WC03 - Het Autonome Zenuwstelsel Flashcards
In welke twee delen kan het zenuwstelsel anatomisch opgedeeld worden?
- Het centrale zenuwstelsel (CNS)
- Het perifere zenuwstelsel (PNS)
Wat is het verschil tussen sensorische en motorische signalen?
Sensorische signalen gaan naar het CNS toe en bevatten informatie over een waarneming.
Motorische signalen gaan van het CNS af en hebben als doel het genereren van een effect.
In welke twee delen kan het zenuwstelsel functioneel opgedeeld worden?
- Het somatische deel (gerelateerd aan het lichaam)
- Het viscerale deel (gerelateerd aan de organen)
Overzicht
Via sensorische vezels gaat informatie van het netvlies, naar de nervus opticus, naar de visuele cortex, waar we ons bewust worden van wat we zien. Welk deel van het zenuwstelsel is hier in actie?
Het somatische zenuwstelsel, het afferente deel
Lisa wordt zich bewust van wat ze ziet en het laat haar schrikken. De output van het CNS leidt tot het bonzende hart dat Lisa in haar keel kan voelen. Welk deel van het zenuwstelsel is hier actief?
Het viscerale zenuwstelsel, het efferente deel
Wat registreert het viscerale afferente zenuwstelsel?
Interne parameters.
Deze hebben bepaalde referentiewaarden, en als de parameters daarbinnen vallen is het lichaam in homeostase.
Waar is het ANS een onderdeel van?
Van het perifere zenuwstelsel
In welke twee categorieën kun je het ANS opdelen?
- Sympatische zenuwstelsel
- Parasympatische zenuwstelsel
Waarmee wordt het sympathische zenuwstelsel geassocieerd?
Met actieve situaties. Het wordt gewoonlijk de “fight/flight reactie” genoemd.
Waarmee wordt het parasympatische zenuwstelsel geassocieerd?
Met lage activiteit. Het wordt gewoonlijk ‘rest and digest’ genoemd.
Waar bevindt zich het ‘controlecentrum’ van het ANS?
In de hypothalamus, pons en medulla
Wat zijn de ascending en de descending tracts in de witte stof van het ruggenmerg?
De witte stof is het gebied waar informatie van (descending tracts) of naar (ascending tracts) de hersenen reist. Het is wit door de aanwezigheid van gemyeliniseerde axonen.
Ascending tracts zijn vooral dorsolateraal gelegen, waar descending tracts vooral ventromediaal in de ruggengraat gelegen zijn.
Wat ligt er in de grijze stof van het ruggenmerg?
De grijze stof is een knooppunt met in- en uitgangen en verbindingswegen.
De ingang is de dorsale hoorn, waar de ruggenmergzenuwen vanuit de dorsale wortel binnenkomen en sensorische informatie naar het ruggenmerg brengen.
De uitgang is de ventrale hoorn, waar de motorneuronen motorische informatie naar spieren en klieren brengen.
De verbindingswegen zijn de interneuronen.
Waarin verschilt somatische sensorische input van viscerale sensorische input?
Somatische sensorische input synapteert op de dorsomediaal gelegen interneuronen, en de viscerale sensorische input synapteert op de dorsolateraal gelegen interneuronen.
Welke twee motor pathways zijn er?
- Degene waarvan we ons bewust zijn (somatische motor neuronen), die skeletspieren aansturen
- Degene waarvan we ons niet bewust zijn (viscerale motor neuronen), die het hart, het gladde spierweefsel en klieren in organen aanstuurt.
Wat zijn lower en upper motor neurons?
- De motorneuronen die het ruggenmerg verlaten worden lower motorneuronen (LMN) genoemd, en zijn efferente neuronen van het perifere zenuwstelsel dat het CZS verbindt met de te innerveren weefsels.
- De upper motorneuronen (UMN) dragen informatie van de hersenen naar de lagere motorneuronen en bevinden zich dus volledig binnen het CZS.
Wat gebeurt er als we het CNS verlaten met onze motor informatie en de motorneuronen volgen naar de organen?
Dat is afhankelijk van welke route je volgt, het somatische motor pathway of het autonomische pathway.
Een ganglion verdeelt het autonome pathway in twee secties. I.p.v. dat er een neuron van het CNS naar de target cel gaat ….
Worden twee neuronen achter elkaar gebruikt:
1. Preganglionaal neuron; een neuron met zijn cellichaam in het CNS, projecterend naar een autonoom ganglion buiten het CNS
2. Postganglionaal neuron; een neuron met zijn cellichaam in het autonome ganglion, projecterend naar de doelcel
Hoe verschillen de sympathische en parasympathische pathway anatomisch m.b.t de ligging van de cellichamen?
- De sympathische pathway begint met preganglionaire cellichamen in het thoracolumbale ruggenmerg
- De preganglionaire cellichamen van de parasympathische pathway liggen bij de hersenstam en sacraal.
Wat is de ligging van de ganglia in de sympatische pathway?
In de sympathische weg legt het preganglionaire neuron niet ver af voordat het het ganglion bereikt. De ganglia liggen in twee ketens (truncus sympaticus) langs elke kant van de wervelkolom. Dit zijn de paravertebrale ganglia. Er zijn bijkomende ganglia die iets verder van de wervelkolom liggen. Dit zijn de prevertebrale ganglia.
Wat is de ligging van de ganglia in de parasympatische pathway?
In de parasympathische route moet het preganglionaire neuron een veel langere weg afleggen voordat het zijn ganglion bereikt. De ganglia van de parasympathische weg liggen dicht bij of in de organen.
Welke van de neuronen is de preganglionische parasympatische neuron?
Welke van de neuronen is de postganglionische sympatische neuron?