HC03 - Bouw en Functie Zenuwstelsel Flashcards

1
Q

Wat zijn positieve feedback loops niet, wat negatieve feedback loops wel zijn?

A

Homeostatisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe werkt positieve terugkoppeling binnen het actiepotentiaal?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe werkt negatieve terugkoppeling bij de homeostase van de lichaamstemperatuur?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 3 soorten zenuwen zijn er?

A
  • Zenuw met een niet-gemyelineerde axon
  • Zenuw met een gemyelineerde axon
  • Zenuw die gebruik maakt van een gespecialiseerde receptor cel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voor welke signalen kan deze zenuw worden gebruikt?

A

Somatosensorisch: pijn, jeuk, temperatuur
Viscerosensorisch: baroreceptoren
5 klassieke zintuigen: reuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Voor welke signalen kan deze zenuw worden gebruikt?

A

Somatosensorisch: trilling, vibratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voor welke signalen kan deze zenuw worden gebruikt?

A

Somatosensorisch: proprioceptie
Viscerosensorisch: perifere chemoreceptoren
5 klassieke zintuigen: gehoor, evenwicht, smaak, zicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is proprioceptie?

A

Dat je zonder na te denken en met je ogen dicht weet waar je ledematen zich bevinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kunnen zenuwen triling, vibratie, en/of uitrekking van een spier waarnemen?

A

Door rek-gevoelige ion-kanalen genaamd PIEZO 1 en PIEZO 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kunnen zenuwen pijn, jeuk en temperatuur waarnemen?

A

Door een ion-kanaal genaamd TRPV1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar ligt het cellichaam van een zenuw die een stimulus naar het ruggenmerg brengt?

A

In het dorsale ganglion in de dorsale wortel, onafhankelijk wat voor soort zenuw het is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het verschil tussen reflexen en normale signalen?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt je je bewust van een signaal? Hoe verspreidt dit signaal zich?

A

Het kan via een zenuw in de thalamus terecht komen, waarna het richting de cerebrale cortex gaat en je je bewust wordt van een signaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke twee soorten reflexen zijn er?

A

Autonome reflexen en somatische reflexen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen autonome en somatische reflexen?

A

Autonome reflexen:
- Maken gebruik van het autonome zenuwstelsel
- Hebben een pre- en post-ganglionair neuron

Somatische reflexen:
- Hebben slechts 1 motorneuron

Beide verlaten echter het centrale zenuwstelsel via de ventrale wortel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke 4 deelgebieden bevat de grijze stof van het ruggenmerg?

A
  • Somatisch sensorisch
  • Visceraal sensorisch
  • Visceraal motorisch (autonoom)
  • Somatisch motorisch
    Ook echt in die volgorde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe ziet een somatische spinale reflexboog er uit?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is het doel van de rekreflex (bijv. in de knie)?

A

Om de spierlengte constant te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe werkt de rek reflex?

A

De spierspoeltjes nemen uitrekking waar en sturen signalen via sensorische neurons naar motor neurons. Er komt dan acetylcholine vrij wat bindt aan nicotine receptors, waardoor de spier gaat contraheren en de lengte wordt hersteld.
Tegelijkertijd wordt hetzelfde signaal via een inhiberend interneuron naar een andere motor neuron geleid, die zorgt voor de ontspanning van de antagonistische spier.

20
Q

Waar liggen spierspoeltjes?

A

In de skeletspieren

21
Q

Wat is een spierspoeltje?

A

Het bevat gemodificeerde spiervezels, liggend parallel tussen de gewone spiervezels. Het meet de lengte van de spier en de snelheid waarmee de lengte verandert.
Het wordt gestimuleerd tijdens het oprekken van de spier en verstuurt signalen naar de motorneuronen om te ontspannen

22
Q

Wat gebeurt er als je de spier bewust verkort, en hoe voorkom je dat?

A

Dan komt het spierspoeltje slap te hangen en verliest het zijn functie. Dit wordt voorkomen door gamma motorneuronen, die zorgen voor de verkorting van de uiteinden van het spierspoeltje.

23
Q

Hoe ziet een autonome reflex er uit?

A
24
Q

Waar vinden de meeste autonomische reflexen plaats?

A

In de hersenstam

25
Q

Wat zie je als je de hersenstam doorsnijdt?

A
26
Q

Wat is de visceromotorische kern in je hersenen?

A

Nucleus tractus solitarius (groen)

27
Q

Wat gebeurt er in de nucleus tractus solitarius?

