2 Flashcards
1
Q
afschuwelijk
A
abominabel
2
Q
onderdrukken
A
repressief
3
Q
zeer streng
A
rigoureus/ rigoureuze
4
Q
spoed
A
urgentie
5
Q
van levensbelang
A
vitaal
6
Q
openstaand, vrij
A
vacant
7
Q
aanwijzing
A
indicatie
8
Q
hoeveelheid
A
kwantiteit
9
Q
over de hele wereld genomen
A
mondiaal
10
Q
gelijktijdig
A
simultaan
11
Q
niet bekwaan
A
incapabel
12
Q
nadenken over jezelf
A
introspectie
13
Q
vertrouwelijk spreken met bepaalde personen om beslissingen te beïnvloeden
A
lobbyen
14
Q
neusklank
A
nasaal
15
Q
praktisch, op de praktijk gericht
A
pragmatisch