Les 1 - Algemeen Flashcards

1
Q

Geef de 6 elementen aan waarom ziektes kunnen ontstaan

A
  • Suiker insuline
  • Seks Oestrogeen, progresteron en testeron
  • Stress Cortisol
  • Schildklier Schildklierhormoon
  • Sun Vitamine D
  • Slaap Melatonine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 3 Hormonale assen zijn er? En wat is de functie?

A
  • HPT-As -> schildklier -> groei
  • HPA-As -> bijnieren -> overleven
  • HPG-As -> oestrogeen/ progesteron -> voortplanten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke hormonen zijn vanaf de Hypothalamus betrokken bij de HPA-as

A

Corticotropin releasing hormoon
Bijnieren -> cortisol
(DHE, testosteron, Aldosteron)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke hormonen zijn vanaf de Hypothalamus betrokken bij de HPT-as

A

TRH - Thyroid releasing hormoon
TSH - Thyroid stimulerend hormoon
Schildklier -> T3 - T4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke hormonen zijn vanaf de Hypothalamus betrokken bij de HPG-as

A

GnrH Gonadotropin releasing hormoon

FSH - Follikel stimulerend hormoon
LH - Luteïniserend hormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn receptoren?

A

Receptoren zijn de ontvangers op een cel. Zij werken volgens de sleutel-slot methode.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat verstaan we onder resistentie?

A

De betreffende doelcel is ongevoelig voor bijbehorend hormoon geworden: door overproductie en medicijnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Van wie erven we het DNA voor onze mitochondria.

A

Moeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk molecuul, die in onze mitochondria wordt geproduceerd, is verantwoordelijk voor onze energie.

A

Energierijk molecuul adenosinetrifosfaat - ATP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Als energie te weinig voorhanden is welke 2 organen worden dan als eerste ontzien?

A

Hart

Brein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem 2 hormonen welke een belangrijke rol spelen bij de aanmaak van lichaamsvet

A

Ghereline en leptine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn hormonen?

A

Een van de grootste communicatie processen van ons menselijk lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke 3 soorten hormonen zijn er?

A
  • Endocrienehormonen
  • Autocriene hormonen
  • Paracriene hormonen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de werking van Endocriene Hormonen?

A

Endocriene Hormonen leggen via het uitscheidingsorgaan een weg af via de bloedbaan naar de desbetreffende doelcel. Zij geven daar op de complementaire receptor een boodschap
af om een verandering in de cel teweeg te brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke hormonen zijn betrokken bij ons hormoonsysteem?

A
Stresshormoon
Geslachtshormonen
Schildklierhormonen
Suikerhormoon, 
Sunhormoon 
Slaaphormoon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de werking van een Autocriene Hormoon?

A

Voert controle uit buiten de cel en geeft signaal aan eigen cel. (autocrien) Bedoeld voor regeneratie van het betreffende weefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe wordt een hormoon getransporteerd en waarnaar toe?

A

Leggen via het uitscheidingsorgaan een weg af via de bloedbaan naar de desbetreffende doelcel. Zij geven daar op de complementaire receptor een boodschap
af om een verandering in de cel teweeg te brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat verstaan we onder het ‘sleutel-slot’ principe?

A

Dit principe gaat over dat een specifiek hormoon alleen past op de receptor van een
complementaire doelcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke endocriene klieren zijn betrokken bij de Hormoonhuishouding/Endocriene systeem?

A

Hypothalamus, Hypofyse, Schildklier, etc…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat verstaan we onder Homeostase?

A

Interne Balans van (hormonen) in ons lichaam, ondanks veranderingen in de omgeving waarin we ons bevinden.(chemische en fysische processen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke drie aspecten in het leven hebben invloed op de Homeostase?

A
  • Overleven
  • Groei
  • Voortplanting
22
Q

Hoe lang duurt het gemiddeld om de homeostase weer te herstellen, zonder dat er directe stress aanwezig is?

A

Ongeveer 1 maand

23
Q

Welk orgaan is direct betrokken bij reacties van ‘buiten af’?

A

Hypothalamus

24
Q

Aan welk orgaan geeft dit orgaan een opdracht?

A

Hypofyse

25
Q

Aan welke organen geeft dit orgaan de aanzet om tot actie te komen?

A
  • Bijnier
  • Schildklier
  • Gonaden
26
Q

Welke Hormonen zijn bij dit proces betrokken? Beschrijf dit vanuit de 3-Assen.

