Wardit Tigchelaar Genexpressie Prokaryoten Flashcards

1
Q

Wat zijn verschillen tussen Prokaryoten en Eukaryoten?

A

Prokaryoten = transcriptie en translatie vindt plaats in het cytoplasma.
Translatie van mRNA kan beginnen voordat transcriptie geëindigd is.

Eukaryoten = Transcriptie vindt plaats in de celkern, translatie vindt plaats in het cytoplasma.
Translatie en Transcriptie zijn aparte processen, ze worden gescheiden door de celkern.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat doen promoters in Prokaryoten en wat geven ze aan?

A

Promoters geven aan waar transcriptie moet beginnen en dekken meestal een groot aantal nucleotiden voor het startpunt. Hier bindt de RNA polymerase.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 3 stappen zijn er tijdens transcriptie?

A

Stap 1: initiatie = DNA wordt uit elkaar gehaald, zodat het RNA transcript afgeschreven kan worden.

Stap 2: elongatie = RNA polymerase loopt het DNA af en maakt het RNA transcript.

Stap 3: terminatie = Het RNA polymerase laat los* en de transcriptie is compleet.

*Ergens in het DNA ligt het transcriptie stop punt, waardoor de polymerase los laat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent het dat het DNA van prokaryoten standaard aan staat?

A

het DNA is altijd beschikbaar voor RNA polymerase om aan te binden, tenzij we het reguleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent het dat het DNA van eukaryoten standaard uit staat?

A

het DNA is strak opgerold en RNA polymerase kan er niet tussen komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer kan de regulatie van genexpressie bij prokaryoten plaatsvinden?

A

Regulatie van genexpressie kan aan het begin bij de transcriptie (= het meest efficiënt), maar ook aan het einde na translatie (=snelste reactietijd).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurd er bij de Regulatie van een metabolisch pathway?

A

De enzymen die al gemaakt zijn remmen. = regulatie van enzymactiviteit.
De genexpressie remmen. = regulatie van enzymproductie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Door wat wordt de genexpressie in bacteriën beheerd en wat doet dit?

A

Door het operon model, Het aan en uit zetten van een groep genen die functioneel gerelateerd zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een operator?

A

regulatie ‘knop’, een stukje DNA die zich in de promoter bevindt. Bepaald of het gen aan of uit gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaruit bestaat het operon?

A

het hele stuk DNA met de operator, promotor en de genen die betrokken zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kan een operon uitgeschakeld worden?

A

Een operon kan uitgeschakeld worden door een eiwit repressor. Repressor wordt gemaakt door een apart gen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een corepressor?

A

een molecuul dat coöpereert met een repressor eiwit om de operon uit te schakelen. Als er genoeg van een eiwit gemaakt is. Corepressor is een deel van het eiwit zelf die aan de operator bindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat doet een actieve repressor?

A

Voorkomt gen transcriptie door te binden aan de operator en de RNA polymerase te blokkeren. De repressor kan in een actieve of inactieve vorm zijn, hangt af van de aanwezigheid van andere moleculen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly