vrouwelijke persoonsnamen Flashcards
1
Q
verkoper
A
verkoopster
2
Q
presentator
A
presentatrice
3
Q
secretaris
A
secretaresse
4
Q
voogd
A
voogdes
5
Q
Albanees
A
Albanese
6
Q
zwager
A
schoonzus
7
Q
kassier
A
caissière
8
Q
kruidernier
A
kruidenierster
9
Q
kelner
A
kelnerin
10
Q
atleet
A
atlete
11
Q
artiest
A
artieste
12
Q
student
A
studente
13
Q
Waal
A
Waalse
14
Q
jubilaris
A
jubilaresse
15
Q
bibliothecaris
A
bibliothecaresse
16
Q
beheerder
A
beheerster
17
Q
scheildeiser
A
schuldeiseres
18
Q
informaticus
A
informatica
19
Q
inwoner
A
inwoonster
20
Q
schilder
A
schilderes
21
Q
vrijgezel
A
vrijgezellin
22
Q
bedrijfsleider
A
bedrijfsleidster
23
Q
voorzitter
A
voorzitster
24
Q
advocaat
A
advocate
25
fietser
fietsster
26
woordvoerder
woordvoerdster
27
functionaris
functionaresse
28
verhuurder
verhuurdster
29
examinator
examinatrice
30
controleur
controleuse
31
politicus
politica
32
aanvoerder
aanvoerdster