Wardit Tigchelaar Primers Flashcards

1
Q

Wat zijn eisen voor primers? (4)

A
  • Primers worden altijd opgeschreven in de 5’  3’ richting.
  • De primers zijn maximaal tussen 18-30bp, optimaal is 22-25bp:
  • De optimale productgrootte tussen de 80-200bp.
  • Primers moeten dezelfde smelttemperatuur Tm hebben, optimaal 62*C.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe bepaal je de annealing temperatuur?

A

De annealing temperatuur 3-5*C ligt lager dan de Tm. De Tm bepaalt dus de annealing temperatuur.

  • Te hoog = primers kunnen niet binden.
  • Te laag = niet specifieke binding.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Op welke 4 locaties/manieren kun je primers ontwerpen?

A

Primers ontwerpen binnen hetzelfde exon.
Primers ontwerpen over een exon junction.
Primers ontwerpen over een groot intron.
Primers ontwerpen over een klein intron.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat voor product krijg je als je Primers ontwerpen binnen hetzelfde exon? Wat zijn voor en nadelen?

A

Productgrootte is hetzelfde voor gDNA en cDNA.

  • Voordeel = de primers kunnen zowel gDNA als cDNA detecteren.
  • Nadeel = je kan in de qPCR geen gDNA contaminatie zien.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat voor product krijg je als je Primers ontwerpen over een exon junction.? Wat zijn voor en nadelen?

A

Geen product van het gDNA mogelijk.

  • Voordeel = je amplificeert alleen het cDNA.
  • Nadeel = er is niet altijd een (groot) intron aanwezig.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat voor product krijg je als je Primers ontwerpen over een groot intron? Wat zijn voor en nadelen?

A

Geen product als je gDNA amplificeert. Wel product als je cDNA amplificeert.

  • Voordeel = je amplificeert alleen het cDNA
  • Nadeel = er is niet altijd een groot intron aanwezig.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat voor product krijg je als je Primers ontwerpen over een klein intron? Wat zijn voor en nadelen?

A

Product van het gDNA is groter dan van cDNA.
- Voordeel = je kan gDNA contaminatie zien.
- Nadeel = een klein genoeg intron is niet altijd aanwezig
Nadeel = interfeert met je resultaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar moet je primers op controleren?

A

Controleren op self annealing en primer dimers.
Controleer op de GC clamp en nucleotide repeats.
Controleer op de specifiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe controleer je op self annealing en primer dimers?

A

Kies primers die een lage self-complemantarity score hebben.
Kies primers die een lage 3’-complementarity score hebben.
= 3’-complementarity is de waarschijnlijkheid dat de primer aan zichzelf en aan het 3’-uiteinde van de complementaire primer zal binden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is GC clamp en waarom wil je dit?

A

GC clamp betekent dat er één G of een C base in de laatste 5 basen van de primer zit.
- Waarom = G en C vormen sterkere waterstofbruggen en verhoogt de specifiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom controleer je op nucleotide repeats?

A

Meer dan 3 nucleotide repeats verminderd de specifiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat wordt bedoeld met controleren op specifiteit?

A

Kies primers die specifiek zijn voor het bedoelde gen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly