuline en Glucagon precies

A

Insuline (gemaakt door de bètacellen in de alvleesklier) en glucagon (aangemaakt wordt in de alfa cellen) regelen samen de bloedsuikerspiegel. Insuline zorgt ervoor dat het lichaam glucose uit het bloed kan halen en zit dit om in glycogeen. Glycogeen wordt opgeslagen in spieren, weefsels en de lever.

Glucagon doet het tegenovergestelde: het zet glycogeen om in glucose en geeft dit af aan het bloed. Hierdoor stijgt de bloedsuikerspiegel weer.

46
Q

Hoe meet je het metabool syndroom

A

Als iemand 3 van de 5 criteria heeft:

  • Middelomtrek man > 102cm en vrouw > 88cm
  • Verhoogd triglyceride gehalte > 1,7 mmol/l
  • Verlaagd HDL (goede cholesterol) man < 1,0 mmol/l en vrouw < 1,3 mmol/l
  • Glucose > 6 mmol/l
  • Hypertensie hoger dan 130/85 mmHG
47
Q

Welke interventies zou je kunnen toepassen bij Insulineresistentie

A

Voeding aanpassen, meer bewegen, geen stress en voldoende slapen.

48
Q

Bètacellen in de Alvleesklier maken Insuline aan, waar bevinden deze cellen zich

A

Bètacellen zitten in de eilandjes van Langerhans.

49
Q

Welk hormoon produceren de Alfacellen, welke stof breken ze af en wat doet dit met de bloedsuikerspiegel

A

Alfacellen produceren glucagon.
Glucagon zet glycogeen om in glucose, dit wordt in het bloed afgegeven en daarom stijgt de bloedsuikerspiegel.

Zowel Alfacellen als bètacellen bevinden zich in de eilandjes van Langerhans.

50
Q

Hoe ontstaat diabetes theoretisch gezien

A

Tekort of geen aanmaak van insuline of insuline resistentie.

51
Q

Wat is de werking van de stof Somatostatine

A

Hormoon dat door de hypothalamus, maag en alvleesklier (in de deltacellen van de eilandjes van Langerhans) wordt geproduceerd. Het remt onder andere de afgifte van insuline en glucagon. Het vertraagt de maaglediging. Het remt de afgifte van groeihormonen.

52
Q

Wat verstaan we onder een metabool syndroom? En wat is de criteria hiervan?

A

Metabool syndroom is een aandoening mbt het energieverbruik en opslag. (vaak mensen met een te hoog gewicht). Hebben een sterk verhoogde kans op hart en vaatziekten.

Iemand heeft 3 van de volgende 5 criteria:

  • Middelomtrek man > 102cm en vrouw > 88cm
  • Verhoogd triglyceride gehalte > 1,7 mmol/l
  • Verlaagd HDL (goede cholesterol) man < 1,0 mmol/l en vrouw < 1,3 mmol/l
  • Glucose > 6 mmol/l
  • Hypertensie hoger dan 130/85 mmHG

Insuline resistentie is een stress reactie van het lichaam. Lichaam wil water, zout en suiker vast te houden. Nieren houden zout en dan ook vocht vast -> zet dit vast in de bloedvaten -> hoge bloeddruk. En glucose houdt je vast.

53
Q

Wat zou je adviseren te meten bij de kenmerken van een metabool syndroom

A

Glucose, HBA1C, HOBO, Cholesterol en leverfuncties.

54
Q

Wanneer is vet in ons lichaam ongezond? En door welk eetpatroon kan dit ontstaan?

A

Als het vet om de organen gaat zitten. Dit komt door het eten van bewerkte voeding en veel suikers.

55
Q

Wat zijn Triglyceriden

A

Triglyceriden zijn vetdeeltjes die je uit voeding (vetten, suikers, alcohol) binnen krijgt en de lever maakt ze ook aan.

Triglyceriden zorgt voor het transport (energie) van vet.

56
Q

Waardoor wordt het hormoon Leptine verhoogd?

A

Koolhydraten en vetten.

57
Q

Wat gebeurt er tijdens Leptine resistentie

A

Naarmate je insuline resistent wordt gaat het triglycerine omhoog in het bloed. Om dat te voorkomen gaat de leptine omhoog zodat vet niet opgeslagen wordt in organen. Op een gegeven moment kun je door verhoogde triglycerine in het bloed leptine resistent worden. Met als gevolg vervetting in de organen (lever, pancreas enz).

58
Q

Welke voedingsmiddelen veroorzaken Leptine resistentie

A

Koolhydraten, toegevoegde fructose (sapjes) en verkeerde (dierlijke en transvetten) vetten.

59
Q

Welke ziektes ken je m.b.t. Insuline resistentie

A

Diabetes, obesitas, acne, myopie en verminderde vruchtbaarheid PCOS.