3 Flashcards
1
Q
voorstel tot wetswijziging
A
amendement
2
Q
vooruitlopen op
A
anticiperen
3
Q
aandacht vestigen op
A
attenderen
4
Q
doen alsof het onbelanrijk is
A
bagatelliseren
5
Q
berispt,” op zijn tenen getrapt”
A
geblameerd
6
Q
berkeningen
A
calculatie
7
Q
afhuren
A
charteren
8
Q
het (vreedzaam) naast elkaar bestaan
A
coëxistentie
9
Q
gevarieerd in sociaal-cultureel opzicht, verdraagzaam naar elke geaardheid en godsdienstige overtuiging
A
pluralistisch
10
Q
overeenkomst waarbij twee partijen iets toegeven, water bij de wijn doen
A
compromis
11
Q
volgens, in overeenstemming met
A
conform
12
Q
oproep om voor de rechter te verschijnen
A
dagvaarding
13
Q
logische afleiding, conclusie
A
deductie
14
Q
verdeling van goederen, verspreidin
A
distributie
15
Q
verzonnen
A
gefingeerd