A

NOG AANVULLEN - overnemen uit leidraad pag. 15

27
Q
  1. Welke factoren hebben direct en indirect invloed op deze 3-Assen?
A
  • Evolutie
  • Pré- en Postnatale Programmering
  • Circadiaans ritme
  • Fase van ons leven
  • Levenstijl
  • Bewegen
  • Voeding
  • Suppletie
28
Q

Hoe heet het type hormoon dat opgebouwd is uit meerdere verbindingen vanuit de stof tyrosine?

A
  • Aminehormonen (Schildklierhormonen)
  • Adrenaline
  • Noradrenaline
  • Dopamine
29
Q

Worden deze hormonen makkelijk, zoals aminehormonen, adrenaline, noradrenaline en dopamine, getransporteerd?

A

Zij hebben een snelle werking en worden daardoor makkelijk getransporteerd

30
Q

Zijn aminehormonen makkelijk of moeilijk op te nemen in de betreffende doel-cel?

A

Zijn makkelijk opneembaar in de doelcel

31
Q

Wat is het grootste peptide hormoon?

A

Insuline

32
Q

Waar zijn steroïde hormonen uit opgebouwd?

A

Cholesterol

33
Q

Welke steroïde hormonen zijn er?

A
  • Cortisol
  • Aldosteron
  • Testosteron
  • Oestradiol
  • Progesteron
34
Q
  1. Wat zou er gebeuren als we een te laag cholesterol hebben?
A
  • Minder stress bestendig
  • Verhoogde of verlaagde bloeddruk
  • Invloed op voortplanting
35
Q

Wat zijn de stimulerende hormonen in alle drie de Assen?

A

TSH - Thyroid Stimulating Hormone
ACTH - AndrenoCorticoTropicHormone
FSH - Follicle Stimulating Hormone

36
Q
  1. Als de stress-As onder druk staat, wat kan er dan gebeuren?
A

Invloed op metabolisme (groei) en voortplanting

37
Q
  1. Wat is een receptor?
A

Receptoren zijn eiwitten in het celmembraan, het cytoplasma of de celkern, waaraan
een hormoon zich kan binden

38
Q
  1. Wat verstaan we onder intracellulaire werking? En wat kan er intracellulair worden beïnvloed? En welke hormonen zijn betrokken bij de intracellulaire werking?
A

Na activatie van de receptor door een eiwit gebonden hormoon ontstaat er in de cel een ‘second messenger’. Deze second messengers zorgen voor het uiteindelijke
fysiologische effect. Het beïnvloed het stofwisselingsproces. Peptidehormonen en
catecholamines zijn betrokken bij dit proces

39
Q
  1. Peptide hormonen kunnen dus invloed uitoefenen op onze genen en zelf op ons DNA, welke belangrijke aspecten in het leven zijn hierbij betrokken?
A

Overleven, Groei en Voortplanten

40
Q
  1. Welke 3 Hormonale assen zijn er? En wat is de functie?
A
  • HPA-As
  • HPT-As
  • HPG-As
41
Q
  1. Welke hormonen zijn vanaf de Hypothalamus betrokken bij de HPA-as?
A

NOG UITSCHRIJVEN UIT LEIDRAAD

42
Q
  1. Welke hormonen zijn vanaf de Hypothalamus betrokken bij de HPT-as?
A

NOG UITSCHRIJVEN UIT LEIDRAAD

43
Q
  1. Welke hormonen zijn vanaf de Hypothalamus betrokken bij de HPG-as?
A

NOG UITSCHRIJVEN UIT LEIDRAAD

44
Q
  1. Wat is de werking van onze Schildklier?
A

De schildklier stimuleert de stofwisseling en groei en heeft veel effect op ons metabolisme

45
Q
  1. Welk Hormonen worden in de eierstokken aangemaakt?
A
  • Oestrogeen
  • Progesteron
  • Testosteron
46
Q
  1. Welke hormonen worden in de testes aangemaakt?
A

Testosteron

47
Q
  1. Welke hormonen worden in de bijnieren aangemaakt?
A
  • Cortisol
  • DHEA
  • Testosteron
  • Aldosteron
48
Q
  1. Wat kan resistentie van de cel te weeg brengen? En wat gebeurd er dan precies?
A

Medicijnen, hormonen kunnen de doelcel dan niet meer bereiken

49
Q
  1. Wat verstaan we onder de 6 S-en?
A

6 belangrijkste pijlers voor de homeostase.

50
Q
  1. Benoem alle 6 S-en.
A
Suikerhormoon (Insuline)
Sekshormonen ( Ostrogeen 
Progesteron en testosteron), 
Stresshormoon (Cortisol)
Sunhormoon (Vit D)
Slaaphormoon (Melatonine)