Overzicht (HC12) Flashcards
Theoretici
- Max Weber
- Emile Durkheim
- Karl Marx
Perspectieven/paradigmata
Ieder perspectief bestaat uit verschillende theorieën, die zich richten op het verklaren van verschillende thema’s
Thema’s
- gender
- armoede
- familie
- globalisering
- racisme
- criminaliteit
- etc.
Paradox van de moderne samenleving
Individualiteit (autonomie, originaliteit, je eigen identiteit) is een belangrijke waarde in de moderne samenleving, maar mensen zijn sociale wezens
Hoofvraag en Perspectief Marx
Hoe is sociale ongelijkheid mogelijk?
–> focus op conflict
Hoofdvraag en Perspectief Durkheim
Hoe is sociale orde mogelijk?
–> (structureel) functionalisme
Hoofdvraag en Perspectief Weber
Hoe is rationalisering/modernisering mogelijk?
–> Sociale actie/ interactionisme (valt uiteen in Symbolisch interactionisme en Rational Choice)
Samenvatting Karl Marx
- Revolutionair en activist
- Ongelijkheidsvraagstuk
- Kapitalisten versus Proleratiaat
- Klassenstrijd/klassenbewustzijn
- Historisch materialisme
- Maatschappelijke onderbouw en bovenbouw
- Vervreemding
Samenvatting Durkheim
- samenleving is meer dan de optelsom van de individuen en beïnvloed individuen
- van mechanische naar organische solidariteit
- vergroten arbeidsdeling zorgt voor veranderingen
- functionele afhankelijkheden tussen mensen (we kunnen niet zonder elkaar)
- voortdurend risico op anomie: gebrek morele sturing
Samenvatting Weber
- Weber ziet vooral in veranderde cultuur oorzaak veranderngen
- wijs op rationalteit (onttovering, doelrationeel handelen en bureaucratie
- gevolgen: ijzeren kooi van rationaliteit en zingevingsproblemen
4 perspectieven/paradigma’s
- conflict (Marx)
- Structureel-functionalisme (Weber)
- Symbolisch interactionisme
- rationele keuze
Agency en Structure
Agency: produceren
Reproduceren: structure
–>
Hedendaagse sociologie zoekt naar verbindingen tussen agency en structure
Conflictbenadering
Sociale ongelijkheden zijn kenmerken voor samenleving; de samenleving biedt sommige groepen meer voordelen dan andere; de maatschappelijke verhoudingen zijn de resultante van een voortdurende strijd tussen partijen, soms openlijk dan weer bedekt
- kernbegrippen: sociale ongelijkheid, stratificatie, macht en strijd
- Marx en C. Wright Mills
- spanningen en conflict resulteren in verandering
- ingrijpen in sociale werkelijkheid
Kritiek conflictbenadering
- minder objectieve wetenschap
- weinig aandacht voor gedeelde waarde en normen en afhankelijkheden die eenheid genereren
- macroniveau
Structureel functionalisme
Ziet samenleving als afhankelijke delen (instituten) die relatief stabiel gebaseerd zijn op gedeelde consensus wat moreel wenselijk is; elk onderdeel heeft een functie voor de werking van de samenleving als geheel
- Kernbegrippen: sociale structuur, sociale functies en instituten
- Comte, Spencer, Durkheim, Parsons en Merton
- Merton: manifeste, latente functies en disfuncties