A

Daar komt alle viscerosensorische informatie binnen.
De zenuwen die daarmee gerelateerd zijn zijn:
N = Nine (glossopharyngeaal)
T = Ten (vagus)
S = Seven (gezichts)

28
Q

Hoe werkt de bloeddrukreflex (oftewel de baro(receptor)reflex?

A

Informatie komt van baroreceptoren via de 9de of de 10de zenuw naar de hersenstam.
Het komt dan in het NTS terecht waar het vergeleken wordt met referentiewaardes.
Als er iets moet gebeuren kan het motorische signaal via dezelfde nervus vagus terug naar de sinusknoop. Het gaat bovendien ook nog via het sympathische zenuwstelsel richting de sinusknoop.

29
Q

Stel de bloeddruk daalt; moet de nervus vagus dan meer of minder actief worden?

A

De nervus vagus moet minder actief worden aangezien je minder van het ‘rest digest’ wil

30
Q

Welke 3 typen spieren zijn er?

A
31
Q

Waaruit bestaat een motor unit?

A

Een motor unit bestaat uit één motorneuron en alle spiervezels die erdoor worden geïnnerveerd. Een spier kan vele motor units van verschillende typen hebben.

32
Q

Hoe contraheert een motor unit als een geheel?

A

De motor neuron voert een signaal aan die wordt verdeelt over de verschillende spiervezels, waardoor alle geïnnerveerde spiervezels een actiepotentiaal bereiken en gaan samentrekken

33
Q

Wat is er nodig voor een spiercel om de drempelwaarde te bereiken?

A

1 actiepotentiaal in het motorneuron is voldoende voor de spiercel om de drempelwaarde te bereiken.
Dit komt door de enorme hoeveelheid acetylcholine die vrijkomt

34
Q

Waarom krijg je niet 2 of 3 actiepotentialen bij het vrijkomen van acetylcholine, maar slechts 1?

A

Omdat acetylcholine ook weer snel wordt afgebroken

35
Q

Hoe wordt acetylcholine afgebroken?

A
36
Q

Wat gebeurt er bij een actiepotentiaal in een skeletspier?

A

Er vindt dan voltage-induced calcium release plaats.
Het actiepotentiaal verplaatst zich over het membraan, ook via T-tubuli de diepte in, tot het wordt waargenomen door een spanningsgevoelig calciumkanaaltje.
Die zorgt er voor dat het calciumkanaaltje van het SR calcium vrijlaat en de spier kan samentrekken.

37
Q

Wat is een twitch?

A

Een volledige contractie-relaxatiecyclus in reactie op één actiepotentiaal

38
Q

Hoe kan er summatie van twitches plaatsvinden in skeletspieren?

A

Doordat er een verlate reactie is op het actiepotentiaal kun je alweer een nieuw actiepotentiaal afvuren voordat de spier is samengetrokken. Zo kun je een sterkere samentrekking opwekken

39
Q

Uit hoeveel motorunits bestaat het hart?

A

Het hart is overal verbonden met gap junctions en mag dus beschouwd worden als 1 motorunit

40
Q

Wat gebeurt er bij een actiepotentiaal in de hartspier?

A

Er vindt dan calcium-induced calcium release plaats.
Het actiepotentiaal verplaatst zich over het membraan, ook via T-tubuli de diepte in, tot het wordt waargenomen door een spanningsgevoelig calciumkanaaltje.
In de hartspier gaat dit kanaaltje open en komt er wat calcium de spier in, waardoor het RyR kanaaltje op het SR open gaat staan, en er calcium vrijkomt voor het samentrekken van de spier.

41
Q

Hoe kan er summatie plaatsvinden in de hartspier?

A

Dat kan niet. Het actiepotentiaal is uitzonderlijk lang in de hartspier, waardoor die gelijk loopt met het samentrekken en het ontspannen van de spier. Hierdoor kan er ondertussen geen nieuw actiepotentiaal worden geïnduceerd.

42
Q

Wat is tetanus?

A

Een summatie van actiepotentialen

43
Q

Hoe kan een hart soms krachtiger contraheren als het geen motorunits en geen tetanus heeft?

A

Dat kan door het spanningsgevoelige calciumkanaaltje en de ryanodine receptor o.i.v. adrenaline/noradrenaline te fosforyleren. Hierdoor komt er per contractie meer calcium vrij en heb je een sterkere hartslag.

44
Q

Wat gebeurt er bij een actiepotentiaal in gladde spiercellen?

A

Het is trager dan de andere twee spiersoorten. De receptor op het SR is niet de RyR receptor.

45
Q

Welke receptor zit er op het SR bij gladde spieren?

A

En IP3 gevoelige receptor

46
Q

Overzicht spiersoorten

A