Weber (HC4) Flashcards
Weber en modernisering
a. wat kenmerkt de Westerse samenleving
b. Hoe heeft deze samenleving zich ontwikkeld
Max weber (1864-1920)
- Calvanist
- actieve nationaal-liberaal
- gegoede familie
- studie: rechten
- professor (politieke) economie
- mede-opricher Duitse Sociologische vereniging
- politiek actief
- Marianne Weber (feminist)
- kende werk van Marx rn Durkheim
Levensgeschiedenis Weber
- Geboren 1864 in geslacht van industriëlen
- Vader rechter en nationaal liberaal politicus
- Groeide op in Berlijn
- 1882 studie rechten in Heidelberg en Berlijn
- Carrière in de wetenschap: generalist
- Depressie na conflict met en overlijden vader
- 1918 oprichter/leider liberaal democratische partij
- 1920 Weber overlijdt op 56 jarige leeftijd
Economische ontwikkeling 1871-1914
- Populatie: 41 miljoen –> 68 miljoen
- Staalproductie 12x hoger
- Aantal fabrieken 4x hoger
- Export 3x groter/ export werktuigen/ machines x5
In 1914: - Duitsland was machtigste industrieland van Europa
- Wetenschap: Duitsland leidend natuur/scheikunde
- Wetenschap: 1 op de 3 Nobelprijzen naar Duitsland
Werken van Weber
- Methodology of Social Sciences (1949)
- Economy and society (1922)
- The protestant ethic and the spirit of capitalism (1905)
Methodologische essays
- Waardevrijheid in wetenschap
- ideaaltypen
- ‘verstehen’
- rationalisering
- bureaucratisering
Waardevrijheid in de wetenschap
- Dogma: ‘thou shalt not commit a value judgement’
- onderscheid tussen ‘zijn’ en ‘behoren’
- onderscheid rol ‘onderzoeker’ en ‘pleitbezorger’
Ideaaltypen
Weergave van ideale verschijnselen
- Scherp aangezette weergave van de werkelijkheid (vaak categorisering)
- Noodzakelijk bij verklaringen van (historische) ontwikkelingen
- Ze wijken altijd af van de werkelijkheid, dat moet je je realiseren
- Ze kunnen veranderen in de tijd
Waarom doen we wat machtige zeggen?
- legitieme macht
- traditioneel
- charistmatisch
- rationeel-wettenlijk
Verstehen
- Specifiek sociaalwetenschappelijk
- Kennisdoel: begrijpen door interpreteren
- Focus op culturele betekenisverlening
- Voorkeur voor kwalitatieve methoden
- Perspectief van onderzochte is van (even) groot belang
- Maatschappelijk doel: effectievere sturing door beter inzicht in sociale verbanden
Interpretatief individualisme
- De mens is zingevend wezen
- Sociaal handelen: op anderen georienteerde zingeving
- Subjectiviteit van het individu
- Samenleving voortdurende sociale interactie
- Gebaseerd op symbolische communicatie
- Afhankelijk van condities/ context waarin men leeft
Economie en samenleving
- integratie ‘leefsferen’: economie, rechten, politiek en religie
- ontstaan van de moderne westerse samenleving
- negatieve gevolgen rationalisering
Motieven voor sociaal handelen
- traditioneel
- affectief
- waarde-rationeel
- doel-rationeel
Doelrationeel handelen
Dominant in de economie
- calculatie: doel-middel
–> Vanuit doelrationele overwegingen is het wellicht rationeel om je in een bepaald land te vestigen met je fabriek, maar vanwege het feit dat we kinderarbeid niet accepteren doen we dat niet (waarderationeel)…
Waarderationeel handelen
Waarden en normen begrenzen de (doel)rationaliteit
- begrensde calculatie
–> Vanuit waarderationele overwegingen zouden we wellicht iedereen wel een vast contract willen aanbieden bij Shell, maar uit winstoverwegingen doen we dat niet (doelrationeel)…
Individueel en institutioneel handelen is in toenemende mate gebaseerd op doel-rationele motieven
- nauwer sluitende verklaringen
- effectievere middelen
- specifiekere doelen
Dimensies van rationalisering
- technologische innovatie
- vooruitgang natuurwetenschappen
- grotere en open markten
- formalisering staat
- professionalisering kunst
Wetenschap en techniek
- Benedictijnen voerden vaste dagindeling in
- % analfabeten verminderde door opkomst Protestantisme
- Merton (1983): 17e eeuwse puritanisme/methodisme (UK) droeg bij aan opkomst wetenschap en techniek